Essays

[Rede voor de Dag van de Literatuurkritiek] Onbekend? Onbemind?

Tijdens de vierde editie van de Dag van de Literatuurkritiek, op 7 november 2019 in Amsterdam, spraken zes auteurs korte statements uit over het literatuuronderwijs. Hokjes en hoe we die kunnen openbreken vormden deze keer de rode draad. Deze nascholingsdag voor docenten Nederlands in het middelbaar onderwijs is een samenwerking tussen deBuren en De Reactor. Matijs Lips zette in zijn statement uiteen hoe we de aandacht van de leerling kunnen terughacken.

Het schone van lezen is dat er geen voorbereidingen getroffen hoeven worden voor het aanvangen van de activiteit.

  • Je hoeft geen scheenbeschermers om te doen.
  • Je hoeft geen stretchoefeningen uit te voeren, of andere warming-upachtige activiteiten te ondernemen.
  • Je hoeft geen sociaal praatje te maken met de man of vrouw naast je in de kleedkamer.
  • En nee, je hoeft geen veld, zaal of andere ruimte te reserveren waarbinnen het spel gespeeld kan worden.

Lezen kun je praktisch overal, hoewel, onderwaterlezen lijkt mij toch een moeilijke exercitie. Overigens begreep ik dat de nieuwste iPhones allemaal waterbestendig zijn, wat inhoudt dat je het toestel maximaal dertig minuten kunt onderdompelen in water van maximaal één meter diep. Binnenkort kan er dus ook onderwater gelezen worden. Stel je eens voor: De Kleine Zeemeermin onder water lezen. Hoe spannend is dat! Daar kan geen virtual reality-bril aan tippen, toch?

Heb je dit sprookje weleens aan je leerlingen verteld? Nee?

Het idee om De Kleine Zeemeermin onderwater te lezen, komt bij hen niet naar boven drijven, als ze het verhaal al zouden kennen. Zij denken er bijvoorbeeld ook niet aan een uitstapje naar Vaals te maken om daar in het Griekse eethuis Troje de Ilias te lezen. Die gedachten vormen een exponent van mijn denkwereld en bestaan daarom voor mij. Het hokje ‘boeken lezen’ staat bij mij in verbinding met een heel ander netwerk aan woorden en associaties. Nooit vergeet ik het weemoedige gevoel dat ik kreeg toen ik De avonden las in een rustruimte van het saunacomplex De Veluwse Bron, terwijl mijn vrouw een zonnebankje pakte om zich winterproof te maken. Ja, u hoort het goed!

De belevingswereld van leerlingen, de Platoonse grot waarin zijn bivakkeren, is doorgaans omringd met gedaanten als Enzo Knol, de jongens van Stuk TV, Mindcraft-achtige figuranten en personages uit Netflix-series als 13 Reasons Why of Vis à Vis. Geketend en vol bewondering zien onze scholieren dagelijks deze digitale helden geprojecteerd via de mainstreammedia en geloof mij: er zijn bosjes met pubers die zonder enige moeite drie uur willen wachten om Anna Nooshin te vertellen hoe fantastisch zij wel niet is en hoe haar weekvlog iedere keer weer weet te verrassen.

Deze personages, die net als in de allegorie van Plato als schaduwen voor onze leerlingen verschijnen, oefenen iedere dag met heel veel succes invloed uit op onze jongelingen. Ze prikkelen de verbeeldingskracht, tonen hoe ze zich qua karakter ontwikkelen en weten hoe ze hun eigen leven spannend moeten presenteren. Eigenlijk hebben we geen boeken meer nodig, want in hoeverre tellen woorden nog in een wereld die gedomineerd wordt door beelden?

En knip maar eens die ketenen van je zombieleerlingen door, pak ze bij de hand en leid ze uit de grot naar de wereld van het geschreven woord en u zult zien, deze voor hen onbekende omgeving is als de doos van Pandora, waarin alle woorden die met pijn en leed in verbinding staan, zullen worden aangesproken. Meestal vertaalt zich dit in vaste uitdrukkingen als:

  • Wat ontzettend saai is dit, zeg!
  • Maar het is helemaal niet spannend!
  • Ik begrijp er helemaal niets van!
  • #zucht #ikwildood #gaaaaap

Dergelijke uitingen zijn voor mij dagelijkse praktijk. En misschien is het voor u ook herkenbaar. Maar kunnen we ze dit kwalijk nemen?

De wereld die Reve schetst in De avonden, waar vader, moeder en zoon gezellig in de woonkamer een boek of krant lezen, is niet meer. In plaats daarvan zit men eindeloos te scrollen op de telefoon of speelt men spelletjes als Candy Crush of Hay Day op de iPad en dan niet alleen de jongelingen, nee, soms zijn de ouders het fanatiekst in het scoren van punten, privileges of andersoortige erkenning.

Ik las onlangs een artikel in NRC over Nir Eyal. Hij is grondlegger van het Hook-model en weet als geen ander hoe je mensen verslingerd moet maken aan je product. Eerst hielp hij appmakers om hun apps zo verslavend mogelijk te maken en onlangs heeft hij een boek geschreven met tips hoe mensen zich daartegen kunnen wapenen.

Kortom, de wereld is één grote kermisattractie geworden waarin we elkaar helemaal gek maken zonder dat we eigenlijk doorhebben in welke leegte we ons bevinden. Nietzsche zou zeggen dat we ons als dwaze schapen helemaal lamslaan op de kop-van-jut en dat we omringd zijn door bergketens met gesluierde mistbanken die datgene waar het werkelijk om draait maskeren.

Volgens Eyal wordt het tijd dat we onze aandacht terughacken en ik zou daaraan willen toevoegen dat we de aandacht van de leerling terughacken. Het wordt tijd dat de leerling het boek weer oppakt. Henk Pröpper vatte het in de Volkskrant van 25 oktober mooi samen: ‘Maak lezen tot een missie van dit land’.

Geplaatst op 13/02/2020

Tags: 2019, De Dag van de Literatuurkritiek, Literatuurkritiek, literatuuronderwijs, matijs lips

Categorie: Essays

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.