Proza, Signalement

De hoeken van het huis

De hoeken van het hart

Françoise Sagan

‘[T]he house is a symbolic body for the family’, schreef de Amerikaanse bedrijfswetenschapper Russell W. Belk in het artikel ‘Possessions and the extended self’ (1988). Tegenwoordig brengen we veel tijd binnenshuis door tussen de objecten die we over de jaren hebben verzameld en in het gezelschap van familie of huisgenoten. De roman De hoeken van het hart (2020) van de Franse auteur Françoise Sagan schetst een situatie waarin zowel gezelschap als objecten misplaatst lijken te zijn. In dit geval symboliseert het huis echter niet enkel de familie, maar ook de roman zelf in al zijn rommeligheid.

De hoeken van het hart, de vertaling van Les quatre coins du coeur (2019) door Saskia Taggenbrock en Martine Woudt, is vijftien jaar na het overlijden van Françoise Sagan uitgegeven. Sagan ontving faam toen ze op haar achttiende debuteerde met de roman Bonjour tristesse (1954), die later ook verfilmd werd. In haar ‘saganeske’ schrijfstijl omschrijft ze op ironische en schaamteloze wijze vaak de bourgeoisie van Frankrijk, waartoe ook zijzelf behoorde.

Na haar overlijden werd haar literaire erfenis nagelaten aan haar zoon Denis Westhoff. In het voorwoord van De hoeken van het hart beschrijft hij hoe het originele manuscript bij hem terechtkwam: ‘De roman, hoewel dun, werd slechts bijeengehouden door een plastic ringband’. Het manuscript, bestaande uit twee delen, bevond zich in onaffe staat en de meermaals gekopieerde tekst bevatte doorhalingen en opmerkingen. Het was een warboel van tekst en paratekst, waardoor moeilijk te onderscheiden was wat tot het eigenlijke verhaal behoorde. Het is überhaupt niet zeker of Sagan het manuscript ooit bedoeld had voor romanpublicatie. Uiteindelijk nam Westhoff zelf de taak op zich om het manuscript te herschrijven, waarvan deze roman het uiteindelijke product is: volgens hem ‘een weliswaar onvolmaakt, maar toch essentieel onderdeel’ van Sagans oeuvre.

De roman draait om de bourgeoisiefamilie Cresson en speelt zich bijna uitsluitend af in hun buitenhuis ‘La Cressonade’ in de buurt van de Franse stad Tours. De zoon van de familie, Ludovic Cresson, is recentelijk teruggekeerd van een reeks behandelingen en opnames in verschillende psychiatrische inrichtingen. Hij was in coma geraakt nadat zijn echtgenoot Marie-Laure hun auto in een vrachtwagen boorde. De familie had zich opgemaakt voor zijn dood, maar zijn lichaam bleek weerbarstig. Door een absurde reeks van omstandigheden werd Ludovic na zijn ontwaken uiteindelijk onterecht verstandelijk gehandicapt verklaard, waarna hij enkele jaren gedrogeerd in psychiatrische inrichtingen verkeerde.

Na zijn terugkeer naar ‘La Cressonade’ bevindt hij zich in een web van vreemde familierelaties. Zijn echtgenoot heeft zich van hem afgekeerd en was liever weduwe geweest; zijn vader Henri stelt zich zoals altijd onpersoonlijk en ruw op (behalve in het bordeel); zijn stiefmoeder Sandra bevindt zich wederom in bed, waar zij iedere dag van kleur verandert; en de broer van zijn stiefmoeder pikt nog een graantje mee. De situatie verandert echter wanneer Fanny, de moeder van Marie-Laure, arriveert.

Fanny aanschouwt hoe de personages samen het buitenhuis bewonen en meermaals biedt de verteller inzicht in haar bedenkingen over de familie. De Cressons lijken persoonlijk gedistantieerd te zijn van elkaar: werkelijke interesse in de ander ontbreekt. Het gezelschap lijkt enkel de eigen eenzaamheid te bevestigen: ‘Er vond nooit een oprecht gesprek plaats tussen de schoonmoeder en Marie-Laure, tussen vrouw en echtgenoot, tussen vader en zoon, dat voelde ze’. Onverschilligheid overheerst en het gebrek aan communicatie tussen de familieleden veroorzaakt tegelijkertijd komische en tragische situaties.

Het buitenhuis weerspiegelt de schurende familierelaties en de incongruenties tussen haar bewoners: ‘Er restte niets dan dit grote, rijke huis vol trappen, machicoulies en onverschillige mensen’. ‘La Cressonade’ is het product van de grillen van meerdere voorgaande familieleden en de originele structuur is opgesmukt met misplaatste onderdelen; een ‘bouwkundige ratjetoe’. De buitenkant is versierd met wanstaltige toevoegingen (‘Recentelijk verfraaid met torentjes, buitentrappen en smeedijzeren balkons verenigde het twee eeuwen van een dure, slechte smaak’) en in het salon bevindt zich een mengelmoes van stijlen, landen en tijden: ‘wat van dit toch al bizarre huis een onvoorstelbare ramp maakte: tussen de Marokkaanse schouw van de een, de Spaanse neigingen van de ander en de marmeren zuilen, die door Sandra waren geplaatst’. Niets past bij elkaar of sluit op elkaar aan, zoals dat ook het geval is voor de bewoners.

Onverenigbaarheid lijkt ook de roman te overheersen, die als eenzelfde ‘bouwkundige ratjetoe’ het verhaal behuist. Meerdere bewoners lijken hun stempel te hebben gedrukt op De hoeken van het hart. Een poging om misplaatste onderdelen en stijlen met elkaar te verenigen: een kopie van twee delen van een onaf manuscript met verschillende correcties en aantekeningen, herschreven door een andere auteur. Het is onbekend welke hoofdstukken van Sagans hand zijn en welke later zijn toegevoegd, voltooid of veranderd. En überhaupt tot op welke hoogte het verhaal is herschreven.

De leeservaring is hierdoor wisselend. Tijdens het lezen is bijvoorbeeld duidelijk te merken dat de roman oorspronkelijk voortkwam uit twee delen van een manuscript. De eerste hoofdstukken voelen vlak, zowel op het gebied van taal als van inhoud. Vanaf het vierde hoofdstuk lijkt de roman zich te herpakken en maakt de droge, vlakke ironie plaats voor een ironie met ontroerende en menselijke facetten. Vooral als de gedachten van Fanny worden belicht, leidt dit tot mooie passages: ‘Als die ander weet dat een verslagen hart nog altijd een kloppend hart is’. Hoewel het verhaal zich in zekere mate herpakt, blijft het gevoel van onverenigbaarheid en rommeligheid bestaan: verhaallijnen worden niet afgerond en personages (de vader heeft opeens een hond) lijken plots te worden toegevoegd.

De hoeken van het hart is een juxtapositie van mooi geschreven literatuur en ongemakkelijke fragmenten. De fundamenten van het huis lijken er soms nog doorheen te schijnen en sommige onderdelen lijken aan de juiste stijl te raken, maar alles lijkt net niet te passen: ‘Alles binnen en buiten het huis leek te twijfelen’.

Een signalement over De hoeken van het hart van Françoise Sagan door Sophie Mulder.

Meulenhoff, Amsterdam, 2020
Vertaald door: Saskia Taggenbrock en Martine Woudt
ISBN 9789029093989
214p.

Geplaatst op 13/12/2020

Tags: Denis Westhoff, familie, Françoise Sagan, Sophie Mulder

Categorie: Proza, Signalement

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.