Samenleving, Signalement

De fragiele idylle van de multiculturele samenleving

Generatie 9/11

Migratie, diaspora en identiteit

Lotfi El Hamidi

‘Over de gevolgen van de aanslagen is de afgelopen twee decennia het nodige gezegd en geschreven’, deelt Lotfi El Hamidi (1986) ons mee in het voorwoord van Generatie 9/11, een werk dat genomineerd werd voor de PrinsjesBoekenPrijs 2023. El Hamidi is een vaste redacteur bij NRC Handelsblad en schrijft opiniestukken vanuit zijn achtergrond als historicus en journalist. Een van de terugkerende thema’s in zijn artikelen is de positie van niet-westerse migranten in Nederland, en met name hun in Nederland geboren kinderen. El Hamidi neemt deze migrantenkinderen als focuspunt om de periode vóór en na de aanslagen op 11 september 2001 te bespreken. Deze aanslagen, gepleegd door de islamitische terreurorganisatie Al Qaida, maakten eeuwenoude stigma’s en dichotomieën tussen oost en west weer actueel – een onderwerp waar reeds veel over is gesproken en geschreven.

Er is echter een gebrek aan persoonlijke ervaringen van El Hamidi waardoor het boek niet zozeer een ‘egodocument’ is, hoewel hij het wel zo karakteriseert in het voorwoord. Daar schrijft hij dat Generatie 9/11 voor hem een ‘closure van een tijdperk’ is, namelijk van de tijd waarin hij als telg van Marokkaanse ouders opgroeide in het multiculturele Rotterdam, een tijd waarin de islam, de migrant en het multiculturalisme ter discussie kwamen te staan. Het boek blikt terug op die tijd, maar biedt nauwelijks nieuwe inzichten of een vernieuwend perspectief. Daardoor is het slechts het zoveelste boek over de sociale gevolgen van nine-eleven, wat de auteur ironisch genoeg expliciet zegt te willen vermijden.

Het eerste hoofdstuk handelt over de kanteling in de positieve houding van autochtone Europeanen tegenover migranten van buiten Europa: een verschuiving die al begonnen was vóór de aanslagen in de VS. El Hamidi haalt een zwart-witfoto van Frank Hanswijk (1997) aan die gemaakt is in Rotterdam, de stad waar hij opgroeide. Op de foto staan twee jongens ‘van vermoedelijk Noord-Afrikaanse afkomst’, en op een verlaten pand achter de jongens prijken de woorden ‘It looks like fucking Beirout over here. Bedankt gemeente!’ in grote letters. De auteur merkt op dat hij een van die jongens had kunnen zijn, een jongeman van Marokkaanse komaf in trainingspak, slenterend over straat met jongens van dezelfde achtergrond, waardoor de betreffende straat meer op een Midden-Oosterse stad lijkt dan op een Nederlandse. Met het aanhalen van de foto roept de auteur een concreet beeld op van de onderbuikgevoelens van veel Nederlanders rond 1997 die ontevreden waren over het migratiebeleid van de gemeente Rotterdam. In die tijd vol wantrouwen tegenover de nieuwkomers groeide El Hamidi dus op als allochtoon.

Er is echter een gebrek aan persoonlijke ervaringen die het boek een vernieuwend perspectief van een uitgekauwd onderwerp hadden kunnen geven. Er zijn wel flarden van informatie over El Hamidi’s persoon, maar die lijken soms los te staan van de boodschap van de rest van de passage. Of – en dit komt vaker voor – El Hamidi laat de kans voorbijgaan om uit te weiden over zijn eigen ervaring en ontwikkeling. Net als hij even de aandacht op zichzelf heeft gevestigd, net als het interessant begint te worden, schakelt hij over op het algemene, op informatie over leiders of algemeen bekende nieuwsfeiten. Ter illustratie:

Het moet een tijd van enorme verwarring zijn geweest, voor mij uiteraard, maar ook veel van mijn generatiegenoten met mijn soort achternaam. Als tiener hoor je je af te zetten tegen het ouderlijk gezag, de grenzen op te zoeken, al was rebelleren tegen je ouders een taboe in onze kringen […]. Klusjes mijden, het moskeebezoek verzuimen, veel te laat thuiskomen (bij jongens uiteraard meer gedoogd dan bij de meiden).

Was het niet veel interessanter geweest als de lezers meer te horen hadden gekregen over hoe hij de veranderingen na nine-eleven ervoer? Of hij een verandering bespeurde in de dynamiek tussen allochtone en autochtone klasgenoten, waar hij toen nog niet de vinger op kon leggen? En hadden de anti-islam- en anti-migratiedebatten invloed op zijn liefdesleven? In plaats daarvan geeft hij iets verderop een korte opsomming van de dingen die hij samen met andere Noord-Afrikaanse jongens deed, dingen die passen bij het stereotype van de ‘Marokkaanse hangjongere’, zoals de jongens op de foto. Dat stereotype werkt hij helaas niet verder uit. Als hij het echt algemeen had willen houden, had hij er goed aan gedaan zich niet te beperken tot jongemannen van Noord-Afrikaanse afkomst met probleemgedrag, maar ook een stem te geven aan andere, minder opvallende migrantenkinderen die net zo goed deel uitmaken van ‘Generatie 9/11’.

El Hamidi laat echter wel een interessante ontwikkeling zien bij Europese migrantenkinderen met een islamitische achtergrond. Daarmee biedt het boek wel degelijk stof tot nadenken. Hij toont dat de wereld, ook de islamitische wereld, inmiddels veranderd is, dat moslims als het ware hebben geleerd van nine-eleven en de impact die aanslagen hebben op hun eigen identiteit en de labels die op ze wordt geplakt. Ze zijn niet meer geschokt en verrast zoals tijdens en na nine-eleven, of vermanen hun kinderen niet om geen negatieve aandacht op zichzelf te vestigen, zoals El Hamidi’s ouders deden, om niet nog meer islamofobie aan te wakkeren. In plaats daarvan bieden ze hun kinderen houvast. El Hamidi legt bloot hoe een bekende vraag van de Franse president Macron uit 2020 – ‘Verkeert de islamitische wereld in een crisis?’ – geen nieuws was voor die islamitische wereld, omdat de vraag al werd behandeld door een Arabische diplomaat in Frankrijk, Omar Saif Ghobash, in 2017, twee jaar na de aanslag op Charlie Hebdo. In zijn boek Letters to a Young Muslim (2017) schrijft Ghobash fictieve brieven aan zijn tienerzoon over de islam, over extremisme en over hoop, in een tijd die voor veel moslims verwarrend is. Iets wat generatie nine-eleven heeft moeten missen.

El Hamidi’s boek gaat ook over niet-islamitische migranten, die eveneens te maken krijgen met anti-immigratieretoriek en worstelen met hun identiteit in een multiculturele samenleving. De auteur kijkt daarbij niet alleen naar Nederland, maar naar heel Noordwest-Europa. Zo voert hij na Ghobash de Jamaicaans-Britse intellectueel Stuart Hall (1932-2014) ten tonele, in een hoofdstuk over de diverse populatie in Engeland na het kolonialisme. Hall was socioloog, maar zag de nationalistische sentimenten als reactie op de vele migratiestromen en grote aanslagen als nine-eleven niet aankomen. El Hamidi verklaart de terugkeer van het nationalisme in de eenentwintigste eeuw door de term ‘de fragiele multiculturele idylle’ te introduceren: aanvankelijk stonden intellectuelen en politici niet negatief tegenover de veranderende samenleving, maar die tolerantie hing af van de succesvolle integratie van migranten, waarbij ‘succesvol’ een subjectief begrip is. Ook na de aanslagen in Londen in 2005 bleef Hall optimistisch over multiculturaliteit, maar hij was in de minderheid. El Hamidi: ‘[Hij voelde zich] ontheemd ten opzichte van de Engelse maatschappij, ten opzichte van de Britten, die hij beter meende te kennen dan de Britten zelf.’ Het is een uitspraak waar El Hamidi zelf niet onbekend mee is. In het voorwoord schrijft hij namelijk ook dat ‘de allochtoon de autochtone Nederlander beter kent dan omgekeerd’. En daarmee is de cirkel rond.

Dit boek is interessant en leerrijk voor iedereen die een overzicht wil van de relevante gebeurtenissen en ontwikkelingen, zowel kleine als grote, die zorgden en nog steeds zorgen voor spanningen in de omgang tussen immigranten en de autochtone bevolking sinds 11 september 2001. De opsomming van die spanningen zou lezers pessimistisch kunnen maken. El Hamidi staat daar echter anders tegenover. ‘De doemscenario’s van toen zijn niet uitgekomen,’ zei de auteur in 2022 in een interview met Merve Özdemir in De Groene Amsterdammer, ‘het gaat juist verrassend goed.’

 

Een recensie door Tugba Altin over Generatie 9/11. Migratie, diaspora en identiteit van Lotfi El Hamidi.

Pluim, Amsterdam, 2020
ISBN 9789493256743
119p.

Geplaatst op 13/12/2023

Tags: Islam, Lotfi El Hamidi, Marokkaanse jongeren, multicultureel, multiculturele en multiraciale wereld, Multiculturele samenleving, Terrorisme

Categorie: Samenleving, Signalement

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.