Filosofie, Recensies

Het streven is het pad

Simone de Beauvoir. Een leven

Kate Kirkpatrick

Vroegen het leven en werk van een veelbesproken icoon als Simone de Beauvoir (1908-1986) nog om een extra biografie? Sinds Deirdre Bair de spits afbeet in 1990, hebben diverse auteurs geprobeerd een aantal aspecten van De Beauvoirs leven, denken en handelen te belichten. Ondanks die overvloed vond Kate Kirkpatrick het noodzakelijk om deze nieuwe biografie te schrijven; niet enkel om aan te vullen wat vergeten of ongeweten bleef, maar vooral om recht te zetten wat verkeerd of misleidend over De Beauvoir was geschreven en beweerd. Kirkpatrick legde de reeds bekende memoires en brieven van De Beauvoir naast heel wat nieuw beschikbaar materiaal, waaronder haar persoonlijke dagboeken en haar correspondentie met twee van haar belangrijke geliefden. Die schrijfsels werpen een nieuw en ander licht op een aantal verstarde mythes en op de weinig genuanceerde beeldvorming over de persoonlijkheid en het leven van De Beauvoir.

 

De situatie van de vrouw

Weinig denkers en auteurs zijn zo opgehemeld en verguisd als De Beauvoir. Weinigen zijn zo gereduceerd tot één werk, één quote en vooral tot één relatie. Wie De Beauvoir zei, zei Sartre. Het omgekeerde gold zelden of nooit. Zelfs bij haar dood, in 1986, stond ze in de schaduw van haar gezel. Toen hij overleed werd haar naam amper vermeld, hoe duidelijk hij zelf ook had gesteld dat haar rol in zijn leven en werk ‘essentieel en uniek’ was.

Ook decennia na de dood van De Beauvoir blijft het een hardnekkig gebruik om het leven en werk van vrouwen te betrekken op hun verhoudingen met bekende mannen. Wie hadden ze lief? Aan welke mannen hebben ze hun status te danken? De Beauvoir voelde dat minimaliserende mechanisme feilloos aan, overdacht het en klaagde het ten slotte aan, omdat ze er zelf een exemplarisch slachtoffer van was. De manier waarop critici en publiek haar werk en haar persoonlijkheid hebben ingeschat, zijn een gedroomde  case study voor de ongelijke beoordeling van de verwezenlijkingen van mannen en vrouwen.

De Beauvoir duidde het fenomeen al indirect, lang voor ze zichzelf feministe noemde, door het belang van het begrip ‘situatie’ te integreren in haar filosofisch denken. Terwijl Sartre ervan overtuigd bleef dat mensen vrij waren omdat ze ongeacht hun situatie konden kiezen hoe ze erop reageerden, stelde De Beauvoir dat er een duidelijk verschil bestond tussen de vrijheid om te kiezen en de macht om een keuze te maken in een welbepaalde feitelijke situatie. Waar Sartre de mens en zijn handelen los zag van de context waarbinnen hij of zij zich bevond, legde De Beauvoir juist een verband tussen die context en het handelen. Het is die cruciale aandacht voor situatie (en macht) die haar denken bepaalde en die leidde tot het baanbrekende werk De tweede sekse (1949).

Al in 1941 schreef De Beauvoir in haar dagboek kritisch over de objectieve en universele pretenties van haar collega-filosofen. In haar memoires tekende ze tussen de regels op dat de situatie van haar mannelijke collega’s radicaal verschilde van de hare. Op dat moment in de geschiedenis konden alleen mannen ‘normaliens’ worden, waren de beste docenten voorbehouden voor mannelijke studenten en waren mannen dus veel beter voorbereid op een academische carrière. Al op jonge leeftijd merkte ze op dat haar mening eenvoudigweg genegeerd kon worden omdat ze een vrouw was. Toch werd ze verrast door de vaststelling dat deze situatie zo wijdverbreid en hardnekkig was. ‘Hoe kan een menselijk wezen zichzelf verwezenlijken in de situatie van een vrouw?’ vroeg ze zich af in De tweede sekse – een vraag die jarenlang de tijd had gekregen om te rijpen.

Wat De tweede sekse zo origineel en controversieel maakte was vooral het cruciale begrip ‘situatie’, waarmee De Beauvoir duidelijk maakte dat ze vrouwelijkheid (en mannelijkheid, zou ze later verklaren) niet als essentie of natuurlijk gegeven beschouwde, maar als een constructie. Haar bekendste quote ‘Men wordt niet als vrouw geboren, maar men wordt vrouw’ moet in dat licht worden begrepen. ‘De vrouw is geen voltooide en vaststaande realiteit, maar in wording. En in die wording moet men haar definiëren naar haar mogelijkheden.’ Er bestond volgens De Beauvoir immers geen universele vrouwelijkheid. Ze betoogde dat het niet de biologie, noch de psychologie of de economie was die vrouwen onderwierp, maar de beschaafde wereld zelf. Die beschaafde wereld duldde haar verwijten niet en bestookte haar met neerbuigende reacties en striemende ad feminem kritiek die vandaag onaanvaardbaar zou zijn.

 

Tastbare realiteit

Kirkpatrick gaat ook in op de vraag of en in hoeverre het persoonlijk leven en de liefdes van denkers of auteurs van belang zijn om hun werk te begrijpen en grijpt de situatie en de context van De Beauvoir aan om te duiden hoe haar denken en handelen samenvloeiden, elkaar aanvulden of soms contradictorisch leken. Kirkpatricks biografie maakt duidelijk dat hoe De Beauvoir leefde en liefhad moeilijk los te zien valt van hoe ze dacht. Haar denken gaf richting aan haar verhouding tot anderen en die relaties en verbindingen waren op hun beurt van grote invloed op haar denken. De liefde en de relatie tot de ander waren dan ook belangrijke thema’s in haar werk. Ze zocht haar hele leven naar een authentieke manier van leven en liefhebben, naar een vrijheid die niet ten koste ging van de liefde, en naar liefde die niet ten koste ging van de vrijheid.

Al van jongs af aan was De Beauvoir geïnteresseerd in de filosofie van de vrijheid. Het was volgens haar mogelijk om de vrijheid te overdenken en bespreken als een abstract concept, zoals Sartre deed, die geloofde dat alle vrijheden gelijk waren. Zelf ging ze echter op zoek naar een filosofie ‘die geleefd kon worden’ en was ze het oneens met Sartre wanneer hij stelde dat vrijheid onbegrensd was. In haar denken en schrijven werden de menselijke keuzes begrensd door de keuzes van anderen en diende ieder mens waarde te hechten aan de vrijheid van anderen.

Die aandacht voor de menselijke relaties en de literaire vorm die ze bewust verkoos, leverden haar de minachting en de hoon op van mannelijke critici. Liefde was geen ernstig thema, klonk het, en de roman was geen ernstig format voor intellectueel denken. Zelf koos ze bewust voor de literatuur vanuit een oprechte drang naar waarachtigheid – een streven dat ze onder meer weerspiegeld zag in het werk van Virginia Woolf, die de kloof tussen literatuur en leven wilde dichten. Ze wilde dat haar werk ‘de tastbare realiteit’ uitdrukte en koos voor de roman omdat de literatuur ons ‘denkbeeldige ervaringen geeft die even compleet en verontrustend zijn als geleefde ervaringen’. De Beauvoir praktiseerde de filosofie als leidraad voor het leven zelf. Zodoende overschreed ze de grenzen tussen het persoonlijke, het filosofische en (in haar latere werk) het politieke. Om die onorthodoxe en hybride manier van denken en schrijven werd ze evenzeer verketterd als geprezen.

Hoe vernieuwend en origineel haar werk ook was, toch werd ten onrechte gedacht dat zij het gros van haar ideeën bij Sartre haalde. Nochtans was het De Beauvoir die al in haar studententijd geprikkeld was door het begrip vrijheid en het menselijk verlangen naar betekenis. Haar antwoord op de vraag of er een transcendente factor nodig was om vrij en zinvol te leven vertaalde ze al vroeg in een essay, een roman en een theatertekst, terwijl het transcendente bij Sartre pas later tot uiting kwam. Toch raakte hij in haar plaats bekend als pionier van de ethiek van het existentialisme.

 

Eigenzinnig

In de ogen van de wereld waren Sartre en De Beauvoir één: hij het hoofd, zij het hart. Haar intellectuele verdiensten werden gereduceerd en gerelativeerd, alsof zij geen existentialistische essays had geschreven die veel zorgvuldiger overwogen en opgebouwd waren dan die van Sartre. Haar bijnamen ‘la grande Sartreuse’ en ‘Notre Dame de Sartre’ ontkenden haar originaliteit en talent en deden uitschijnen dat zij exclusief voor hem leefde.

Ook van die mythe laat Kate Kirkpatrick weinig overeind. Het ‘pact’ tussen De Beauvoir en Sartre bleef levenslang overeind, hun liefde was standvastig en loyaal, maar veel minder romantisch dan gedacht. Beiden beleefden in de loop van hun leven vele liefdesrelaties, de ene al inniger dan de andere. De Beauvoir had Sartre nodig als intellectuele sparringpartner, als inspirator en motivator, maar hun emotionele en seksuele relatie was beperkt en van weinig belang. Zij was zijn klankbord en zijn geprefereerde redacteur, maar haar invloed op zijn werk ging veel verder. Hij was een briljant denker, maar zij dacht voor zichzelf en volgde eigenzinnig haar eigen pad. Hij oogstte wereldfaam met zijn werk en zijn intellectuele impact was onmiskenbaar, maar het was vooral De Beauvoir die met haar ideeën de samenleving door elkaar schudde en hertekende, als denker, als schrijver en als activist.

De beeldvorming rond het iconische stel werd mede in stand gehouden door De Beauvoir zelf, die zorgvuldig koos welke aspecten van haar privéleven ze onthulde en welke ze voor zichzelf hield. Die keuze leverde haar het etiket ‘ambigu’ op. Ze zou de beschamende passages uit haar leven bewust hebben verzwegen om zichzelf beter en waarachtiger voor te doen dan ze was. Ook deze these wordt door Kirkpatrick genuanceerd. In het leven en denken van De Beauvoir was eerlijkheid een poging. Het streven zelf was het pad, niet het einddoel. Haar dagboeken toonden dat wat ze verzweeg vaak van groot belang was in haar leven, en de redenen om die elementen voor zichzelf te houden waren divers en complex. Ook wie naar waarachtigheid streeft kent schaamte, angst en mededogen. De existentalisten, waartoe De Beauvoir werd gerekend, zouden beroemd worden om hun slogan ‘de mens is de som van zijn daden’.

De Beauvoir was zelf niet altijd even trots op haar daden en slaagde er niet in om haar eigen ethische normen consequent toe te passen. Tussen haar beschrijving van de verantwoordelijkheid ten opzichte van de ander en de schade die ze anderen berokkende door gulzig lief te hebben, gaapte soms een diepe kloof. Al laat Kirkpatrick niet na subtiel op te tekenen dat Sartre voor zijn gelijkaardige levenswandel veel minder streng werd afgestraft.

De vraag is waarom we haar die persoonlijke dwalingen zouden aanrekenen. Zij was ons immers geen perfectie verschuldigd. Simone de Beauvoir streefde geen heldendom of voorbeeldrol na; het was niet haar intentie om voor te leven. Ze wilde vooral leven, met alle rommelige vergissingen die bij dat leven horen. Ze nam de vrijheid om ongeremd lief te hebben, te verlangen, te drinken, te reizen, te exploreren, te werken en te leren; een moedige vrijheid met consequenties die ze recht in de ogen durfde te kijken en waarvoor ze nooit excuses heeft gezocht.

Recensie: Simone de Beauvoir. Een leven van Kate Kirkpatrick door Bieke Purnelle

Ten Have, Utrecht, 2020
Vertaald door: Karl van Klaveren, Indra Nathoe en Michel Meynen
ISBN 9789025907693
495p.

Geplaatst op 10/06/2020

Tags: Alice in Wonderland, Biografie, De tweede sekse, Feminisme, Jean-Paul Sartre, Kate Kirkpatrick, Simone de Beauvoir

Categorie: Filosofie, Recensies

Naar boven

Reacties

  1. Annabel De Ridder

    Ik heb verschillende boeken van de Beauvoir gelezen toen ik 35 jaar was . Die hebben mijn ogen , geest en hart geopend . Ik denk daar na 30 jaar nog dikwijls met veel liefde aan en ik denk dat ik veel geluk had haar te hebben leren kennen .

    Beantwoorden

  2. Hedzer

    En weer wordt niet de biografie gerecenseerd maar de hoofdpersoon ervan. Waarom? Ik zie dit merkwaardige fenomeen steeds meer in de literatuurkritiek.
    Wie de Beauvoir was, lees ik in de biografie. Hoe haar leven is beschreven door de biograaf, daar wil ik graag een beoordeling over lezen.

    Beantwoorden

  3. Joke van Overbruggen

    Hedzer,

    Ik begrijp uw opmerking.
    Lees de recensie van deze biografie op “biografieportaal”. Die recensie is met andere ogen geschreven

    Beantwoorden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.