Donderslagen en bliksemflitsen

Naziliteratuur in de Amerika’s

Roberto Bolaño (vert. Arie van der Wal)

Sinds de verschijning van 2666, zijn postume meesterwerk, wordt van Roberto Bolaño (1953-2003) het ene na het andere werk vertaald. Dit maakt het ook voor de Nederlandstalige lezer mogelijk in het rijke oeuvre van de Chileense schrijver op zoek te gaan naar zijn grote leidmotieven. Naziliteratuur in de Amerika’s, voor het eerst in het Spaans verschenen in 1996, is zowel een belangrijk sleutelboek als een buitenbeentje.

Het boek is wat de titel zegt: een encyclopedische opsomming van eenendertig Zuid- en Noord-Amerikaanse schrijvers die op de een of andere manier met het nazisme sympathiseerden. Geen van hen heeft echt geleefd, maar ze hadden zeer zeker bestaan kunnen hebben. De eerste werd geboren in 1880, de laatste sterft in 2029. De overschrijding van de datum van de oorspronkelijke publicatie met meer dan dertig jaar rukt het boek al direct uit een welbepaalde periode weg, en zo wordt ook het nazisme eerder een constant aanwezige dreiging dan een historische gebeurtenis. Al is het boek fictief, toch oogt het allemaal heel erg wetenschappelijk. De auteurs zijn onderverdeeld in dertien categorieën. Er is een epiloog met een opsomming van enkele belangrijke literaire personages van de auteurs, een lijst van uitgeverijen en tijdschriften, en een alfabetische lijst met alle in dit naslagwerk genoemde schrijvers.

Het lijkt een flauwe grap. En in zekere zin is Naziliteratuur in de Amerika’s dat ook, net als heel wat teksten van de door Bolaño erg bewonderde Jorge Luis Borges of Julio Cortázar dat zijn. Denk aan Borges’ Wereldschandkroniek, een opsomming van fictieve Argentijnse misdadigers, het verhaal ‘Pierre Menard, autor del Quijote’, over een man die Cervantes’ meesterwerk herschrijft, of Cortázars onlangs heruitgegeven reisverslag De autonauten van de kosmosnelweg, waarin de schrijver en zijn echtgenote gedurende drieëndertig dagen alle parkings van de Route du soleil aandoen, om op het einde te controleren of Marseille echt bestaat. Ik kan mij wel voorstellen dat een hedendaagse uitgever het manuscript naar de schrijver zou terugsturen met de opmerking dat hij erg om de tekst gelachen heeft, maar dat het boek onverkoopbaar is, en er in het fonds dus geen plaats voor kan worden gemaakt.

Zeker valt er in Naziliteratuur in de Amerika’s heel wat af te lachen. Bolaño had een welhaast onuitputtelijke, over het algemeen gitzwarte fantasie, en bezat de gave om steeds weer nieuwe personages en situaties te scheppen die tegelijkertijd zeer herkenbaar en hilarisch buitensporig zijn. Alleen al vanwege de verrassende, kurkdroge kwinkslagen is het boek de moeite waard. Enkele voorbeelden. Edelmira Thompson de Mendiluce vertaalt haar verzen voor Hitler naar het Duits, en krijgt als dank raad over de geschiktste school voor haar kinderen: ‘Hitler oppert een Zwitsers internaat, al merkt hij ook op dat het leven de beste leerschool is.’ Later schrijft ze een nouveau roman en vindt ze in Edgar Allan Poe op het vlak van interieurinrichting een verwante ziel. Silvio Salvático was:

in zijn jonge jaren […] onder andere voorstander van herinvoering van de inquisitie, lichaamstraffen in het openbaar, ononderbroken oorlogvoering tegen hetzij de Chilenen hetzij de Paraguayanen of Bolivianen als een vorm van nationale gymnastiek, polygamie, uitroeiing van de indianen om verdere verontreiniging van het Argentijnse ras te voorkomen, inperking van de rechten van burgers van joodse afkomst, massale instroom van migranten uit de Scandinavische landen om de nationale huiskleur, steeds donkerder geworden na jaren van vermenging met de indiaanse bevolking, weer lichter te maken, toekenning van levenslange schrijversbeurzen, vrijstelling van belasting voor kunstenaars, het tot stand brengen en realiseren van de grootste luchtmacht van Zuid-Amerika, kolonisatie van Antarctica en het bouwen van nieuwe steden in Patagonië.

Luiz Fontaine Da Souza schrijft een Weerlegging van Voltaire (640 pagina’s), Weerlegging van Diderot (530 pagina’s), Weerlegging van D’Alembert (590 pagina’s), Weerlegging van Montesquieu (620 pagina’s), verblijft in een kliniek voor geesteszieken, en schrijft hierna een Weerlegging van Hegel, gevolgd door een korte weerlegging van Marx en Feuerbach (635 pagina’s) en een Kritiek van ‘Het zijn en het Niet’ van Sartre in zes delen van ongeveer 350 pagina’s. Ernesto Pérez Masón daagt de grote Cubaanse schrijver Lezama Lima tot drie keer toe uit tot een duel, maar Lima stuurt telkens zijn kat. ‘Concentratiekamp’ is een gedicht van Franz Zwickau, waarin hij ‘vertelt over het humoristische en bij vlagen tedere verhaal van zijn kindertijd.’ In De prijs van Jason, een roman van sciencefictionschrijver Carlos Hevia, wordt gesuggereerd ‘dat het leven op aarde het gevolg is van een mislukte intergalactische televisiequiz’. Max Mirebalais, alias Max Kasimir, Max von Hauptmann, Max Le Gueule, Jacques Artibonito wordt ‘door de dood verrast terwijl hij werkte aan het postume oeuvre van zijn heteroniemen.’ Et cetera, et cetera. De meest tot de verbeelding sprekende figuur is waarschijnlijk de laaghartige Ramírez Hoffman, die de revolutie van Pinochet in 1973 aangrijpt voor een avant-gardistisch literair project dat bestaat uit met vliegtuigen in de lucht geschreven verzen, foltering, moord en fotografie. Later heeft Bolaño dit verhaal uitgewerkt tot een aparte roman, Estella distante.

Voor ieder van de door Bolaño gecreëerde schrijvers geldt dat hun talent omgekeerd evenredig is aan hun aan doodsverachting grenzende zelfvertrouwen, hun narcisme en zelfverheerlijking, en de ernst waarmee ze hun literaire roeping volgen. Hierin sluit Naziliteratuur in de Amerika’s aan bij ander werk van Bolaño. Zo vertelt De wilde detectives, de roman die tot Bolaño’s dood en de postume verschijning van 2666 als zijn meesterwerk gold, de wilde en quichoteske avonturen van twee jonge Mexicaanse dichters, lid van de avant-gardestroming het ‘viscerale realisme’. Ze trekken door Mexico en de wereld, ontmoeten de bizarste personages, vrijen en schrijven, en verdwijnen. Het verhaal is gebaseerd op Bolaño’s eigen leven van de hand op de tand als dichter en enfant terrible tot hij begin jaren negentig vader werd, en tot de vaststelling kwam dat met poëzie geen geld te verdienen viel en hij dus maar overschakelde op proza.

In haast elk van zijn boeken, ook in zijn magnum opus 2666, problematiseert Bolaño de rol van literatuur, de wisselwerking tussen literatuur en politiek, en de verhouding van literatuur tot het kwade. We mogen aannemen dat dit kwesties zijn die de altijd bijzonder polemische en op een maniakaal tempo schrijvende Bolaño ook persoonlijk aan het hart gingen. Bolaño heeft beweerd dat hij cultuur als een hoer beschouwde. Zelf was hij (zoals de meeste avant-gardistische kunstenaars) uitgesproken links. Waarom dan een denkbeeldige encyclopedie over rechtse schrijvers? Naziliteratuur in de Amerika’s toont hoe verontrustend naïef auteurs en kunstenaars zijn in hun politieke engagement. Vele kunstenaars en intellectuelen reisden in de jaren dertig als fellow traveller naar de Sovjet-Unie, in de hoop er hun gezwollen modernistische utopische idealen verwezenlijkt te zien, en lieten zich in hun ijdelheid verblinden door de egards waarmee ze door Stalin werden rondgeleid in een Potemkinwereld. Uitzonderingen daargelaten, zijn er over het algemeen minder gevallen bekend van artiesten die openlijk met Hitler en de nazi’s heulden. Maar extreem links of extreem rechts, toont Naziliteratuur in de Amerika’s ons: er is in wezen geen verschil.

Hoe duidelijk de titel ook mag verwijzen naar de twintigste-eeuwse ideologie die vaak wordt voorgesteld als de verpersoonlijking van het ultieme kwaad, in de meeste verhalen worden de fascistische en rechts-radicale ideeën en handelingen van de personages slechts terloops vermeld. Soms lees je er bijna overheen. In veel gevallen ligt eerder toeval dan overgave of een duidelijke beslissing aan de basis van de nazistische sympathieën. Zo zijn voor de ongelukkige, aan alcohol verslaafde Luz Mendiluce Thompson (dochter van de eerder vermelde Edelmira Thompson de Mendiluce) haar belangrijkste banden met het nazisme het feit dat ze als baby door Hitler op de arm genomen is en haar beroemde gedicht ‘Met Hitler was ik gelukkig’, een zowel ‘door links als rechts verkeerd begrepen tekst’ is. Op die manier wordt Naziliteratuur in de Amerika’s ook een tekst over de banaliteit van het kwaad.

‘Waanzin is besmettelijk,’ stelt een personage in 2666. Een ander personage beweert dat in de misdaden (in 2666 de moorden en verkrachtingen in Santa Teresa, in Naziliteratuur in de Amerika’s de collaboratie) ‘het geheim van de wereld besloten ligt’. Het is een nogal enigmatische uitspraak. Wat is dit ‘geheim’? Een expliciet antwoord geeft Bolaño nergens, maar een vrolijk mensbeeld spreekt uit deze beweringen in elk geval niet. Bolaño’s werk kan gelezen worden als een lange zoektocht naar het hart van de duisternis in de menselijke geest. Het Derde Rijk is daarbij op de achtergrond steeds aanwezig. In dezelfde kracht, hetzelfde narcisme, hetzelfde haast lachwekkende zelfvertrouwen, dezelfde waanzin, dezelfde meedogenloosheid en wreedheid die de grootste misdaden van de twintigste eeuw hebben voortgebracht, schuilt misschien ook de immense energie waaruit de beschaving zelf is ontstaan. Het is een tragisch mensbeeld dat via het nazisme naar de zondeval verwijst. In die zin is het vroege werk Naziliteratuur in de Amerika’s in het oeuvre van Bolaño een cruciaal boek.

De opsomming is zowel in 2666, De wilde detectives als in Naziliteratuur in de Amerika’s een belangrijk constructieprincipe. Het tweede en langste deel van De wilde detectives bevat tientallen getuigenissen van mislukte schrijvers, geschifte kunstenaars, serveersters, misdadigers, architecten, hoertjes en neonazi’s over de verdwenen dichters Arturo Belano en Ulises Lima. ‘Het deel van de misdaden’ uit 2666, waarin hij een opsomming geeft van alle vermoorde jonge vrouwen in Santa Teresa (dat is gemodelleerd naar de Mexicaanse grensstad Ciudad Juarez), is misschien de allersterkste en verontrustendste tour de force die Bolaño ooit heeft gerealiseerd. Het zijn stukken proza die van de lezer bijzonder veel vergen, en bij een mindere schrijver zou die wellicht verveeld afhaken. Bij Bolaño is het net in die haast eindeloze, in 2666 zonder meer trancematige opsomming dat de kern van zijn wereldbeeld besloten ligt. Of in de woorden van nog een ander personage uit 2666: ‘De werkelijkheid is als een gedrogeerde pooier midden in een onweersbui met donderslagen en bliksemflitsen.’ Naziliteratuur in de Amerika’s mag op het eerste gezicht een geschifte grap lijken van een omhooggevallen wonderkind, door de in de ordenende opsomming ingesloten ernst groeit het geleidelijk uit tot een boek vol tragiek en gruwel, maar ook weemoed en wijsheid. En voor je het beseft begin je als lezer tot je eigen verbazing voor die bende geschifte nazi’s sympathie te koesteren.

Links

Lebowski Publishers, Amsterdam, 2013
ISBN 9789048818525
251p.

Geplaatst op 19/02/2014

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.