Signalement: Occupy – Noam Chomsky

Occupy

Noam Chomsky

Dit jaar verscheen het pamfletachtige boekje Occupy van Noam Chomsky, de bekende Amerikaanse taalkundige en filosoof, die je zonder overdrijven een Occupier van het eerste uur kunt noemen. Ondanks zijn hoge leeftijd (Chomsky is in de tachtig) heeft hij de Occupy-beweging gesteund vanaf vorig jaar september, toen de Zuccotti Park-protesten voorzichtig van start gingen. In Occupy is een aantal van zijn speeches en gesprekken met Occupy-activisten verzameld. Verder bevat het een kort eerbetoon aan zijn goede vriend en collega-activist Howard Zinn (1922-2010), die we vooral kennen van zijn standaardwerk A People’s History of the United States (1980). Daarin wordt de Amerikaanse ontstaansgeschiedenis niet bekeken door de ogen van de financiële en politieke elite (die in Amerika vaak hand in hand gaan), maar vanuit het perspectief van de gewone Amerikaan en diverse minderheidsgroepen.

In zijn gesprekken met (veelal jonge) demonstranten toont Chomsky zich zo ongeveer de ideale raadgever of leermeester. Dankzij zijn rijke ervaring als activist – hij maakte deel uit van de mensenrechten- en anti-oorlogsbewegingen in de jaren zestig en zeventig, participeerde in de Campaign for Peace and Democracy in de jaren tachtig en nam deel aan het Wereld Sociaal Forum dat begon in 2001 – weet hij dat Occupy zichzelf realistische en concrete doelen moet stellen. De beweging moet geduld oefenen en langzaam de harten en hoofden van de bevolking proberen te winnen door de wijken en bedrijven in te gaan. Op de vraag of de wereldwijde beweging ook harde eisen moet stellen antwoordt Chomsky:

They should have proposals and ideas, and there doesn’t have to be agreement on them. There’s a good reason to ‘let a hundred flowers bloom.’ There are lots of possibilities, but there are very sensible proposals, starting from very short-term ones.

Tegelijkertijd omarmt hij de enorme energie van Occupy. Die uitte zich onder meer in het ‘gewoon doen’-principe en een alternatieve benadering van de participatiedemocratie. Zo creëerde Occupy een soort affectieve ruimte, waarin een gemeenschappelijke zorg voor de polis op een heel directe manier tot uitdrukking kon komen, zonder dat dit meteen in een (klassieke) politiek van representatie uithardde.

Met het ontruimen van de kampen lijkt die energie stilaan weg te ebben, maar volgens Chomsky is het geweten van de Amerikanen nog steeds bezet. De discussie over de sociaaleconomische ongelijkheid in het land (de spreekwoordelijke 99% versus de 1%) is nog steeds gaande en domineert de nationale agenda – al bleek de Arabische Lente (die een belangrijke inspiratiebron vormde voor Occupy) pijnlijk afwezig in de presidentiële campagnes van Barack Obama en Mitt Romney.

Volgens Chomsky komt die ongelijkheid voort uit een nu al dertig jaar durende klassenstrijd. Deze strijd heeft de middenklasse uitgehold en legt een enorme druk op de armen in Amerika. Maar ook op de minder geprivilegieerden daarbuiten. Het blinde geloof van neoliberale economen in privatisering, deregulering en vrijemarktwerking (een utopie die volgens filosoof en theoloog Hans Achterhuis heel bewust wordt nagejaagd) maakt slachtoffers over de gehele wereld.

Daartegenover plaatste de beweging een andere manier van denken en leven die Chomsky als volgt illustreert:

For example, growth can mean simpler lives and more livable communities. It takes work and doesn’t come by itself. It takes labor and development of a different kind. Part of what functioning, free communities like the Occupy communities can be working for and spreading to others is just a different way of living, which is not based on maximizing consumer goods, but on maximizing values that are important for life. That’s growth, too, just growth in a different direction.

Wie de status-quo kritisch wil bevragen moet tegenover het dominante kapitalistische discours een alternatief vertoog stellen. Bijvoorbeeld door een fundamenteel concept als ‘groei’ te herdefiniëren. Dat is Occupy goeddeels gelukt, zoals alleen al blijkt uit de vele krantenartikelen die de taal van de beweging weerspiegelen. Inleider Greg Ruggiero geeft als voorbeeld The New York Times die kopte ‘Why Obama Will Embrace the 99 Percent’. Deze woordkeus wijst er minstens op dat het medianarratief en daarmee het denken inderdaad kan worden bijgestuurd.

Het boekje besluit met enkele praktische juridische tips, afkomstig van de zogeheten National Lawyers Guild. (Gelet op de opdracht van het boekje is dat geen luxe: sinds het begin van de Occupy-beweging zijn er bijna 7000 demonstranten in hechtenis genomen – and counting.) Wat moet je bijvoorbeeld doen als de politie je tijdens een demonstratie aanspreekt? Of als je wordt gearresteerd? Of als er plotseling twee agenten voor je deur staan? De adviezen zijn weliswaar bestemd voor Amerikaanse Occupy-activisten, maar een suggestie als de volgende kan de Nederlandse demonstrant wellicht ook van pas komen: ‘Carry a granola bar in your pocket; food is often missed in jail.’

Links

Zuccotti Park Press, New York, 2012
ISBN 978-1884519017
128p.
Prijs: 9,99
Bestellen: bol.com/nl/p/occupy/9200000002605553/ p.

Geplaatst op 19/12/2012

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.