Hans Anten was als Assistant Professor Moderne Nederlandse letterkunde tot 2013 verbonden aan de Faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit Utrecht. In 1996 promoveerde hij op de studie Het bekoorlijk vernis van de rede. Over poetica en proza van F. Bordewijk. Dit boek is een van de vele publicaties die hij aan het oeuvre van Bordewijk wijdde. In 1982 verscheen zijn literatuurgeschiedenis op extern-poëticale grondslag Van realisme naar zakelijkheid. Proza-opvattingen tussen 1916 en 1932. In 2007 werd deze studie opgenomen in de Basisbibliotheek van de DBNL. In 2010 bezorgde hij met Wilbert Smulders en Joke van der Wiel de Delta-editie van Arthur van Schendel, Drie Hollandse romans. De waterman, Een Hollands drama, De grauwe vogels. Sinds 1982 schrijft hij besprekingen van publicaties op het terrein van de letterkundige neerlandistiek. Die kritieken verschenen onder meer in De Nieuwe Taalgids, Literatuur, Nederlandse Letterkunde, Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, Vooys en Spiegel der Letteren.