Poëzie, Signalement

Fuck Rutte

Mythen en stoplichten

Alara Adilow

Er zijn niet veel dichtbundels over geslachtsverandering. Alleen daarom al is Mythen en stoplichten van Alara Adilow (1988) bijzonder. Dat het een debuut betreft, draagt bij aan die bijzonderheid. De bundel begint met de afdeling ‘Katabasis’, de afdaling in de onderwereld, en eindigt met ‘Anabasis’, zeg maar de klim eruit. Mythen en stoplichten is een beschrijving van een crisis en hoe die uiteindelijk is overwonnen. Dus: de transitie van een mannelijk naar een vrouwelijk lichaam en het vaak pijnlijke proces dat daarmee gepaard gaat.

 

Ik wil mijn lichaam inruilen. Mijn lichaam is koppig.

Mijn lichaam doet lastig, de laatste tijd.

 

Ik heb hiv in mijn lichaam en de mensen wijzen als ze me zien.

Ik ben een symbool voor zelfvernietiging geworden.

 

De regels in deze bundel zijn hard, spreektalig, pijnlijk direct en de beelden botsen regelmatig. Er wordt daarnaast kwistig gestrooid met mythologische en religieuze verwijzingen, maar zonder dat daar structuur in komt (al zijn er wel wat grondtonen: naast ‘katabasis’ en ‘anabasis’ natuurlijk ook ‘metamorfose’). Dit associatieve verwijzen draagt bij aan de urgentie die duidelijk uit de regels spreekt: die passie, woede eigenlijk, sluit een beredeneerde, methodische aanpak per definitie uit.

Misschien wel het meest opvallende gedicht uit Mythen en stoplichten is ‘Schenk mij een taal waarin ik genderloze verhoudingen kan aangaan met de wereld’. De ‘ik’ neukt in dit gedicht minister-president Rutte ‘doggystyle’:

 

Hij streelt het litteken onder mijn siliconen borsten

noemt me bruine Eva Maria, lichtbruine Maria Eva

die ook een fallus draagt en daarom ben ik dubbelheilig

voor deze witte patriarch.

 

Bij alle humor biedt het gedicht een scherp oordeel over het premierschap van Rutte, maar ook over liefde, politiek in het algemeen, en gender. Het gaat het in dit gedicht niet zozeer om de neukpartij met de minister-president, maar om de versmelting van het witte patriarchaat, waarvan Rutte het symbool is, met de zwarte, transgender, queer dichter. Een versmelting waarin de beide polen elkaar opheffen: een genderloze verhouding. Maar dat gebeurt natuurlijk niet in het echt, dat gebeurt alleen in poëzie.

Wat ons brengt bij de fascinerende bundeltitel. ‘Mythen’ en ‘stoplichten’ worden hier als opposities gehanteerd. Waar in mythen (het domein van de verbeelding) letterlijk alles mogelijk is, en het meest buitenissige als vanzelfsprekend wordt geaccepteerd, zorgen de stoplichten (het domein van het concrete) voor de begrenzing. Een moderne variant dus op ‘tussen droom en daad staan wetten in de weg / en praktische bezwaren’. Zelfs een groen licht heeft overigens dat effect: het geeft toestemming om verder te gaan, een grens te overschrijden, een ander gebied te betreden – wat vanzelfsprekend iets anders is dan grenzeloosheid. De mythen zijn dus op te vatten als een metafoor voor het volle, creatieve leven; de stoplichten voor de restricties die de maatschappij daaraan stelt.

Het titelgedicht staat bijna achteraan in de bundel. Daarin wordt gesteld dat:

 

Het lichaam gehuld in tijdelijkheden

wordt [nagejaagd] door een ziel

in een donkere zaal gevuld met kabaal van een verleden.

 

In deze regels wordt de samenhang tussen het stoffelijke (het concrete) en het onstoffelijke (de verbeelding) scherp onder woorden gebracht. Adilow lijkt hier uit te gaan van een eeuwige identiteit, die een lichaam zoekt om in te materialiseren. Wat is die identiteit, en meer nog: wat is gender in dit verband? Is poëzie misschien die ziel? Als dat zo is, staat de dichter er een beetje ambivalent tegenover: ‘Er is geen vuur in poëzie’, schrijft ze. Maar ook: ‘Ik vond in poëzie een wentelen uitdijend, een gevoel van ontspruiten. / Alsof ik een gewas was in taal.’ Mooie regels, die de lading van deze bundel raak verwoorden: poëzie als een vorm van zelfverwerkelijking, die alleen met heel veel pijn, moeite, zorg en aandacht kan worden verwezenlijkt. Het is een groei tegen de verdrukking in. Het motto uit Antigone van Sophocles is daarom goed gekozen:

 

CREON: Maar jij […] wist je dat ik het verboden had?

ANTIGONE: Zeker wist ik het, waarom niet? Het verbod was duidelijk genoeg.

 

Mythen en stoplichten is een actuele en emanciperende bundel. Hij geeft stem aan transgenders door de beweegredenen voor, en de impact van een sekseverandering te verwoorden. Daarmee gaat hij o.a. de onwetendheid op dit gebied tegen:

 

Na alle gelaatsoperaties vrees ik nog

de voetstappen van jongens in mijn gelaat.

Ondanks mijn nepborsten maakt mijn spiegelbeeld

mij nog steeds misselijk.

 

Het is te hopen dat de bundel veel lezers vindt. Een extra redactieronde zou bij eventuele volgende drukken geen kwaad kunnen, want er zijn relatief veel storende en vermijdbare tik- en taalfoutjes blijven staan. Afgezien daarvan is dit een gaaf debuut, of in ieder geval een debuut zoals iedere uitgeverij zich zou wensen: passievol, emanciperend, provocerend, filosofisch en met veel gevoel voor taal (en retoriek) geschreven.

Prometheus, Amsterdam, 2022
ISBN 978 90 446 4505 3
112p.

Geplaatst op 24/10/2022

Tags: Alara Adilow, Gender, Mark Rutte, Mythen en stoplichten, Queer, Transgenders

Categorie: Poëzie, Signalement

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.