roman, Signalement

Een stilte waarin de toekomst geboren kan worden

Waar gezongen wordt

Shula Tas

In Waar gezongen wordt (2022) van Shula Tas vindt de gelijknamige hoofdpersoon Shula tijdens het opruimen van haar zolder een oude pagina bladmuziek. De naam van haar oma staat erop. Net als voor Shula was muziek voor haar oma lang geleden heel belangrijk; en net als bij Shula lijkt die passie bij haar oma, die tijdens de Tweede Wereldoorlog een concentratiekamp overleefde, van de ene op de andere dag voorbij te zijn gegaan:

Mijn oma zong in het kamp om te troosten, om te verbinden. Om te leven. Maar zij is óók op een dag gestopt. Waarom? Als we ooit geraakt werden door dezelfde betovering, komt onze stilte dan ook uit hetzelfde vat?

Wat als je als veelbelovend conservatoriumstudent, na jarenlang te hebben opgetreden en een leven te hebben geleid waarin muziek het ritme bepaalt, ineens stopt met zingen? In Waar gezongen wordt gaat Shula Tas op zoek naar een antwoord op deze vraag.

Het verhaal opent met twee ogenschijnlijk kleine gebeurtenissen. De eerste is de vraag die Mina, Shula’s onderbuurvrouw, haar op een middag stelt: ‘Waarom zing je eigenlijk niet meer?’ Een week later vraagt haar partner V., die een paar maanden geleden bij Shula is komen wonen, haar of zij binnenkort de zolder wil opruimen, zodat hij zijn laatste spullen kan verhuizen. In korte, fragmentarische hoofdstukken ruimt Shula vervolgens haar zolder op. Ieder hoofdstuk is een nieuwe doos en iedere doos is een nieuw verhaal, een nieuw stukje uit haar verleden én een nieuw puzzelstukje in haar zoektocht naar haar eigen stem.

Tijdens die zoektocht krijgt de lezer inkijkjes in een Joodse familiegeschiedenis. Shula verloor in het tweede jaar van haar studie haar vader en twee jaar later haar moeder. Kort daarop deed ze eindexamen, en dat was de laatste keer dat ze zong. Zoals de aanwezigheid van muziek een rode draad was in Shula’s leven voordat ze stopte met zingen, zo is juist de afwezigheid van muziek een rode draad in de roman: muziek geeft het verhaal eenheid. In een staccato en sobere stijl, die goed past bij een verhaal waaruit alle muziek is verdwenen, ontvouwen zich naar aanleiding van Mina’s vraag overpeinzingen over de betekenis van muziek in Shula’s leven, in het leven van haar voorouders, en in de verbinding tussen die twee levens, die Shula is kwijtgeraakt:

Als een rode draad mij zou verbinden met alle generaties voor en na mij, dan zou die op dit moment alleen bestaan uit een klein, rood puntje. Een gênant klein, eenzaam stipje in de eeuwigheid. Een losse noot op een verder lege partituur. Een lied zonder begin en zonder einde, zwevend in een vacuüm van tijd.

Op zolder heeft Shula alle spullen van haar ouders opgeslagen. Na de dood van haar moeder stopte ze de zolder helemaal vol met dozen en kwam er daarna nooit meer – omdat de zolder zo vol is dat er geen ruimte meer is om te staan, maar ook omdat Shula zich geen raad weet met de spullen. Nu wordt de zolder doos na doos, stapel na stapel opgeruimd. De voorwerpen brengen Shula terug naar het leven van haar ouders tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze roepen vragen op over thuiszijn, over rouw, over afstand overbruggen tussen heden en verleden en tussen ouders en hun kinderen, en over de schaamte die (migranten)kinderen voelen voor hun ouders. ‘De ouders verkeren in hun eigen sociale omgeving en merken niet op hoe raar ze zich gedragen ten opzichte van hun nieuwe wereld. Die andere wereld. Hun kind ziet dat des te meer.’ Maar de spullen roepen ook vragen op over schaamte voor de eigen identiteit in die nieuwe, andere wereld:

Ik schaam me voor mijn Joods-zijn. Voor mijn niet Joods genoeg zijn. Ik schaam me voor de oorlog en dat ik daarmee bezig ben. […] Ik schaam me voor mijn verhaal. Ik schaam me ervoor dat mijn vader niet is weggevlucht en in een kamp terechtkwam. Ik schaam me te veel om ergens bij te horen. Ik schaam me dat ik nergens bij hoor. Ik schaam me voor mijn stilte.

De spullen van V. staan in de gehuurde opslag te wachten tot Shula er klaar voor is om ruimte te maken voor haar nieuwe leven. Ze voelt door het uitzoeken, selecteren en weggooien steeds meer dat ze er klaar voor is om een nieuw pad in te slaan – ze zoekt een verbinding met het verleden en krijgt het langzaam maar zeker voor elkaar om ook een weg te bouwen naar de toekomst.

Het verhaal wordt zoals gezegd gestuurd door weinig bijzondere gebeurtenissen, maar bij herlezing valt het op dat al die thema’s voortdurend aanwezig zijn en dat ieder detail vol met betekenis zit. Shula stelt graag de afwas uit zoals ze het opruimen van de zolder eindeloos heeft uitgesteld; ze stoot haar teen aan een doos op de volgepropte zolder zoals ze continu aanloopt tegen al die vragen die ze heeft over haar verleden; als Shula haar hond uitlaat draagt ze een koptelefoon ‘waarvan de draad nergens aan is verbonden’, zoals zijzelf zich door het verlies van haar ouders nergens aan verbonden voelt.

Ik heb vaak geprobeerd om me te verbinden met het land van mijn vader. […] Ik heb voor verschillende deuren gestaan, op het punt om aan te kloppen bij zijn verleden. In de hoop een tunnel terug de tijd in te vinden.

Die tunnel terug in de tijd probeert Shula tevergeefs te vinden door de vroegere praktijkruimte van haar vader in te lopen; in gesprekken over het Jodendom tijdens een etentje met haar broertje; in een bezoek aan een synagoge – Shula voelt zich er gedesoriënteerd, kent de liederen die gezongen worden niet. ‘Een deur is geen tijdmachine. Het is gewoon een deur.’

De zoektocht naar het verleden veroorzaakt ruis, terwijl Shula zoekt naar haar eigen muziek – en misschien ook juist wel naar haar eigen stilte. Die vindt ze niet in de dozen zelf, maar wél in het uitzoeken van al die dozen, en in het loslaten ervan. De manier waarop in het slot van de roman de taal poëtischer lijkt te worden, precies op het moment dat Shula haar muziek voorzichtig weer durft toe te laten in haar leven, maakt van Waar gezongen wordt een mooi sluitend geheel, waarin iedere gebeurtenis belangrijk is.

 

Een signalement van Waar gezongen wordt door Shula Tas, door Tessa van den Heuvel.

Podium, Amsterdam, 2022
ISBN 9789463810012
141p.

Geplaatst op 19/12/2022

Tags: De Tweede Wereldoorlog, Jodendom, Muziek

Categorie: roman, Signalement

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.