Ondertussen moet het zowat het handelsmerk van het schrijversduo Elvis Peeters zijn: knalharde, niets en niemand ontziende, schokkende en provocerende verhalen zonder een sprankje hoop. Hun doorbraakroman Wij (2009) is een ontluisterend portret van de hedendaagse jeugd die er niet in slaagt om haar doelloosheid te overwinnen, Dinsdag (2012) een choquerend verslag van een volstrekt amorele man, en nu is er Jacht: een boek over het beest in de mens.
Hierin creëert Peeters een dystopie: een stad waarin naast mensen dieren leven met menselijke eigenschappen. Ze kunnen praten en functioneren aan de zijde van de mens in de maatschappij. Paarden werken er naast de arbeiders in de steengroeve, er zijn dieren die zich prostitueren, honden vormen een soort politiemacht, vossen in hun ondergrondse gangen zijn de onderkruipers die het systeem ondergraven en de orde verstoren.
Het boek opent met een paard dat naar de stad trekt op zoek naar werk. Het zal uiteindelijk terechtkomen in de steengroeve. Wanneer daar mensen moeten worden ontslagen krijgt personeelsmedewerkster Karla de opdracht hiervoor een plan uit te werken. Daarbij verliest ze elke vorm van rationaliteit. Ze gaat at random te werk en ontslaat onder anderen haar overbuur. Die man blijkt dan weer een jager, gespeend van enige empathie. Zonder mededogen schiet hij een hinde en een hertenkalf, waarop hij wordt aangevallen door het hert. Als hij later terugkeert – om zijn geweer terug te halen, dat is voor hem het allerbelangrijkste –, blijkt het hert zich uit verdriet te hebben opgeknoopt.
De rollen gaan aan het schuiven: de mensen veranderen in beesten, de dieren blijken veel menselijks te hebben. Zo overwint een van de honden die voor de ordehandhaving verantwoordelijk is zijn instinct met als doel: het wijfje Karla versieren. Hij gaat beter praten, loopt rechtop, voert gesprekken met haar die ze met haar soortgenoten niet heeft en slaagt er zo in om haar te krijgen. Ook hier weer wordt het dier menselijker en laat de mens zich verleiden tot dierlijkheid. Het leidt tot bestialiteit oftewel: het beest in de mens – letterlijk…
Opnieuw voel je je bij het lezen van het nieuwe boek van Elvis Peeters op veel momenten ongemakkelijk. En opnieuw gaat het om normvervaging en het verlies van ethiek. Jacht is een eenentwintigste-eeuwse Animal Farm (een boek waaraan met het personage van het hardwerkende paard letterlijk gerefereerd wordt), maar het is geen politieke, wel een morele parabel. Jacht is een waarschuwing voor het verlies aan menselijkheid op sociaal, moreel en seksueel vlak. Door de vorm is deze roman evenwel minder krachtig dan de vorige boeken. Omdat dit een sprookje is – weliswaar grimmig en voor verdorven kinderen – bestaat de kans dat de maatschappijkritiek impliciet blijft en het hele verhaal vooral en misschien alleen maar als vreemd, unheimlich, weird, shocking ervaren wordt. Wat deze roman, behalve een aanklacht tegen moreel verval, natuurlijk ook allemaal is.
Reacties
Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.