Non-fictie, Recensies

Liefde is wat liefde doet

Alles over liefde

bell hooks (vert. Jenny Mijnhijmer)

Op de achterflap van Alles over liefde wordt bell hooks ‘een feministisch icoon’ genoemd. En dat was ze zeker. Deze Amerikaanse hoogleraar en activiste schreef tegen de veertig boeken, waarvan All About Love uit 2001 een absolute bestseller is. Er zijn wereldwijd al meer dan een miljoen exemplaren van verkocht, en nu is er dus ook een heel goede Nederlandse vertaling van Jenny Mijnhijmer. Boeken over liefde verkopen altijd als warme broodjes, maar in dit geval zijn er aanwijzingen dat het boek ook écht gelezen en nageleefd wordt. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de wonderlijke documentaire The Feminist on Cellblock Y (Gayles, 2018) waarin de jonge gedetineerde Richie Reseda zijn celgenoten in een Californische gevangenis inwijdt in de lessen die hij van bell hooks geleerd heeft. Reseda kent het werk dankzij zijn toenmalige partner, en hij deed duidelijk zijn voordeel met wat hooks vertelt over liefde, of beter over de liefdeloosheid die gepromoot wordt door valse beelden van mannelijkheid. Hij putte vooral uit The Will to Change. Men, Masculinity and Love uit 2004 maar ook in All About Love, zoals eigenlijk in haar hele oeuvre, beschrijft hooks de liefde vanuit een genderperspectief.

Wanneer zullen heteroseksuele relaties eindelijk lukken, verzucht ze meermaals in Alles over liefde, een boek dat lessen over liefde ent op hooks’ persoonlijke ervaringen. Ze beschrijft openhartig de verschillende manieren waarop haar romantische relaties niet slaagden in het bereiken van liefde. Haar eerste lange relatie was met een lieve, niet-dominante man, die van zijn vrouw dezelfde onvoorwaardelijke liefde verwachtte als die hij van zijn moeder kreeg. Een patriarchale logica kan zich dus op verscheidene manieren uiten, vaak subtieler dan in het stereotype van de agressieve dominerende jaloerse echtgenoot. De ‘man-child’ is zo’n uiting, maar veel meer voorkomend nog is de man die het ideaal van stoer-zijn zodanig geïnternaliseerd heeft dat die verleerd heeft om eerlijk te zijn over zijn emoties. hooks veroordeelt dit in scherpe bewoordingen : ‘Terwijl er veel maatschappelijke aandacht is voor huiselijk geweld en vrijwel iedereen het eens is dat mannen vrouwen niet mogen slaan om ons ondergeschikt te maken, gebruiken de meesten van hen psychologisch geweld voor hetzelfde doel. Het is een sociaal geaccepteerde vorm van dwang. En liegen is een van de krachtigste wapens in het arsenaal.’ Of liegen in intieme relaties zo algemeen geaccepteerd is als hooks schrijft, durf ik te betwijfelen; evenzeer twijfel ik aan de aanname dat mannen meer geneigd zijn tot liegen dan vrouwen. Maar in haar evaluatie volg ik hooks wel: ‘Wanneer mannen tegen vrouwen liegen en een vals zelf laten zien, is de verschrikkelijke prijs die ze betalen om ‘macht over’ ons te behouden het verlies van hun vermogen om liefde te geven en te ontvangen.’ Wie liegt ontneemt zichzelf de kans om liefde te leren kennen. En, voegt hooks toe, vrouwen moeten niet toelaten dat hun mannen tegen hen liegen, evenmin als ze dat van hun kinderen bijvoorbeeld zouden verdragen. Zo ziet hooks toch nog een gedeelde verantwoordelijkheid in het loskomen van de seksistische stereotypering die liefde in de weg staat.

 

Genegenheid en zorg volstaan niet

Een narcistische man, een gewelddadige man, een man die zich als een kind gedroeg … voor hooks was het helend en verrijkend om al die relaties van haar te analyseren én te verbinden met haar kindertijd. Dat hooks haar ouders ervaren heeft als mensen die wel voor haar zorgden maar niet van haar hielden, heeft haar leven sterk bepaald. Ze heeft haar geboortenaam Gloria Watkins vervangen door een auteursnaam die verwijst naar een overgrootmoeder. Ze noemt het gezin waarin ze opgroeide disfunctioneel, en de relatie tussen haar en haar ouders liefdeloos, al blijft ze haar leven lang wel investeren in de band met haar moeder. Men hoeft uiteraard geen relatietherapeut of psycholoog te zijn om over de eigen liefdesrelaties te kunnen schrijven. Maar het voelt voor mij amateuristisch aan wanneer hooks zich ook waagt aan het analyseren van de psyche van anderen. Met zijn affaire stuurde Bill Clinton volgens hooks aan op een publieke vernedering om zijn laag zelfbeeld te bevestigen. En enkele hoofdstukken later beticht ze Monica Lewinsky van hebzucht omdat ze de affaire wil verkopen als een liefdesverhaal om er snel geld en roem mee te verdienen. Concrete voorbeelden maken haar boodschap natuurlijk didactisch sterker, maar het gebruik van fictieve figuren uit literatuur of films had mij minder tegen de borst gestuit dan dit gratuite analyseren van mensen die ze nooit gesproken heeft.

Dat hooks een onderscheid maakt tussen liefde en zorg is interessant. Als kind ontving ze veel genegenheid en zorg van haar ouders, en dat maakte het volgens haar zo moeilijk om te durven erkennen dat ze liefde ontbeerde. Als volwassene maakte zij op haar beurt haar romantische relaties zo zorgzaam dat het gebrek aan liefde verhuld werd. Liefde is meer dan zorg, en door liefde ondefinieerbaar te noemen richten we veel schade aan, zegt hooks stellig. In haar definitie is liefde de wil om bij te dragen aan de spirituele groei van het zelf en de ander, de beginselen van de liefdesethiek zijn zorgzaamheid, respect, verantwoordelijkheid, integriteit en de wil om samen te werken. Met deze definitie omvat liefde een breed palet aan intieme relaties: ‘er is geen liefde speciaal gereserveerd voor romantische partners’. Alles over liefde gaat zowel over vriendschap, ouder-kindliefde, romantische liefde als naastenliefde. Het trof me als een ontroerend biografisch reliek dat hooks benadrukt hoe belangrijk vriendschap is voor een kind. Voor haarzelf was het ongetwijfeld een vluchtroute om liefde te leren kennen, en ze veralgemeent dat tot: ‘Vriendschap biedt voor de meesten van ons voor het eerst de gelegenheid om een glimp op te vangen van bevrijdende liefde.’ Hiermee lijkt ze in hokjes te denken over intieme relaties, wat bevestigd wordt door haar aanmaning dat vrouwen de relaties met hun vriendinnen niet mogen verwaarlozen, omdat ook de intieme banden met hun romantische partners sterker zullen worden als ze hun vriendschappen cultiveren. Volwassen kinderen die hun moeder of vader hun beste vriend(in) noemen of romantische partners die elkaars beste vrienden zijn, worden door hooks niet genoemd in het boek, allicht omdat zij deze hybride relaties nooit aan den lijve ervaren heeft.

In The Bluest Eye noemt Toni Morrison, over wie hooks haar proefschrift schreef, romantische liefde ‘een van de meest destructieve ideeën in de geschiedenis van de mensheid’. Volgens hooks kunnen we daar wat aan veranderen als we liefde leren zien als een activiteit. Liefde is wat liefde doet, en we kunnen dus oefenen zodat we er beter in worden. Voor sommigen betekent dat dat ze guller moeten zijn met hun tijd, hun aandacht, hun bezittingen. Voor anderen – hooks noemt specifiek heteroseksuele vrouwen – is het net belangrijk dat ze hun toewijding insnoeren en hun eigen leven durven leiden bevrijd van redderscomplexen. Een universele handleiding geeft hooks (uiteraard) niet, maar ze overtuigt nog steeds met haar analyse van de fantasie waarin mensen ook vandaag nog blijven investeren: de idee dat romantische liefde gesymboliseerd kan worden door een bliksemschicht. Alsof je buiten je wil om getroffen wordt door een gevoel dat een diepe connectie en moeiteloze verbinding met een andere mens tot stand brengt. Zo werkt liefde niet. Liefde is een daad van wilskracht, van kiezen, ‘we vallen er niet in’ (hier botst de vertaler op een onvertaalbaarheid omdat we in het Nederlands over twee woorden beschikken, liefde en verliefdheid, terwijl het Engelse ‘to fall in love’ ook talig de misleiding weerspiegelt die hooks doorprikt).

 

Een samenleving heeft liefde nodig

Wat Alles over liefde anders maakt dan het klassieke zelfhulpboek, zoals bijvoorbeeld het veelvuldig geciteerde Mannen komen van mars, vrouwen van venus van John Gray, is dat de psychologische analyses worden afgewisseld met stevige stukken cultuurkritiek. Al in de openingszinnen van het boek noemt hooks deze interesses van haar in één adem: ‘Het feit dat ons land zich afkeert van de liefde voel ik even intens als het wegvallen van liefde in mijn jeugd.’ Een maatschappelijke oriëntatie beschouwt ze als essentieel voor een liefdevol leven. Het is voor haar de reden om de liefde van wat ze ‘new age zelfzorg’ noemt te verwerpen. New age zelfzorg vernauwt liefde tot een manier om levensvreugde te ervaren en zelf gelukkiger te worden. Een dergelijke ‘opkomst van de ik-cultuur’ leidt tot spirituele leegte en dat is volgens hooks dan weer de voedingsbodem voor overconsumptie, terwijl ze tegelijk ook een uitleg geeft die de onderbouw en de bovenbouw omdraait: de VS is in de val gelopen van het pathologisch narcisme na de wereldoorlogen en de economische bloei in de nasleep ervan. Hoe de causale relatie ook gaat, ze vindt de hebzucht en de koopzucht een ware nachtmerrie voor de liefde. In 2001 al noemde ze de tijden gevaarlijk, omdat rijk worden het ultieme levensdoel was van vele mensen. In 2025 is dit alleen maar erger geworden – hooks heeft de opkomst van iemand als Trump voorspeld. Wat kunnen we doen om macht en rijkdom te laten buigen voor de liefde? Haar advies is even eenvoudig als misschien ook naïef: we moeten leiders kiezen die eerlijk zijn, we moeten ons verzetten tegen hebzucht, we moeten recycleren uit respect voor het leven … ‘Love is resistance’ stond op een spandoek op de protestmars tegen het geweld in Gaza (op 15 juni 2025). Verzet tegen onrecht een gebaar van liefde noemen…bell hooks had goedkeurend geknikt.

In 2001 neemt hooks om zich heen een cultuur van liefdeloosheid waar. Ze noemt de jongerencultuur van de VS cynisch en vindt het veelzeggend dat liedjestitels zoals ‘All you need is love’ (The Beatles) vervangen zijn door ‘what’s love got to do with it’ (Tina Turner). Wanneer ze in toespraken de rol van liefde in de strijd voor sociale rechtvaardigheid benadrukt, reageren de jongeren in het publiek geërgerd. Haar gespeelde onschuldige verbazing daarover ergert mij dan weer een beetje, want misschien hebben die jongeren best wel betere redenen dan het cynisme dat hooks hen toeschrijft. Hoe inspirerend haar boeken ook zijn, in het echte leven moet hooks toch vaak ook ergernis hebben opgewekt, stel ik me voor. Ze beschrijft hoe haar vrienden nerveus reageren wanneer hooks meedeelt dat ze naar haar gevoel niet genoeg liefde ontvangt. Zij klopt zich op de borst dat zij uit liefde steeds de waarheid spreekt tegenover haar vrienden, wat bijvoorbeeld ook betekent dat ze het empathisch meedeelt wanneer ze hun cadeaus niet leuk vindt. Ze schrijft hoe liefde haar de kracht gaf om een collega die een venijnige recensie over haar boeken had geschreven te vergeven (zonder die collega of diens recensies een stem te geven in het boek). Ze geeft meerdere voorbeelden van hoe ze al dan niet gevraagd advies geeft aan vrienden over hoe ze hun kinderen liefdevol moeten opvoeden. hooks weet wat liefde is, dus ze weet ook wanneer haar ouders, haar partners, haar collega’s of haar vrienden niet liefdevol genoeg omgaan met haar (of met elkaar) en ze wijst hen daarop.

 

Liefde als bron van activisme

Nog los van hoe arrogant overtuigd ze was van haar gelijk in het echte leven, op papier vergt het moed om liefde niet klef te vinden en om liefde openlijk te belijden als een kracht die onze samenleving nodig heeft om te kunnen strijden tegen sociaal onrecht, geweld, bedrog, egoïsme. Ik denk overigens dat de hedendaagse emancipatiebewegingen de liefde veel openlijker erkennen als motor van verandering dan de jongeren uit hooks’ tijd over wie ze zich beklaagt. Lotte Spreeuwenberg bijvoorbeeld schreef Liefde en revolutie (Letterwerk, 2021), waarin ze, weliswaar geïnspireerd door hooks, zeker geen minderheidsmening meer vertolkt over de energie die klimaat- en andere activisten kunnen halen uit liefde voor de wereld.

Op het einde van Alles over liefde wordt duidelijk dat het geloof een grote rol speelt in de manier waarop hooks liefde beleeft en vormgeeft. Ze mediteert en bidt, en noemt zichzelf een christen-boeddhist. Ze gelooft dat God liefde is, en ze ziet de Anonymous Alcoholics (een groep geworteld in het protestantisme) als het bewijs dat genezingsprocessen plaatsvinden in een gemeenschap met gelijkgestemden of met de goddelijke geest. In de laatste twee hoofdstukken (over genezing en gemeenschap, en over de betekenis van engelen) stapt hooks overduidelijk in de voetsporen van grote Amerikaanse burgerrechtenstrijders zoals Martin Luther King die ook kracht haalden uit hun geloof. Maar het activisme van een Greta Thunberg, van Extinction Rebellion, van Black Lives Matter of van de metoo-beweging bevat zelden tot nooit een referentie aan goddelijke liefde. De theoretische fundering van het boek was sterker geweest als hooks duidelijker had uitgelegd of zij het geloof als essentieel beschouwt voor de transformerende kracht van liefde. C.S Lewis, bijvoorbeeld, bepleit in zijn boek The Four Loves (1960) veel uitgesprokener de noodzaak aan een goddelijke liefde als corrigerend ideaal van onvermijdelijk imperfecte liefdes tussen mensen.

Doordat hooks dit niet doet, spreekt haar boek een breed publiek aan. Veel mensen halen iets uit Alles over liefde, al zal dat voor iedereen iets anders zijn: zelfinzicht, relatietherapie, motivatie om te blijven strijden tegen onrecht, bevestiging van het geloof. Dat één boek zo veel verschillende mensen in zo veel culturen over de hele wereld aanspreekt, is een ongelooflijk knappe prestatie. De golf aan inspiratie kan nu ook in het Nederlandse taalgebied verder aanzwellen.

 

De Geus, 2025
Vertaald door: Jenny Mijnhijmer
ISBN 9789044547702
240p.

Geplaatst op 01/07/2025

Tags: Alles over liefde, bell hooks

Categorie: Non-fictie, Recensies

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.