De Europese literatuurprijs 2022 gaat naar de Nocilla-trilogie van Agustín Fernández Mallo

01/11/2022

Tijdens het Crossing Border Festival 2022 kregen Agustín Fernández Mallo en zijn vertaler Adri Boon de Europese Literatuurprijs toegekend voor Mallo’s Nocilla-trilogie.

 

De jury van de Europese Literatuurprijs, die dit jaar bestond uit Manon Uphoff, Hans Maarten van den Brink, Martine Vosmaer, Ilja Velthuis en Fons Plukker, koos voor Mallo’s trilogie omdat die ‘een even intrigerend als fragmentarisch universum [biedt], dat stevig is geworteld in ons digitale tijdperk, kwantumfysica en de natuur’. Andere genomineerden voor de prijs waren Vang de haas van Lana Bastisic, Een geest in de keel van Doireann Ní Ghríofa, De wereld is niet stuk te krijgen van Maxim Osipov en Het geknetter in de sterren van Jón Kalman Stefánsson.

In de drie romans van Mallo staan de gevolgen van de digitale wereld centraal. Zijn trilogie bestaat uit een soort collage van verschillende verhalen over mensen en plaatsen die tonen hoe Amerika en de wereld er in dit digitale tijdperk uitzien. De boeken bevatten niet alleen een wirwar van verhalen en portretten, maar ook veel uiteenlopende tekstsoorten en stijlen. Daarom uitte de jury ook veel lof en bewondering voor vertaler Boon, die van alle verschillende elementen ook in het Nederlands een ‘ware tour de force’ maakte.

Lees hier de recensie van de Nocilla-trilogie, geschreven door Arthur Hendrikx.

 

Europese Literatuurprijs

De Europese Literatuurprijs wordt elk jaar uitgereikt aan een roman die geschreven is in een taal van een land dat behoort tot de Raad van Europa. Daarnaast gaat de prijs ook naar de Nederlandse vertaling van de roman. Volgens de organisatie van de Europese Literatuurprijs vraagt de prijs ‘specifiek aandacht voor romans uit het Europese taalgebied en benadrukt daarmee de literaire diversiteit en de culturele rijkdom van Europa’.

Ook van eerdere winnaars van de Europese Literatuurprijs kun je op ons platform kritieken en recensies lezen, zoals Meer dan een broer van David Diop, vertaald uit het Frans door Martine Woudt en voor De Reactor gerecenseerd door Joris Note.