roman, Signalement

Zoektocht naar geluk in gereformeerde jeugd

Pastorale

Stephan Enter

Disclaimer: In deze tekst komen seksistische termen voor.

De Reactor streeft ernaar een inclusief platform te zijn. De Reactor is kritisch over de literatuur die zij recenseert en heeft de beslissing genomen om niet te censureren maar kritisch te beschouwen. Daarom geeft De Reactor het aan wanneer er in een tekst taal voorkomt die in een inclusief en divers wereldbeeld problematisch is. Ben je benieuwd naar een inclusief beleid op taalgebruik, download dan hier de handreiking van Codedi.

 

Geluk. Het woord valt slechts een enkele keer in de boeken van Stephan Enter en toch vormt het, zoals de auteur onlangs in een interview met Trouw toegaf, zijn ‘onontkoombare thema’. Ja, ook in Pastorale, zijn recentste roman, zoeken beide hoofdpersonages opnieuw naar geluk – ‘zonder dat ze het zelf beseffen, en zonder dat ik het als auteur besefte’, geeft Enter toe.

Die twee hoofdfiguren zijn Oscar en Louise, een broer en zus die opgroeien in Brevendal – anagram voor Enters geboorteplaats Barneveld, in het hart van de Biblebelt. Waar Oscar zich al gapend door de laatste jaren van zijn middelbare schoolperiode sleept, heeft Louise zich inmiddels losgemaakt van haar – zo vindt ze nu zelf – door het geloof geïndoctrineerde jeugd en haar heil gezocht in een studentenstad waar ze haar atheïstische denken de vrije loop kan laten.

Pastorale verhaalt over het bezoek dat Louise aan haar ouderlijk huis brengt om haar ouders te vertellen dat ze stopt met haar studie. In die dagen ziet ze zichzelf continu geconfronteerd met de verschillen tussen haar denkbeelden en die van de omgeving waarin ze opgroeide, en die haar nu voorkomt als sektarisch en hopeloos ouderwets. Ieder gesprek met haar moeder staat bol van de berispingen om haar taalgebruik en een bezoekje van de lokale geestelijke leidt onvermijdelijk tot discussie. Maar Louise zet dapper door: ze weigert stilletjes te knikken en jaagt zo familie en kennissen tegen zich in het harnas.

Beduidend onopvallender is de jongere Oscar, die intussen kennismaakt met een verborgen kant van Brevendal: de grote gemeenschap Molukkers die zich schuilhoudt in een deel van het dorp waar geen gereformeerde ooit een stap durft te zetten. Hij belandt er als hij voor zijn klasgenoot Jonkie, die vanwege een verdacht motorongeluk een paar weken niet op school verschijnt, het wiskundehuiswerk in de brievenbus komt doen. De deur staat onverwacht open en Oscars nieuwsgierigheid wint het van zijn angst of manieren. Zo staat hij plots oog in oog met Jonkies zus Dona, voor wie hij in de dagen daarna een heimelijke verliefdheid ontwikkelt. Tegenover de wiskundeleraar offert hij zichzelf keer op keer hoffelijk op als bezorger van het huiswerk, in de hoop haar opnieuw tegen het lijf te lopen.

In plaats daarvan treft hij echter de heer des huizen, meneer Matupessy, die hem direct uitnodigt voor een diner. Plots zit hij daar aan tafel, met Jonkie, die hem als een vriend onthaalt, Dona, die haar ogen angstig neerslaat, en hun vader, die verhaal na verhaal opdist over zijn thuisland en de onneembare hindernissen tussen hier en daar, tussen nu en vroeger.

Net als in Enters vorige verhalen zijn de hoofdpersonages denkers, die reflecteren op de lichaamshouding van anderen, de natuur die hen omringt en de jeugd die ze zo langzamerhand achter zich laten. Hier krijgt die aandacht voor alles wat groeit, bloeit en stroomt echter een extra betekenis: waar in Enters eerdere boeken die uitgebreide beschrijvingen van het groen met een boeddhistische levenshouding in verband konden worden gebracht, komt nu vooral het kerkelijke geloof naar voren. We zouden het ‘het EO-effect’ kunnen noemen; wanneer een religieus gekleurde televisiezender een natuurdocumentaire uitzendt, kunnen we bijna niet anders dan achter elke bewonderend uitgesproken voice-over-zin denken: alles op aarde haakt zo bijzonder in elkaar, daar moet wel een goddelijk meesterbrein achter zitten. Zo mijmert Louise al vroeg in de roman, in zinnen die de paginagrenzen overschrijden, kijkend vanuit de trein naar haar naderende geboortedorp:

Nu boemelde (en ook dit kende ze precies) de trein eerst nog een kloof vol groene schaduw binnen – grillige eiken, die met hun in elkaar verwarde kruinen naar de langsvliedende rijtuigen reikten. Maar daar was het, ja – nu kwam de duik in het licht en daar lag het onder de serene hemel, hooguit een paar meter lager en toch greep het oog naar een verre horizon, kreeg je die nevelige voortijdige blik over de vallei met haar verweerde houtwallen en de middeleeuwse torenspits die zich ontfermde over een samenscholing rode daken en rechts daarachter het uitgestrekte, in eeuwige bries ruisende bos met zijn koele beukenlanen en greppels vol fluisterende bladeren en meer naar links als een ader in het land de verzonken meanders van de Breve, herkenbaar ook aan hoog opgeschoten meidoornbosjes en uit het lood hangende wilgen langs het jaagpad en ten slotte in een van die kronkels het park, als het die naam gezien zijn haveloze staat al mocht hebben, met daarin haar huis, het huis van haar ouders, grootouders, van haar familie zover de geschiedenis zich liet terugbladeren.

Ook die melancholische reflecties op de vroegere kinderjaren krijgen binnen de thematiek van Pastorale een andere betekenis. Enters personages zien, hoe oud ook, hun jeugd zonder uitzondering als het moment waarop zij het gelukkigst waren: ze konden nog spelend door het leven gaan en waren zowel fysiek als mentaal op de top van hun kunnen. Hier zijn herinneringen aan jeugdjaren met name voor Louise bedekt onder een sluier van naïviteit. Met grote regelmaat brengt ze zichzelf en anderen scènes op het netvlies waarin ze haar kinderlijke onwetendheid ten aanzien van het geloof etaleert. Hoe ze zelf haar nieuwe fiets in de sloot duwde omdat ze gek werd van de vraag wat te doen als Jezus haar in gedachten zou vragen haar verjaardagscadeau te vernielen, hoe ze opgroeide met de gedachte dat je van lippenstift en mascara kanker krijgt, hoe ze door de zwaar gereformeerde fietsenmaker vanwege haar spijkerbroek werd aangekeken alsof ze ‘de hoer van Babylon was’.

Een eindeloze hoeveelheid anekdotes kan ze opdissen, maar binnen de gesloten kring van de Bijbelbelt lijken ze aan dovemansoren gericht. ‘Het is gemakkelijk intellectueel zuiver en kritisch te zijn als je je aan niemand verbonden hebt’, pareert de gelovige oud-klasgenoot Maarten, de enige die enigszins in Louises buurt durft te komen, de kritiek. Hij expliciteert zo de eenzame positie waarin zij zich bevindt: ook zij hangt een geloof aan, maar dan een geloof dat ze met niemand kan delen.

Met die zin vat Maarten ook direct de houding van vrijwel alle personages samen die in Stephan Enters oeuvre de revue passeerden: met hun intellectuele houding plaatsen ze anderen op een afstand. Dat leidt keer op keer tot eenzaamheid: in familiebanden, in vriendschappen en in de liefde. Zo komen in Pastorale meer thema’s uit Enters eerdere boeken bewonderenswaardig mooi samen: het indirecte zoeken naar geluk – in relaties met anderen, in het vergaren van kennis en in de natuur – dat als rode draad wellicht wel door ieder mensenleven loopt. Her en der vallen dankzij dit boek zelfs puzzelstukjes op hun plaats: was het om deze geloofsreden dat al zijn creaties tot nu toe zo ongelooflijk zelfkritisch waren, alsof ze bij voorbaat uitgingen van hun eigen zondigheid? Met dit herderslied geeft Enter zo een prachtig podium aan de jeugd die in zijn eerdere boeken al subtiel doorschemerde.

Recensie: Pastorale van Stephan Enter door Anne van den Dool.

Van Oorschot, Amsterdam, 2019
ISBN 9789028293007
288p.

Geplaatst op 19/12/2019

Tags: 2019, Pastorale, Stephan Enter

Categorie: roman, Signalement

Naar boven

Reacties

  1. Pauline Roest

    Nu pas gelezen (juli 2020) Mooie recensie, nog een en ander ter aanvulling.
    Er zijn behoorlijk wat onverklaarde personen en gebeurtenissen in het boek. Bijvoorbeeld wat is er met de vader aan de hand? Is zijn terugtrekking in het kleine eigen domein een manier om het geloof en het dorpsleven te ontwijken? En hoe zit het met Dona, waarom jaagt ze Oscar steeds weg na de eerste ontmoeting? Is het omdat ze bang is dat hij de vonk zal zijn die haar vader doet ontploffen? Degene die de hutkoffer zal openen, die bij opening als een doos van Pandora het kwaad zal verspreiden? De onuitgesproken zaken maken het boek ‘zachter’ en nodigt uit tot het bedenken van mogelijke scenario’s.
    Het mooiste karakter is Louise. Zij is de uitgesproken atheïste, die uit de stad terugkeert in het gereformeerde dorp. Zij is boos, omdat haar jeugd verpest is met leugens, omdat zij met rationele vragen vooral verdediging en soms agressie oproept. En omdat de studenten in het westen ook niet slim en onafhankelijk blijken te zijn. De heftigheid van haar verzet tegen het geloof wordt verklaard uit het feit dat zij als kind intelligent, maar ook ijverig, met een sterke wens om het ‘goed’ te doen, het geloof heel serieus nam. Geen kind op wie de bijbelverhalen zo’n indruk achterlieten en impact voor het echte leven in zich hielden. (Zij ziet zichzelf terug in het meisje dat staat te trappelen om de goede antwoorden te geven bij de kindernevendienst) Als zij naar Oscar kijkt ziet ze dat het geloof veel meer langs hem heen gaat. Ze is boos en gekwetst omdat dat waar ze vurig in geloofde onwaar bleek. En ook is ze intelligent genoeg om te zien wat de waarde is van het dorpsleven en bijvoorbeeld contact met Maarten, wat zij mist omdat ze voortdurend mensen tegen zich in het harnas jaagt.
    Dan is er de moeder: is zij een sterke en wijze vrouw of is ze naief? Haar geloof is onwankelbaar, door dat enorme vertrouwen in God neemt ze de wereld zoals die is en probeert goed te doen. Zo houdt ze van haar vreemde man en haar zoekende kinderen. Ze corrigeert Louise wel in haar taalgebruik, maar er is geen moment waarop ze haar dochter veroordeelt.
    Het mooie van Enter is zijn ruime perspectief op de hoofdpersonen. Het boek is geschreven vanuit de kinderen. Het had voor de hand gelegen dat Louise haar moeder als godsdienstwaanzinnige zou neerzetten en het lijdelijk verzet van de vader zou zien als versterking van haar eigen verzet. Maar zo eendimensionaal wordt het nergens in het boek.
    Ook de serene moeder krijgt niet wat ze verdient; helaas is zelfs haar rust niet blijvend: het huis moet verkocht en de bezoeken aan de gemeenteleden die wat steun nodig hebben worden door de ouderling van haar afgenomen ten gunste van een meer ‘solvabele’ dame die zich wil profileren in de kerkgemeenschap.

    Eens Anne: Enter blijft een aanrader.

    Beantwoorden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.