Amsterdamse Psycho

De parvenu

Mark Schalekamp

In het persbericht bij De parvenu van debutant Mark Schalekamp schreef De Arbeiderspers dat Saskia Noort, Herman Koch en Kluun moesten oppassen, want een nieuw talent was opgestaan. In een interview met De Pers werd deze roman vlotjes vergeleken met Brett Easton Ellis’ American Psycho. De superlatieven zijn niet van de lucht terwijl het boek niet zonder slag of stoot tot stand is gekomen. Schalekamp stuurde zijn manuscript aanvankelijk naar zes uitgeverijen. Interesse was er niet: het boek was vlot geschreven, maar de verhaallijn klopte niet, het motief van het hoofdpersonage was te onduidelijk en de dialogen waren te lang. Schalekamp hield rekening met de kritiek en paste het manuscript grondig aan. Vervolgens vond hij gehoor bij De Arbeiderspers. De vraag is in welke staat de eerste versie verkeerde. Deze ‘verbeterde’ versie bestaat nog steeds uit een handvol verhaallijnen die – indien ze beter, origineler en een tikje grotesker uitgewerkt waren – heel wat potentieel hebben, maar nu nergens toe leiden.

‘Je bent gemeen!’ De bepaald niet chique handel en wandel van Hugo

Noort, Koch en Kluun zullen geen seconde hebben wakker gelegen van Schalekamps debuutroman. Maar het moet gezegd dat De parvenu net zo vlot wegleest als hun verhalen. Ook de vergelijking met American Psycho is niet geheel uit de lucht gegrepen. Bij het lezen van de proloog – die zich een vijftiental jaar vóór het eigenlijke verhaal afspeelt – rijst het vermoeden dat hoofdpersoon Hugo Stadman een nieuwe Patrick Bateman zal worden. Met de tegenzin die ‘bijbaantjes’-beoefenende pubers eigen is, werkt hij als ober bij een cateringbedrijf. Al snel wordt hij door zijn baas gewezen op zijn lage afkomst. Op de tweede bladzijde van de roman is het al duidelijk: Hugo Stadman is een worm en wormen mogen geen champagne drinken. Dat is echter buiten Hugo gerekend. Nog geen maand later wordt hij ontslagen, op staande voet, nadat hij zijn baas heeft aangevallen. Dat belooft.

Vijftien jaar later drinkt Hugo met zijn beste vriend en tennispartner Willem een glaasje. Willem is lid van het Rozengenootschap, een geheimzinnig mannenclubje dat bij het begin van elke nieuwe maan samenkomt. Hij stelt voor aan Hugo om zich kandidaat te stellen als lid. Hugo is blij als een kind, hoewel hij zelf nog niet goed weet wat het Rozengenootschap precies is. Een parvenu eigen wil hij gewoon lid worden van alles dat ook maar enigszins elitair lijkt. Hij moet voor dat lidmaatschap drie proeven doorstaan: proeven van Moed, Goeddoen en Wijsheid. Wanneer hij voor een proef slaagt, brengt Willem hem op de hoogte. Hugo wordt dus in de gaten gehouden. Alleen weet hij niet precies hoe. En dat maakt hem angstig, want wat kan het Rozengenootschap over hem te weten komen? Dat hij zijn diploma vervalste? Dat hij zijn hele leven lang al liegt, bedriegt en gokt? Dat hij nogal promiscue is en wel eens een lijntje snuift?

Het streven naar het lidmaatschap van het Rozengenootschap zet Hugo aan het denken over zijn levenswandel, die inderdaad niet keurig is. Maar dat het – zoals de cover van het boek zegt – een ‘bepaald niet chique handel en wandel’ is, is veel gezegd. Het boek heet immers De parvenu, en van een parvenu valt nu eenmaal niets anders te verwachten dan dat hij zijn eigen verleden verzint en dat hij heerlijk oppervlakkig is. Die clichés worden niet bepaald ontkracht door Schalekamp. Eerder integendeel. Hij haalt er nog wat andere clichés bij.

Zijn brevet van moed haalt hij bijvoorbeeld eerder per ongeluk. Willem gelooft dat Hugo hem het leven heeft gered. Niets is echter minder waar. Uiteraard. Maar kom. Hugo kan het nog goedmaken. Hij kan leven met die leugen, maar moet het Goeddoen en de Wijsheid wel bewijzen. Dat Goeddoen beperkt zich tot het dragen van de boodschappen van zijn oudere buurvrouwen. Op andere momenten lukt dat goeddoen hem echter niet zo best. Hij dumpt zijn vriendin Nana op de minst elegante manier:

‘Oké, Nana, je hebt gelijk, sorry,’ zeg ik, ‘we moeten praten.’
Ze ademt zwaarder.
‘Ik heb de afgelopen dagen nagedacht over ons en ik… ik vind je lief en knap, maar ik denk niet dat we bij elkaar passen. Dat zei je zelf ook al, toch?’
‘Dus het is voorbij?’
‘Ja, dat denk ik wel. Ik denk dat je beter verdient.’
‘Ga niet op die trip, alsjeblieft,’ zegt Nana.
‘Sorry.’
Ze begint te huilen. ‘Heb je me nog wat te zeggen?’ Ze wacht mijn antwoord niet af. ‘Je bent gemeen!’

Ook dit is een vreselijk cliché, maar het zou fijn zijn geweest als Schalekamp dit cliché stilistisch en inhoudelijk boven zichzelf had kunnen laten uitstijgen. Dat is echter het centrale probleem van het boek: het personage Hugo heeft te weinig body om echt interessant, intrigerend en origineel te zijn. Hugo blijft een cliché, en clichés worden pas interessant als ze groteske vormen aannemen.

De bankier op liefdespad

Hugo deugt niet, weet de lezer al snel. En die lezer weet ook dat hij dat niet op een interessante manier doet. Zelfs een sappig generatieconflict is hem niet gegund, want voordat de ruzie met zijn vader, na diens welgemeende ‘ellendeling! Snotverdoeme!’, écht kan ontsporen bekent zijn moeder dat hij het resultaat is van een slippertje dat zij ooit heeft gehad met een knappe arts. Ze geeft hem de foto.

Dit soort plotwendingen getuigen niet van bijster veel originaliteit. Het was veel interessanter geweest om hem juist wél de zoon van zijn vader te laten zijn. Dan was hij wellicht een parvenu uit overtuiging geweest, maar nu is hij haast voorbestemd als product van een one night stand tussen een verpleegster en een dokter-op-liefdespad en moet hij uit die kleinburgerlijke wereld zien te kruipen om zo zijn echte vader waardig te zijn.

Die Dokter Op Liefdespad, ik bedoel het doktersromannetje, lijkt overigens een ware bron van inspiratie te zijn geweest voor Schalekamp. Menige seksscène heeft niet alleen hetzelfde overbodige karakter, maar ook een vergelijkbare stilistische verfijning:

Wel parkeer ik ook nu de auto in een zijpad.
‘Wat ga je doen?’ vraagt Bregje, schor van het feest waar we tot vanochtend vroeg waren.
‘Niks,’ zeg ik en klik haar gordel los, zet mijn stoel naar achteren. Mijn hand heeft al tachtig kilometer op haar bovenbeen gelegen, kroop af en toe omhoog, hoog genoeg onder haar rokje om te weten dat ik wil wat zij wil.
‘Straks worden we betrapt. De jachtopziener loopt hier rond, hoor,’ zegt ze, maar ze werkt al mee met de oversteek naar mijn stoel en landt schrijlings op me, net nadat ik mijn broek heb kunnen uittrekken. Ze schuift haar onderbroekje opzij en we neuken bronstig en hard, geil van de kater.
‘Volgens mij loopt daar die boswachter,’ zeg ik, zachtjes in haar tepel bijtend en denkend aan Anna.
‘Niet waar,’ kreunt ze en we komen tegelijk klaar.

De eerste zin – een taalkundig foute verwijzing naar een fantasie van Hugo enkele paragrafen eerder – leest al even comfortabel als de seks in de auto voor Hugo en Bregje moet zijn. Gelukkig trekt het neukende koppel zich daar niks van aan. Jammer voor de lezer heeft Hugo nogal vaak seks. Niet omdat overvloedige seks in een boek als dit niet gepast zou zijn, of omdat er iets mis is met one night stands. Hugo’s rusteloosheid en zijn excelsior-instelling legitimeren dit immers perfect. Hij wil een meisje met standing en klasse vinden. Helaas maakt Schalekamp die zoektocht vervelend en eentonig, de vrijpartijen onfunctioneel. De namen van de meisjes en de plaatsen zijn volledig inwisselbaar, en hoewel domme blondjes perfect passen bij het cliché dat Hugo zelf is, overdrijft Schalekamp hier alweer niet genoeg om dat cliché te overstijgen.

Schalekamp onderschat zijn lezer. De tijd dat de decadentie en corruptie van banken, seks op de achterbank, en het snuiven van coke in een dancing choquerend waren, is voorbij. Brett Easton Ellis wist in 1991 Amerika op zijn grondvesten te doen daveren met dit soort literatuur (die uiteraard ook heel wat beter geschreven is). Schalekamp doet dat anno 2011 zeker niet met deze nogal lauwe, provinciale variant daarvan. Stadman is – zoals zijn naam al doet vermoeden – een herkauwing van Bateman. Een herkauwing die de smaak volledig heeft verloren.

Serviërs, snuiven en sm

Ook Hugo’s professionele carrière is een smakeloze herkauwing. Hugo is senior private banker bij de private bank Ratelaer Van Twist. Over de bankwereld komen we via een hoopje platitudes enkel te weten dat die corrupt en decadent is. Voor het overige put Schalekamp er wat metaforen uit om een verband te leggen met Hugo’s leven. ‘Kijk, tussen sales en dating is weinig verschil. Als je iets wil verkopen, moet je zorgen dat hetgeen je wil verkopen aantrekkelijk is.’ Schalekamp heeft niet alleen De Dokter Op Liefdespad gelezen, maar ook nog eens Flair. We kunnen enkel toejuichen dat Schalekamp ons deze tip geeft. Want kom, laten we eerlijk zijn: dat de eerste indruk belangrijk is, wisten we nog niet.

Hugo’s ontembare libido leidt er uiteindelijk toe dat hij ontslagen wordt bij Ratelaer Van Twist (niet zo goed voor zijn proef van Goeddoen en Wijsheid!). Hij heeft huizenhoge gokschulden bij de Serviër Tomoslav Bilic. Deze ex-soldaat in de oorlog met Kroatië spreekt perfect Nederlands. Gelukkig wijst Schalekamp ons af en toe op zijn afkomst door op nogal onregelmatige basis de uitspraak van ’s mans lange ij in de verf te zetten. ‘Kaik, directeurtje’ of ‘Kaik, in maain casino ben ik de bank, wordt gespeeld volgens maain regels.’ Deze beste Serviër meent het niet zo slecht met Hugo en laat hem – om zijn torenhoge schulden af te lossen – wat boekhoudkundige klusjes opknappen. Gelukkig schuilt daar meer achter. Hugo moet – met zijn kennis van financiën en de bankwereld – een beleggingsfonds in het leven roepen, het Silver Mountain Fund. Een zogenaamd piramidespel waar Hugo al jarenlang over droomt.

Ook deze verhaallijn – het opzetten van een financieel piramidespel in samenwerking met een criminele Serviër – had spannend kùnnen worden. Het Silver Mountain Fund had de lezer pas echt in een draaikolk van onheuse praktijken kunnen meeslepen. Het had hem iets meer inzicht in Hugo’s drijfveren, in zijn tomeloze drang naar macht en geld kunnen bieden. Maar ook hier gebeurt dat niet.

Door zijn praktijken voor het Silver Mountain Fund geeft Hugo zijn aspiraties om tot het Rozengenootschap toe te treden op. Hij zegt foert tegen zijn goede voornemens en gaat met zijn grof verdiende centen weer goed aan de coke en naar de hoeren. Hij snuift en neukt zichzelf letterlijk de afgrond in. Beetje bij beetje stort zijn wereld in elkaar. Zijn echte vader blijkt geen arts te zijn (de foto die zijn moeder hem als tiener gaf, was niet echt, maar kwam uit – jawel – De Dokter Op Liefdespad), maar een gokverslaafde leegloper. De mens is dus inderdaad voorbestemd. En een ongeluk komt bovendien nooit alleen. Wanneer hij bij een escortebureau een meisje bestelt dat fysiek op zijn grote geliefde Anna lijkt, stuurt men hem Angel, die daadwerkelijk Anna blijkt te zijn. De vrouw van zijn dromen is een ordinaire callgirl. Samen met zijn laatste illusie stuikt ook het Silver Mountain Fund in elkaar.

Snotverdoeme!

Wat in het interview met Schalekamp in De Pers (10 mei 2011) wordt voorgesteld als ‘een onthullende en soms schokkende roman (inclusief een SM-scène met menselijke uitwerpselen: lees door!)’, is een opeenstapeling van clichés, waar verder niets mee gebeurt. En dat is jammer, want op deze manier is het een zoveelste, alles bij elkaar erg brave roman over voorbestemming – misschien wel het grootste cliché uit het hele boek. Schalekamp kon de wereld die hij in De parvenu beschrijft aan den lijve ondervinden. Hij werkte als bankier bij Deutsche Bank en kent dus ook de decadentie van de bankwereld. Hij mist alleen het literaire talent om deze ervaringen op een verfrissende manier in een boeiende roman te verwerken.

Links

De Arbeiderspers, Amsterdam, 2011
ISBN 9789029577748
256p.

Geplaatst op 27/05/2011

Naar boven

Reacties

  1. marc thief

    De reactor heeft zijn naam niet gestolen. hij reageert. Waarom in wie of wat zijn naam is het nodig om zoveel woorden en ruimte te besteden aan een boek dat overroepen wordt? Is er dan nog plaats voor een boek dat er wel toe doet?

    Beantwoorden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.