Copy/paste

In gesprek met Mark Rutte

Derick-H. Maarleveld

Eigenlijk gaat het in de inleiding al meteen mis. Daaruit blijkt namelijk dat In gesprek met Mark Rutte helemaal geen gesprek met Rutte is. Derick-H. Maarleveld, locatiemanager in zijn opgekochte familiebedrijf, mecenas in de Amerikaanse ambassade en enthousiaste VVD-stemmer, heeft welgeteld één gesprek met Rutte gevoerd. Daarna liet Rutte hem beleefd weten het te druk te hebben. Maarleveld liet zich echter niet uit het veld slaan, zoals hij in zijn inleiding verbluffend eerlijk beschrijft. Hij stelde Rutte voor om uit interviews, speeches en debatten materiaal te verzamelen en daaruit alsnog een ‘gesprek’ samen te stellen. ‘Gaan we doen!’, riep een kennelijk opgeluchte Rutte, ‘bedankt voor de inspiratie!’

Geen boek

Dat was geen goed idee. In de eerste plaats omdat Maarleveld helemaal niet kan schrijven. Dat hij bij het aantreden van het kabinet Rutte een ‘frisse wind’ door Den Haag laat waaien is tot daar aan toe, dat hij ‘feitelijk’ schrijft waar hij ‘in feite’ bedoelt misschien ook – nog net. Maar Maarleveld switcht willekeurig van verleden tijd naar presens en beheerst het verschil tussen directe en indirecte rede niet. Als proeve van ’s mans stilistische onvermogen een passage waarin hij Rutte laat vertellen over de kabinetscrisis rond de Afganistan-missie:

Verhagen [vraagt] zich tijdens een interview af ‘Of wij alles moeten afschuiven op anderen?’. Hiermee suggererend dat hij vindt dat Nederland niet weg moet gaan en de missie zou moeten verlengen. De reactie van Bos is ‘dat in december 2010 de laatste militair uit Uruzgan moet zijn vertrokken’.

Ook op compositorisch vlak gaat het mis: in het eerste hoofdstuk, bedoeld als persoonlijke kennismaking, laat hij Rutte vertellen dat hij tijdens zijn studie op kamers woonde en voorzitter van de JOVD was, maar blijft de studierichting onvermeld. Een paar bladzijden verder blijkt uit de context dat het geschiedenis was, gênant genoeg op dezelfde pagina waar Maarleveld Rutte laat zeggen dat Napoleon in 1813 naar Corsica werd verbannen.

Maarlevelds compositorische dilettantisme blijkt ook op structureel niveau. De twee eerste hoofdstukken – de persoonlijke kennismaking en een hoofdstuk over het liberalisme – zijn nog op het gesprek gebaseerd dat daadwerkelijk plaatsvond. De ‘gesprekken’ die daarop volgen gaan over de belangrijkste gebeurtenissen in de Nederlandse politiek van het afgelopen anderhalf jaar, althans vanuit VVD-perspectief: de val van Balkenende IV, de gemeenteraadsverkiezingen, het VVD-verkiezingsprogramma en het VVD-congres, de Tweede Kamerverkiezingen, de kabinetsformatie en de plannen van het kabinet Rutte. Zoals gezegd heeft Maarleveld zijn ‘gesprekken’ samengesteld uit alles wat Rutte in de media over deze onderwerpen heeft gezegd. Het probleem is alleen dat wat Rutte van Balkenende IV vond nogal overeenkomt met wat hij tijdens de gemeenteraadsverkiezingen naar voren bracht, en met wat er in het VVD-verkiezingsprogramma staat, en met wat hij tijdens de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen zei, en met wat hij in de kabinetsformatie tot beleid wilde maken en met het beleid dat hij nu als minister-president uit zegt te willen gaan voeren.

Dat leidt er toe dat Rutte twintig keer mag komen vertellen dat de staat zijn burgers zo veel mogelijk met rust moet laten. Dat de VVD voor een algehele immigratiestop pleit, wordt minstens dertig keer verteld. Die algehele stop neemt echter niet weg dat de VVD mensen op hun daden beoordeelt en niet op hun afkomst, huidskleur, religieuze overtuiging of seksuele voorkeur, zoals Maarleveld Rutte goed veertig keer in de mond legt. Overbodig te zeggen dat Maarleveld zich de moeite heeft bespaard dergelijke standpunten uit te diepen. Integendeel: zelfs de formulering van de standpunten is vaak vrijwel identiek. Eigenlijk is In gesprek met Mark Rutte helemaal geen boek, maar een verzameling bladzijdes waarop steeds hetzelfde staat.

Geen schrijven

Daar komt dan nog bij dat wat er steeds herhaald wordt, elders al te lezen was. En Maarleveld heeft zijn materiaal nauwelijks bewerkt. Die luiheid maakt In gesprek met Mark Rutte nog op een andere en zwaarwegendere manier problematisch. Alle bezwaren die ik tot nu toe heb geformuleerd zouden nog vergeeflijk zijn, in aanmerking genomen dat het hier om een schrijver uit de categorie ‘enthousiaste amateur’ gaat – iemand die vol trots vertelt hoe snel Rutte op zijn sms’je antwoordt is naar mijn gevoel vooral aandoenlijk en ach, laat die man een boek bij elkaar klooien. Maar mijn welwillendheid houdt op waar Maarleveld zich beperkt tot het vullen van zijn boek met van het internet geplukte teksten. Als voorbeeld een willekeurige passage waarin Maarleveld Rutte laat uitleggen hoe beroerd het verkiezingsprogramma van de PvdA is:

De PvdA draait de kiezers een rad voor ogen. Wat Cohen doet, is de koopkracht op korte termijn in stand houden. Hij strooit nu zoet, maar daarna volgt onvermijdelijk het zuur. De rekening van het niet doorpakken komt later. Het is dus geen eerlijk verhaal. De PvdA stelt alle moeilijke keuzes uit. Verkoopt Nederland een fopspeen. Dat doe ik niet. Ik zeg: Stem VVD en u krijgt herstelbeleid! Dat merken we allemaal, maar daarna wordt het beter. Het grootste manco is dat de PvdA veel te weinig doet om de staatsschuld terug te dringen. De PvdA laat de staatsschuld nog verder stijgen. In 2023 zal er 170 miljard meer schuld zijn als de PvdA het voor het zeggen krijgt. Dat betekent 10.000 euro meer schuld per werkende Nederlander. Het gevolg zal zijn dat Cohen de belastingen zal moeten verhogen.

Op de website van de Telegraaf werd op 7 juni 2010 het volgende gepubliceerd:

“De PvdA draait de kiezers een rad voor ogen. Wat Cohen doet, is de koopkracht op korte termijn in stand houden. Hij strooit nu met zoet, maar daarna volgt onvermijdelijk het zuur”, aldus VVD-leider Mark Rutte.

[…]

Het grootste manco van Cohen is volgens Rutte dat de PvdA veel te weinig doet om de staatsschuld terug te dringen, waardoor de schuld per persoon met 10.000 euro meer stijgt. Dat PvdA-sprookje eindigt met belastingverhogingen, waarschuwt de liberaal. “De rekening van het niet doorpakken komt later. Het is dus geen eerlijk verhaal.”

Volgens de VVD-leider maakt Cohen de verkeerde keuzes. Het zou daarom een ramp zijn als de PvdA’er woensdag zegeviert. “Meer staatsschuld, minder banen, meer immigratie en minder veiligheid”, somt Rutte op.

De sociaaldemocraten schuiven net als in het vorige kabinet met het CDA alles vooruit, aldus Rutte: “De PvdA stelt alle moeilijke keuzes uit. Verkoopt Nederland een fopspeen. Dat doe ik niet. Ik zeg niet: stem VVD en u krijgt een lekker smaakje. Ik zeg: stem VVD en u krijgt herstelbeleid!”

Voor de volledigheid: de nog ontbrekende zin over de 170 miljard is te vinden op de website van de VVD.

Dit is geen schrijven meer, maar creatief met copy/paste. Dat is bedenkelijk, want Maarleveld vermeldt nergens zijn bronnen. En het is armoedig: hij had tenminste de citaten van Rutte in de verleden tijd kunnen zetten om zo de fictie van zijn ‘gesprek’ overeind te houden.

Geen idee

Waarom zoveel aandacht voor een boek dat zo beroerd is? Ten eerste omdat In gesprek met Mark Rutte duidelijk maakt dat in ons economische systeem productie – of beter: output – een veel belangrijker waarde is dan kwaliteit. Dat geldt voor de business man Maarleveld, maar ook voor zijn uitgeverij. Op de laatste bladzijde bedankt Maarleveld Mai Spijkers en Job Lisman van Prometheus/Bert Bakker voor ‘hun vertrouwen en inspirerende begeleiding’. Dat vertrouwen moet vooral verkoopcijfers gegolden hebben: er kan nu vraag naar een boek over de nieuwe premier verwacht worden. Bij de ‘inspirerende begeleiding’ stel ik me een paar aangename middagen op het terras van de KHGCC voor. In ieder geval was er geen tijd voor fatsoenlijke redactie. Voor de duidelijkheid: het gaat hier niet om een slecht boek, maar om een slecht product. Zelfs de letters op de rug zijn cheap. Prometheus/Bert Bakker is het pendant van een hamburgerverkoper die uit hoofde van efficiëntie en kostenbesparing bruin geschilderde sponzen tussen de broodjes stopt.

Er is nog een andere reden waarom dit boek zo’n mislukking is. Ik denk dat Maarleveld in zekere zin wel tot redundantie werd gedwongen, omdat er over de politieke ideeën van Mark Rutte gewoon niet zoveel te zeggen valt. Op nauwelijks een kwart van het boek, in het gesprek over liberalisme, laat Maarleveld Rutte de beginselverklaring van de VVD toelichten. Die wordt opgebouwd aan de hand van de volgende begrippen: vrijheid, verantwoordelijkheid, verdraagzaamheid, sociale rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid. Het is goed dat er bij vermeld wordt dat het bij deze begrippen om ‘liberale idealen’ gaat, want ik had me in de beginselverklaring van de SP kunnen wanen. Natuurlijk, bij de SP staat ‘sociale rechtvaardigheid’ op de eerste plaats en natuurlijk, Rutte en Roemer zullen erover van mening verschillen hoe deze idealen moeten worden bereikt, maar een wezenlijk ideologisch verschil is er niet. En daarom moeten de spierballenslogans (‘Wíj stellen orde op zaken!’), de verdachtmakingen van links en de accentverschillen in de belastingpolitiek eindeloos worden herhaald. Door al die herhalingen achter elkaar te plakken, heeft Maarleveld de ideologische armoede onbedoeld zichtbaar gemaakt.

In een essay in het tijdschrift Cicero, dat in Duitsland anderhalf jaar geleden een boeiende publieke discussie uitlokte, stelde Peter Sloterdijk dat alle partijen in de Westerse democratieën sociaaldemocratische partijen zijn. Geen politicus in dit deel van de wereld zal het wagen de correctie ter discussie te stellen die de overheid door belastinginning aan het kapitalistische systeem oplegt. Die consensus maakt dat er in het Westen sprake is van wat Sloterdijk een fenomenaal semisocialisme noemt. Met een hegeliaanse kwinkslag voegde hij er aan toe dat dit ook niet anders kan, omdat de staat in een parlementaire democratie het algemeen belang belichaamt dat bij deze correctie gebaat is. Alleen: door de globalisering is dit model in toenemende mate aan erosie onderhevig – het corrigerende vermogen van de staat houdt immers bij de nationale grenzen op en zelfs daarbinnen moeten steeds grotere groepen buitengesloten worden om de correctie financierbaar te houden. Via de achterdeur loopt het huis van de nationale sociaaldemocratische staat leeg, terwijl onze politici bezig zijn de façade van weer een nieuw verfje te voorzien.

Met andere woorden: er ontbreekt in de parlementaire democratie een politieke stroming die een nieuw, globaal huis wil gaan bouwen, of zelfs maar de noodzaak van dat huis durft te onderkennen. Zelfs het rechtse populisme, de radicaalste parlementaire beweging van dit moment, beperkt zich tot een hysterisch commentaar op deze toestand. Bij Wilders en zijn Europese geestverwanten maakt het besef dat het zo niet langer gaat niets anders los dan het verlangen naar een zondebok, die ze het gemakkelijkst vinden onder die politici die de sociaaldemocratie nog nominaal in hun vaandel voeren. En dat, terwijl hun economische ideeën impliceren dat het oude, vertrouwde sociaaldemocratische huis in blakende staat verkeert, mits het maar zo snel mogelijk gezuiverd wordt van iedereen die in hun ogen als vreemdeling geclassicificeerd kan worden.

Maarlevelds gemakzucht doet vermoeden dat de VVD zich ermee tevreden stelt de sociaaldemocratische partij met de minst slechte reputatie te zijn. Rutte bedient het besef dat het anders moet met het beeld van de overheid als belastingverslindend monster, maar heeft geen alternatief voor de sociaaldemocratie. Aanzetten hiertoe zijn er overigens genoeg. Sloterdijk zelf suggereerde om de afdracht van inkomstenbelasting vrijwillig te maken, om zo een basis te leggen voor een trotse, voluntaristische cultuur waarin de verantwoordelijkheid voor de maatschappij volledig bij de individuele burger komt te liggen. Dat is een gewaagd idee, ongetwijfeld, maar het is een idee, en bovendien nog een mogelijke update van het oorspronkelijke liberalisme naar de eenentwintigste eeuw.

Rutte beperkt zich echter tot het uitslaan van spierballentaal over orde op zaken stellen en calculeert cynisch dat er nog (net) genoeg mensen zijn die hem geloven. Copy/paste, dus, zolang de werkelijkheid ons nog niet heeft ingehaald.

Links

Bert Bakker, Amsterdam, 2011
ISBN 9789035136496
237p.

Geplaatst op 29/03/2011

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.