Kester Freriks (Djakarta, 1954) bracht zijn vroegste jeugd door in Indonesië. Eind jaren vijftig kwam hij in Nederland aan. Hij studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam met als bijvakken theater, Duits en filosofie. In 1979 debuteerde hij met de verhalenbundel ‘Grand Hotel Lembang’. Nadien publiceerde hij tal van romans en essays. Met boeken als ‘Vogels kijken. Alle driehonderd Nederlandse vogelsoorten’ (2010), ‘De valk. Over valkerij en wilde vogels’ (2009), ‘Verborgen wildernis. Ruige natuur & kaarten in Nederland’ (2010) en ‘Stilte, ruimte, duisternis. Verkenningen in de natuur’ (2018) profileerde hij zich tot een vooraanstaand natuurschrijver. Zijn werk werd bekroond met de Van der Hoogtprijs voor Literatuur en genomineerd voor de Jan Wolkers Prijs voor het Beste Natuurboek en de Jan Hanlo Essayprijs. Sinds 1981 is hij verbonden aan ‘NRC-Handelsblad’ en schrijft hij over cultuur, natuur en Nederlands-Indië.