Autobiografie, Recensies

De mensen die blijven

Slapeloze nachten

Elizabeth Hardwick

In het essay ‘Critical Distance’ van Darryl Pinckney over zijn vriendschap met Elizabeth Hardwick (1916-2007), legt Pinckney uit dat er voor Hardwick twee redenen waren om te schrijven: wanhoop en wraak. Hardwicks onderscheid tussen deze twee gevoelens suggereert dat ze van elkaar verschillen, maar het is de vraag of ze niet dicht bij elkaar staan. Wanhoop is immers de beweegreden achter menige vergelding. De emotie laat zich niet beheersen, en wraak wordt een poging om de verloren regie terug te grijpen.

In hetzelfde artikel herinnert Pinckney zich een moment waarop Hardwick haar autonomie verloor. Ze zijn in gesprek en hij wil een fragment citeren uit Slapeloze nachten, haar dan nog te verschijnen nieuwe roman. Per ongeluk haalt Pinckney een strofe aan van Robert Lowell, Hardwicks ex. Het gesprek valt stil. Hardwick pakt een zakdoek en droogt haar tranen. Het fragment komt uit The Dolphin (1973), de dichtbundel waarin Lowell vrijuit de scheidingsbrieven van Hardwick gebruikt als materiaal voor zijn gedichten. Uit schaamte wil Pinckney vertrekken, maar Hardwicks tranen zijn alweer verdwenen. ‘Ik heb dat nooit geschreven,’ zegt ze. ‘Ik vind het eigenlijk ook niet zo goed.’

Wanhoop of wraak

Het snelle schakelen tussen emoties in de scène hierboven is ook kenmerkend voor de manier waarop Slapeloze nachten is vormgegeven. De roman volgt een gefictionaliseerde Hardwick die, aan de hand van herinneringen en brieven, reflecteert op haar eigen volwassenwording in de jaren vijftig, zestig en zeventig. De herinneringen worden echter niet in chronologische volgorde gepresenteerd. Nee, Hardwick laat de perspectieven constant wisselen en schakelt voortdurend tussen verschillende tijdsgewrichten, essayistische uitstapjes en literaire anekdotes. De achterflaptekst van Slapeloze nachten, waarin de roman getypeerd wordt als ‘virtuo[os] spel met fictie en werkelijkheid’ zou niet misstaan op een van de vele (Nederlandse) autofictieboeken die in de afgelopen jaren zijn verschenen. Is het dan opmerkelijk dat de ruim veertig jaar oude vertaling van C.A.G. van den Broek opnieuw wordt uitgegeven? Het lijkt erop dat Nijgh & Van Ditmar de hernieuwde populariteit van autofictie ook heeft gesignaleerd en dit als een mooie aanleiding zag voor een herpublicatie.

Is er sprake van wanhoop of wraak in Slapeloze nachten? Het is deze stelling van Hardwick die het lezen van de roman een extra dimensie geeft. Met de kennis dat het werk na The Dolphin verscheen, is het interessant om wraak te zien als motor van de roman. Zou het niet goed zijn om, na wat Hardwick is overkomen, Lowell geen stem te geven in het boek? Wraak door hem de loef af te steken met een werk waarin er verschillende verhalen worden verteld, die niet oneigenlijk zijn toegeëigend? Wraak op het idee dat Lowell Harwick, als vrouw, mag gebruiken – eerst als muze, later voor zijn poëtische plunderingen? In plaats van zichzelf centraal te stellen, zoals Lowell deed met zijn plagiaat, kiest Hardwick ervoor om een stem te geven aan anonieme winkeljuffrouwen en serveersters, aan huismoeders en gescheiden vrouwen. De levens van vrouwen die, in meer of mindere mate, door armoede, ziekte of geweld, ook gekenschetst zijn door een gebrek aan autonomie:

Als ik denk aan werksters met niet verdiende ziektes, dan denk ik aan jou, Josette. Als ik moet strijken of een zware pan gebruik om te koken, dan denk ik aan jou, Ida. Als ik denk aan doofheid, hartkwalen en talen die ik niet spreek, dan denk ik aan jou, Angela. Grote wastobben vol lakens doen me denken aan méér van jullie. […] Heldinnen, die ‘s morgens hun sleutel in het slot van de voordeur steken en binnenstappen als de benodigde medicijn of als de aankomst van het volmaakte geluk zelf.

Ze geeft een stem aan schoonmaakster Ida, die zich losmaakt van haar stelende geliefde Herman, en na de scheiding opleeft: ‘Een ogenblik staat ze afgetekend tegen haar nieuwe witte wasmachine, alsof ze poseert voor een foto – woest, wonderlijk, met de dubbelzinnige glimlach van een huisgodin, een afgodsbeeld waaraan nimmer zonder morren werd geofferd.’ De vrouwen van Hardwick zijn niemand wat verschuldigd. Wanneer ze bij een optreden van Billie Holiday is, komt deze realisatie ook binnen. Op het podium staat niet alleen een ‘echt mens’, maar ook iemand van wie ze niets terugkrijgt: ‘Een oprecht nihilisme; onvervalst, kijk maar goed. Verliefde blikken vragen: Mooie zwarte ster, kun je me beminnen? Het antwoord: Nee.’ Ida en Holiday geven op geheel eigen manier uitdrukking aan hun autonomie, in de vorm van bezit en verlangen. Ze zoeken niet de goedkeuring van (mannelijke) geliefden en blikken, maar kiezen voor zichzelf. Ze hebben hun eigen leven in de hand. Het zijn geen achtergrondfiguren, maar ‘echte’ mensen.

Bijstand krijgen

Met deze kennis komt het dan ook niet als een verrassing dat Hardwick Slapeloze nachten opdraagt aan deze echte mensen: haar vrienden. Na de laatste brief schakelt het perspectief voor een laatste keer, wanneer de verteller haar vriendin M. aanspreekt. Ze reflecteert erop dat haar geschreven werk soms een ‘bepaalde lichte toon’ aanslaat, maar dat de ervaringen van vrienden waarover ze schreef haar ‘deden huilen als een kind’. Ze staat niet boven het materiaal waarover ze schrijft, maar valt ermee samen, leeft (er)mee. De focus van het boek ligt niet bij Harwick zelf, maar bij de verbinding die ze met anderen aangaat. Hardwick verlangt naar medestanders, lotgenoten die met haar in gesprek gaan. De mensen die blijven, ook na een verkeerd gevallen woord: ‘Bijstand krijgen, dat is mooi gezegd zo. Dus hang ik altijd aan de telefoon, schrijf ik altijd brieven, richt ik me bij het wakker liggen altijd tot B. en D. en C. – die ik pas ’s morgens durf op te bellen, maar met wie ik de hele nacht moet praten.’

Het wordt schrijvers van autofictie weleens verweten navelstaarderig te werk te gaan, maar Hardwick laat in haar boek vooral zien wat de noodzaak is van intimi voor haar schrijfproces. Ze geeft hiermee commentaar op de wijze waarop Lowell te werk was gegaan. Ze bevraagt het concept van ‘The Great Man’: de eenzame, genius, wier grootse prestaties volledig aan zichzelf te danken zijn. Hardwick laat in Slapeloze nachten zien dat schrijven boven alles een gezamenlijk proces is: van vrienden die naar ideeën luisteren, eerste versies willen lezen en helpen wanneer de auteur het niet meer weet. Het gezamenlijke en intieme karakter van Elizabeth Hardwicks werkwijze maakt Slapeloze nachten niet egocentrisch, maar biedt juist de mogelijkheid om een grotere verscheidenheid aan stemmen te laten horen.

 

Een signalement van Slapeloze nachten van Elizabeth Hardwick door Lars Meijer.

Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, 2022
Vertaald door: C.A.G. van den Broek
ISBN 9789038811994
190p.

Geplaatst op 07/03/2023

Tags: Autobiografie, autofictie, Feminisme, plagiaat, Poëzie, relatie man en vrouw, relatiebreuk, Robert Lowell

Categorie: Autobiografie, Recensies

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.