Als doctoraatsstudente aan de UGent onderzoekt Nele Janssens de lyricisering van het Nederlandstalig proza (1950-1975). Door zich te focussen op lyriciteit als onderzoeksobject toont ze hoe technieken die veelal aan poëzie worden toegeschreven in het Nederlandstalige neo-avant-gardeproza worden gerealiseerd en betekenis opwekken. Al tijdens haar opleiding Taal- en Letterkunde aan de universiteit van Gent wijdde ze speciale aandacht aan de genderproblematiek in de Nederlandse en Engelstalige literatuur, maar concentreerde ze zich vooral op naoorlogse experimenten in Nederlandstalige literatuur. Een aanvullende Master-na-masteropleiding kaderde haar onderzoek naar literatuur, genre en de neo-avant-garde in de recentste literatuurtheorieën, waarop ze steunt en waaraan ze een bijdrage tracht te leveren.