Samenleving, Signalement

Is Donald Trump echt dom of doet hij enkel alsof?

De domheid regeert

Hoe opzettelijke onwetendheid een politieke strategie werd

Sander Schimmelpenninck

Wanneer ik een volgende pint bestel, dan weet ik meestal dat dit niet het beste idee is, dat het ongezond is, dat het me morgen hoofdpijn zal bezorgen, maar ik doe het toch.

Wanneer ik niet naar de tandarts ga omdat ik schrik heb dat ik een gaatje heb, dan weet ik dat dit dom is van mij, maar toch ga ik niet.

Wanneer ik de deur van de keuken dichtdoe om de stapel afwas niet te zien, dan weet ik dat die afwas daarmee niet verdwenen is, maar toch maak ik mezelf met het dichtdoen van die deur een beetje wijs dat het wel zo is.

Het zijn maar een paar voorbeelden van dom gedrag dat daarom nog niet hoeft te betekenen dat de persoon die het gedrag stelt, onverstandig is. En het is precies dit soort dommigheid die onze politiek en media overspoelt, zo betoogt Sander Schimmelpenninck in De domheid regeert. Hoe opzettelijke onwetendheid een politieke strategie werd.

 

Domrechts

‘Als we domheid zien als handelen tegen beter weten in,’ zo stelt Schimmelpenninck, ‘is er waarschijnlijk niets zo dom als het niet voortvarend terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen,’ en hij maakt daarmee een belangrijk punt. De manier waarop we als samenleving omgaan met klimaatverandering getuigt van hetzelfde soort domme verdringing die ook plaatsvindt wanneer ik nog maar eens een pint bestel, niet naar de tandarts durf of mijn ogen sluit voor de opstapelende afwas.

Schimmelpenninck snijdt een urgent en actueel thema aan dat onvoldoende in de belangstelling komt. Dat is op zich voldoende reden om het boek te promoten.

Omdat men rechtse kiezers niet wil beledigen of omdat men wil wijzen op meer structurele problemen, is het vandaag in het publieke debat bijna taboe geworden om te benoemen wat zo klaar als een klontje is voor iedereen die het wil zien: politici zoals Donald Trump gedragen zich dom. Dat betekent niet dat politici zoals Trump niet verstandig zijn: het gebruiken van opzettelijke domheid als strategie vergt geavanceerde cognitieve vaardigheden. De domheid van Trump, maar ook van iemand als Theo Francken bij ons, is geen gebrek aan verstand. De realiteit is veel erger: de domheid is een politiek project, een politiek project dat Schimmelpenninck omschrijft als ‘domrechts’.

 

Overspoelen met onzin

Een ander veelvoorkomend misverstand over opzettelijke onwetendheid is dat het gebruik van leugens door domrechts als doel heeft om de mensen te overtuigen van die leugens. ‘Constant liegen,’ zo wist Hannah Arendt reeds, ‘heeft niet als doel om mensen een leugen te laten geloven, maar ervoor te zorgen dat niemand nog iets gelooft.’

Of durft te geloven, zou ik daaraan toevoegen. Het verwijt van domrechts tegen wie op de ernst van de ecologische crisis wijst, is meestal niet dat die persoon ongelijk heeft, maar wel dat hij aan het ‘drammen’ is. Een beetje zoals de dronkaard die zegt tegen de persoon die hem erop wijst dat hij te veel drinkt: de dronkaard weet dat die persoon gelijk heeft en net daarom is hij een klootzak die moet zwijgen.

Iedereen weet dat wanneer je niet op een ongemakkelijke waarheid zoals je verslaving, de irrationaliteit van je angst of je uitstelgedrag gewezen wil worden, het kan helpen om de persoon die je daarop wijst te overladen met ongegronde beschuldigingen. Niet omdat die beschuldigingen overtuigend zijn, maar omdat het na verloop van tijd voor die persoon te vermoeiend wordt om op alle beschuldigingen te antwoorden, en die vervolgens twee keer zal nadenken alvorens je nog eens op je domme gedrag aan te spreken.

In het publieke debat is dat niet anders. Iemand als Steve Bannon, voormalig campagneadviseur van Trump, is bijzonder open over die strategie. ‘De echte tegenstanders zijn de media,’ zo vertelde hij in een gesprek met journalist Michael Lewis, ‘en de manier om daarmee om te gaan, is door ze te overspoelen met onzin.’

 

Post-truth is pre-fascism

Waar domrechts naartoe wil door het publieke debat te overspoelen met leugens, is een samenleving waarin het onderscheid tussen wat waar is en wat niet, niet langer als belangrijk wordt gezien. ‘Het doel van moderne propaganda,’ zo stelt schaakgrootmeester Garri Kasparov, ‘is niet alleen om te misleiden of een agenda door te drukken. Ze is bedoeld om je kritisch denkvermogen uit te putten en de waarheid te vernietigen.’

Die uitputting van het kritisch denkvermogen is niet onschuldig. Ze dient om de weg vrij te maken voor het uitschakelen van elke tegenmacht. ‘Post-truth,’ zo stelt hoogleraar geschiedenis aan de universiteit van Yale Timothy Snyder, ‘is pre-fascism’. ‘Het loslaten van feiten is het loslaten van vrijheid,’ zo legt hij uit. ‘Als niets waar is, kan niemand de macht bekritiseren, omdat er geen basis is om dat te doen. Als niets waar is, wordt alles spektakel. Wie het meeste geld heeft, kan het meest verblinden.’

 

Oppervlakkigheid

Schimmelpenninck heeft met andere woorden het juiste thema en de juiste insteek te pakken om een meer dan urgent boek te schrijven over de opmars van het anti-intellectualisme, de debilisering van het publieke debat en hoe de teloorgang van de communicatieve rede de weg vrijmaakt voor de afbraak van de liberale democratie door extreemrechts. Jammer genoeg bezondigt Schimmelpenninck zich, naarmate zijn boek vordert, steeds meer aan net datgene wat hij aan de kaak wil stellen. Wat een interessant essay had kunnen worden over het belang van de ratio in de democratische traditie, verzandt in een vrijblijvende opsomming van drogredenen die gebruikt worden door rechtse populisten.

Afsluiten doet hij met een zo mogelijk nog oppervlakkigere opsomming van maatregelen die we ertegen kunnen nemen, zoals factchecken en het reguleren van sociale media. Dat daar nog niemand eerder aan gedacht had, zeg. Zijn vertoog past prima in een TED-talk met bijbehorende powerpoint, maar verliest net daardoor pagina na pagina aan kracht.

 

Aandachtseconomie

In het begin van zijn boek bekritiseert Schimmelpenninck terecht de zogenaamde audience turn, waarbij journalisten schrijven op de manier die de consument het liefst heeft. ‘De wetten van de aandachtseconomie houden in dat alles ‘leuker’, emotioneler, persoonlijker en dus dommer moet, zelfs als het om serieuze, politieke zaken gaat.’

Het boek van Schimmelpenninck ontsnapt niet aan die aandachtseconomie, en dat is eigenlijk al duidelijk in de titel. Schimmelpenninck wéét dat die in het huidige medialandschap verkeerd geïnterpreteerd gaat worden en dat hij ervan beschuldigd zal worden dat hij rechtse mensen als dommeriken wegzet. Hij weet dat, maar negeert die kennis bewust omdat hij ook weet dat die heisa veel aandacht voor zijn boek zal opleveren en dus betere verkoopcijfers.

‘Fatsoen moet je je kunnen permitteren,’ zo schrijft Schimmelpenninck in de epiloog van zijn boek. Hij pleit ervoor om de methoden van domrechts tegen henzelf te gebruiken en keihard terug te slaan. Laat dat nu precies de reden zijn waarom dit boek de verwachtingen niet kan inlossen: wie anti-intellectualisme wil bestrijden, moet bereid zijn om de rol van de intellectueel op zich te nemen.

 

Dit stuk verscheen eerder op DeWereldMorgen: dewereldmorgen.be

De Correspondent, 2024
ISBN 9789493254497
184p.

Geplaatst op 22/03/2025

Tags: De domheid regeert, Donald Trump, Garri Kasparov, Sander Schimmelpenninck, Steve Bannon, Timothy Snyder

Categorie: Samenleving, Signalement

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.