33 vrouwen die de P.C. Hooftprijs hadden moeten krijgen

12/03/2024

Op 8 maart, Internationale Vrouwendag, maakte een onafhankelijke jury – bestaande uit Karin Amatmoekrim, Jacqueline Bel, Yra van Dijk, Jos Joosten en Mathijs Sanders – een overzicht van 33 overleden schrijfsters die de P.C. Hooftprijs wel verdiend, maar niet ontvangen hebben. Deze samengestelde lijst verscheen op de website van het Literatuurmuseum. 

In haar rapport schreef de jury:

“We leven in een nieuwe tijd. Een tijd waarin de literatuur een diverser gezicht heeft en ook vrouwelijke en non-binaire auteurs voor prijzen genomineerd worden en bekroond, en waarbij debuutprijzen vaker naar vrouwen gaan. Een tijd ook waarin het verdrongene gezien wordt, op de sokkel gezet, herontdekt. In de opleidingen en op de scholen lezen we meer boeken van vrouwen dan ooit, literatuurgeschiedenissen worden herschreven en straten naar vrouwen genoemd.

Zo wordt ons persoonlijke, culturele en politieke leven verrijkt met ongekende woorden en nieuwe inzichten, om nu echt nooit meer te vergeten. De jury spreekt daarom de hoop uit dat het werk van deze auteurs, die de eer van de P.C. Hooft-prijs niet werd vergund, alsnog behandeld gaat worden zoals dat gaat bij auteurs die de prijs wel kregen. Dat het herdrukt, verkocht, en vooral: gelezen wordt.”

De complete lijst:

  • Jo Boer (1907-1993) – Verhalend proza
  • Ina Boudier-Bakker (1875-1966) – Verhalend proza
  • Andreas Burnier 1931-2002 – Beschouwend proza
  • Maria Dermoût (1888-1962) – Verhalend proza
  • Mary Dorna (1891-1971) – Verhalend proza
  • Renate Dorrestein (1954-2018) – Verhalend proza
  • Inez van Dullemen (1925-2021) – Verhalend proza
  • Henriëtte van Eyk (1897-1980) – Verhalend proza
  • F. Harmsen van Beek (1927-2009) – Poëzie
  • D. Hooijer (1939-2013) – Verhalend proza
  • Dola de Jong (1911-2003) – Verhalend proza
  • Dirkje Kuik (1929-2008) – Verhalend proza
  • Clare Lennart (1899-1972) – Verhalend proza
  • Lizzy Sara May (1918-1988) – Verhalend proza
  • Doeschka Meijsing (1947-2012) – Verhalend proza
  • Josepha Mendels (1902-1995) – Verhalend proza
  • Hanny Michaelis (1922-2007) – Poëzie
  • Top Naeff (1878-1953) – Verhalend proza
  • Hélène Nolthenius (1920-2000) – Beschouwend proza
  • Nel Noordzij (1923-2003) – Verhalend proza
  • Rascha Peper (1949-2013) – Verhalend proza
  • Sonja Prins (1912-2009) – Poëzie
  • Renate Rubinstein (1929-1990) – Beschouwend proza
  • Helga Ruebsamen (1934-2016) – Verhalend proza
  • Annie M.G. Schmidt (1911-1995) – Poëzie
  • Lin Scholte (1921-1997)- Verhalend proza
  • Ida Simons (1911-1960)- Verhalend proza
  • M.H. Székely-Lulofs (1899-1958) – Verhalend proza
  • Jacoba van Velde (1903-1985) – Verhalend proza
  • Bea Vianen – (1935-2019) – Verhalend proza
  • Mischa de Vreede (1936-2020) – Verhalend proza
  • Ellen Warmond (1930-2011) – Poëzie
  • Aya Zikken (1919-2013) – Verhalend proza

Expositie Literatuurmuseum

Op 8 maart lanceerde het Literatuurmuseum ook een online én een fysieke expositie over vrouwelijke auteurs en de P.C. Hooft-prijs. Sinds 1947 is deze prijs 73 keer toegekend, waarvan slechts 13 keer aan een vrouw. De ondervertegenwoordiging van vrouwen vormt het uitgangspunt van deze exposities waarin een aantal overleden vrouwelijke auteurs wordt uitgelicht die de prijs volgens een onafhankelijke jury wél hadden verdiend. Met de tentoonstelling wil het museum aanzetten tot reflectie en discussie over het feit dat vrouwen ondervertegenwoordigd zijn bij literaire prijzen, én vooral de oeuvres van enkele vrouwelijke auteurs in de spotlight zetten.

Daarnaast presenteerde het museum de tentoonstelling Het Conversatiestuk. Beeldend kunstenaar Renske van Enckevort (1985) portretteerde Hanna Bervoets, Maartje Wortel, Niña Weijers, Nina Polak, Marjolijn van Heemstra, Lieke Marsman, Ellen Deckwitz, Maurits de Bruijn en Alma Mathijsen. Deze vriendengroep maakt deel uit van een literaire generatie waarin vrouwelijke auteurs, meer dan voorheen, op de voorgrond treden. ‘Geen tegengeluid, maar een nieuwe realiteit’, aldus de kunstenaar.