Proza, Signalement

De ongrijpbare waarheid

Onenigheid aan de top

Ismail Kadare (vert. Roel Schuyt)

Lang geleden, in 1994, schreef ik een recensie in het Nieuw Wereldtijdschrift over een aantal romans van de Albanese auteur Ismail Kadare (1936). Hoewel hij nooit een groot lezerspubliek aantrok (met als pervers voordeel dat ik zijn boeken als cadeaus voor vrienden kon kopen in de ramsj), vond ik toen dat Kadare de Nobelprijs verdiende. Zijn naam werd in die jaren ook genoemd als kandidaat voor de prijs, maar daarna daalde zijn ster en klonk de kritiek steeds luider dat Kadare als schrijver te veel had toegegeven aan het regime van de Albanese dictator Enver Hoxha (1908-1985).

Hoe moet een schrijver zich gedragen in zo’n totalitair regime? Wat is precies de functie van kunst? Die vragen thematiseert en problematiseert Kadare vaak vermomd in historische romans. Dat geldt ook voor de pas vertaalde roman Onenigheid aan de top, al gaat het deze keer niet om een allegorisch historisch werk maar om een essayistische roman waarin meer aandacht is voor reflectie dan voor een plot.

 

Verschillende versies

De roman opent met een terugblik van Kadare op zijn verblijf in Moskou eind jaren vijftig. Hij was als jonge beloftevolle dichter naar het Institut Gorki gestuurd om te leren schrijven in dienst van de partij. Kadare verveelt zich tijdens de lessen, maar geniet van de grootstad, bevrijd van de provinciestad die Tirana op dat moment was. Het verhaal is een terugblik waarin hij zijn eigen visie van toen onderzoekt: hoe hij Moskou als het Beloofde Land ervaarde en zelfs overwoog asiel aan te vragen.

Tijdens zijn verblijf in Moskou wordt Kadare geconfronteerd met de kritiek op de door hem bewonderde auteur Boris Pasternak (1890-1960), bekend van de roman Dokter Zhivago (1955). De roman werd verboden, maar verscheen twee jaar later in het buitenland – tot ergernis van de Sovjetautoriteiten, die aangewakkerd werd toen Pasternak in 1958 de Nobelprijs kreeg. De schrijver was aanvankelijk vereerd, maar besefte al vlug dat in zijn omgeving de prijs als een decadente uitwas van het Westen wordt beschouwd en vond het veiliger de prijs te weigeren.

 Het grootste deel van Kadare’s roman draait om een gerucht dat de ronde deed in Moskou toen hij daar verbleef. Het gaat om een telefoongesprek van een drietal minuten dat Stalin in 1934 had met Pasternak over de dichter Osip Mandelstam (1891-1938). Wat zijn de feiten? Een maand na de arrestatie van Mandelstam, die werd opgepakt omdat hij in een gedicht met Stalin had gespot, rinkelt de telefoon in het appartement van Pasternak. Men roept hem met het bericht: Stalin aan de lijn. Is het een grap? Tot Pasternaks verbazing is het echt Stalin en de vraag die hem gesteld wordt, verbaast hem nog meer: ‘Wat vind je van Mandelstam?’. Pasternak antwoordt: ‘Wij zijn heel verschillend, kameraad Stalin.’ Stalin besluit: ‘Wel, dan kan ik zeggen dat u een slechte kameraad bent, kameraad Pasternak.’ En Stalin legt de telefoon neer.

De quasi-onschuldige vraag van Stalin dwingt Pasternak om stelling te nemen en hij beseft dat elk mogelijk antwoord tegen hem gebruikt kan worden. Zijn retorische poging tot een handig vrijblijvend antwoord wordt door Stalin afgestraft. Zo zit Pasternak in de beklaagdenbank bij het regime (hij had zich tegen Mandelstam moeten uitspreken), maar ook bij de tegenstanders van het regime (hij had Mandelstam beter moeten verdedigen).

Wil Kadare met deze roman Pasternak vrijpleiten of rehabiliteren? Hij lijkt er niet op uit te zijn een eigen oordeel te geven, maar onderzoekt andermans meningen in de vele versies die rond het telefoongesprek woekeren. Ach, twee of drie versies hadden al volstaan om de lezer ervan bewust te maken hoe feit en fictie, beschrijving, interpretatie en evaluatie in elkaar overlopen. Kadare verzamelt echter maar liefst dertien versies, die hij minutieus analyseert.

Zo jongleert de auteur met al die mogelijke perspectieven. Hoewel dat weleens enerverend werkt (‘Genoeg! Genoeg! We worden gek van al die verschillende versies’, schrijft de auteur en denkt ook deze lezer soms), is het tegelijk zo dat Onenigheid aan de top leest als een soort detective. De spanning zit niet in de oplossing van een misdaad, maar in het begrijpen van wat er precies gebeurd is, waarbij we steeds weer op een grens botsen. In die zin doet de roman denken aan de film Rashomon (1950) van Akira Kurasowa. Dat verhaal draait rond een misdaad waarover alle getuigen hun eigen versie vertellen; al kijkend besef je hoe ongrijpbaar de waarheid is. Net zo doen de vele mogelijke perspectieven in Kadare’s roman je als lezer duizelen.

 

Tragische slapstick

Omdat Kadare lange tijd schreef in een context waarin schrijven over het heden in politiek opzicht gevaarlijk was, koos hij vaak voor de omweg van het verleden. Historische fictie was voor hem noodzakelijk om als schrijver te overleven in een dictatuur. Onenigheid aan de top kan ook gelezen worden als een historische roman, maar deze keer richt Kadare zich op het nabije verleden en schrijft hij erover op een directe, niet-allegorische manier. Het werk is een essayistische roman waarin aandacht is voor taalkundige, psychologische, sociologische, politieke en historische perspectieven. Die retorische analyse krijgt soms iets komisch omdat ze toch maar over drie zinnetjes handelt. Het wordt een soort tragische slapstick – wat dan weer typisch is voor Kadare, die steeds weer humor als wapen gebruikt om de politiek als een komedie op te voeren.

Waarom was Kadare zo gefascineerd door dit gesprek? Aanvankelijk stelt hij zich de louter hypothetische vraag hoe hij zelf gereageerd zou hebben. Maar de hypothese wordt met de jaren steeds meer realiteit. Hij ervaart dat hij in hetzelfde toneelstuk – een drama of een komedie – een rol toegewezen krijgt die hij liefst niet zou spelen. De geschiedenis herhaalt zich. Kadare wordt zoals Pasternak een gerenommeerd schrijver in zijn land, ook zijn werk wordt in het buitenland uitgegeven en bejubeld. En dan de kers op de taart of het venijn in de staart: zijn naam wordt genoemd als kandidaat voor de Nobelprijs. Kortom, Kadare kon ook zo’n telefoontje van de dictator – in casu Hoxha – verwachten, want zijn succes is een mogelijke provocatie. Hij had overigens al zulke berichten gekregen en de censuur zat hem op de hielen. Hoe moest hij reageren? Zowel in gesprekken als in zijn romans geeft hij de tiran soms wat de tiran toekomt (slim als Christus tegen de farizeeën), maar ondertussen slaagt hij erin om zijn kritiek handig in romans te verwerken.

Is Onenigheid aan de top een goed boek? Ook van het antwoord op die vraag zijn verschillende versies mogelijk. Voor wie geïnteresseerd is in de Russische literatuur en politiek is het interessant, voor wie gefascineerd is door het werk van Kadare verrijkend, en voor wie zich wil verdiepen in de functie van literatuur in een dictatuur is het allicht een eyeopener. Voor wie wijsheid zoekt, vat ik het graag zo samen: oordeel niet te snel, een andere waarheid achterhaalt je wel.

Querido, Amsterdam, 2022
Vertaald door: Roel Schuyt
ISBN 9789021468228
206p.

Geplaatst op 17/01/2023

Tags: Boris Pasternak, Ismail Kadare, Jozef Stalin, Nobelprijs, Onenigheid aan de top, Osip Mandelstam

Categorie: Proza, Signalement

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.