Proza, Recensies

Hoe koester je een doodswens?

Tosca

Maud Vanhauwaert

Wat hebben de zeventienjarige Aline Verstraeten en de negentienjarige Harold Chasen met elkaar gemeen? De personages, respectievelijk de hoofdpersoon uit Maud Vanhauwaerts prozadebuut Tosca (2023) en regisseur Hal Ashby’s tweede speelfilm Harold and Maude (1971), verschillen in veel opzichten van elkaar: Aline komt uit een klein Vlaams dropje, Harold uit een Amerikaanse metropool; hij is rijk, zij is arm; hij gaat gekleed in een tweed pak met flamboyante stropdas en zij draagt een smoezelige parka, afgetrapte mocassins en een feloranje muts – een muts die ze pertinent weigert af te zetten. Wat de adolescenten echter gemeen hebben bindt hen meer dan welk verschil hen dan ook scheidt: de twee jongeren delen een doodswens. Bij elk van hen komt deze wens anders tot uiting, maar is hij desondanks allesomvattend. Daarnaast wordt het voornemen om uit het leven te stappen bij zowel Aline als Harold opgemerkt door een ouder en wijzer personage dat ze van dit plan af probeert te brengen. In het geval van Aline wordt dit gedaan door May, een vertaalster die twee keer zo oud is als het meisje, en bij Harold door Maude, een excentrieke kunstenaar die maar liefst zestig levensjaren op hem voorloopt.

 

Aline komt voor het eerst in aanraking met May, of beter gezegd andersom, wanneer May na een lezing over een door haar vertaalde dichter een mysterieus portret van zichzelf ontvangt. Op het portret vertoont ze treffende gelijkenissen met haar overleden vader. Na het vinden van de mysterieuze tekening ontvangt May een even cryptisch bericht op Facebook: ‘(Geachte mevrouw Solovjov. Dank u wel voor uw lezing over Vanja Lavrova. Ik had er erg naar uitgekeken. Het was mijn laatste wens om het te kunnen meemaken. Met vriendelijke groet, Aline. PS Ik hoop dat u het niet erg vindt dat ik u heb getekend.)’ Aline zet steevast haar berichten tussen enkele of meerdere haakjes, om zichzelf als het ware weg te cijferen, haar gedachten letterlijk ondergeschikt te maken aan die van degene met wie ze correspondeert. In dit geval is de ontvanger May die, geïntrigeerd en een beetje bezorgd, besluit te reageren.

 

May raakt steeds verder verstrikt in een web, gesponnen door een meisje dat zegt niet meer te willen leven, dat beweert geteisterd te worden door een bende homohaters zonder daar ooit onomstotelijk bewijs voor te kunnen leveren. Vanhauwaert, voormalig stadsdichter van Antwerpen, beschrijft de verstrengeling tussen de twee vrouwen in zowel proza als poëzie. Passages waarin May en Aline elkaar ontmoeten worden onderbroken door gedichten die zijdelings raken aan wat er gaande is en aan de binnenwereld van de personages. Ondanks deze experimentele stijl, die in zekere zin zijn vruchten afwerpt door het verhaal een diepere laag te geven, blijft Aline als personage vrij vlak, haar doodswens oppervlakkig. Dit is te wijten aan de manier waarop haar apathie omschreven wordt. Om een voorbeeld te geven: May komt te weten dat Aline elke dinsdagavond buiten slaapt in de kou. Ontzet besluit ze het meisje bij haar thuis uit te nodigen. Haar partner, een kwieke, goedgemutste vrouw, is weinig enthousiast over het plan. De twee wonen op de zevende verdieping van een flatgebouw. Het duurt maar liefst vijf pagina’s en een gedicht om Aline überhaupt de trap op te krijgen, waarna ze met haar jas en schoenen nog aan in de deuropening blijft staan. Ze weigert te eten, te drinken en te praten. Uiteindelijk strijkt ze neer op het vloerkleed van het stel, waar ze met haar hoofd gebogen roerloos blijf zitten tot de volgende ochtend. Ja, ja, Aline, je wil dood, denk je als lezer. Maar kun je dat niet met wat meer pit, wat meer schwung overbrengen? En aan Vanhauwaert de vraag: kun je die doodswens niet met wat meer vitaliteit, wat meer durf beschrijven? Want lethargie kan ook vermoeiend zijn om over te lezen.

 

Neem Harold. In de openingsscène van Harold and Maude bungelt hij blauw aangelopen en met uitpuilende ogen aan een strop, bevestigd aan het plafond van zijn barokke woonkamer. Hij doet dit niet zomaar, hij doet het om zijn moeder te laten schrikken. Zij reageert laconiek: ‘Je denkt zeker dat dit leuk is, Harold,’ waarna ze op haar gemakje haar assistent belt om een afspraak te verzetten en de kamer verlaat. Vlak voordat ze de deur uitloopt herinnert ze haar zoon eraan dat het diner om acht uur geserveerd wordt en vraagt ze hem tegen die tijd iets ‘levendiger’ te zijn. In andere scènes ziet de lezer Harold besmeurd met bloed in een badkuip liggen, met zijn gezicht omlaag drijven in een zwembad, zichzelf door zijn hoofd schieten en zichzelf in brand steken, altijd in het bijzijn van zijn moeder. Hoe Harold zijn zogenaamde zelfmoordpogingen ensceneert en overleeft, wordt nooit helemaal duidelijk. Hij vertelt zijn psychiater dat hij er, naar ruwe schatting, vijftien heeft ondernomen. ‘Allemaal voor je moeders bestwil?’ vraagt de therapeut. ‘Nee, bestwil zou ik ’t niet noemen,’ antwoordt Harold.

 

Dan ontmoet hij Maude op een begrafenis waar geen van beiden voor uitgenodigd is. Harold gaat erheen uit morbide fascinatie, Maude om inspiratie op te doen voor haar eigen uitvaart die, zo legt ze uit, idealiter rond haar tachtigste gehouden zal worden. Na afloop van de dienst biedt Maude Harold een lift aan. Ze doet dit in een auto die gestolen blijkt, wat Harold ook weet omdat het over zíjn auto gaat – toepasselijk genoeg een lijkwagen. Aangezien het hem niet zo veel kan schelen wat er met zijn spullen gebeurt, besluit hij in te stappen. Dit luidt het begin in van een bijzondere vriendschap. Maude neemt Harold mee op sleeptouw. En haar schijnbaar onuitputtelijke levensvreugde werkt aanstekelijk. Harold begint Maude steeds meer te vertrouwen en ontwikkelt romantische gevoelens voor haar. Tijdens een avond bij haar thuis vertelt hij Maude zelfs waarom hij het leven niet ziet zitten: ‘Ik heb nog niet geleefd,’ zegt hij, ‘Ik ben wel een paar keer gestorven.’ De eerste keer dat hij stierf zat Harold op een kostschool. Tijden een corveedienst in het scheikundelokaal begon hij met chemicaliën te experimenten waarbij er een explosie ontstond, gevolgd door een grote brand. Om niet op zijn kop te krijgen ontvluchtte Harold de school en ging hij naar huis. Aangezien zijn moeder een feestje gaf, hield hij zich schuil in zijn kamer tot er werd aangebeld en hij op de overloop ging staan om te horen wat er gaande was. Aan de deur stonden twee politieagenten die Harolds moeder informeerden dat haar zoon was omgekomen tijdens de brand. Het hele voorval deed de jongen beseffen dat hij het leuk vond om dood te zijn, dat hij genoot van de kalme berusting die komt met terugdeinzen voor het leven.

 

In soortgelijke bewoording neemt Aline May in vertrouwen: ‘(Meer nog dan dat ik niet wil zijn, zou ik het liefst nooit geweest willen zijn.)’ In tegenstelling tot Maude lukt het May niet om het meisje het licht te doen zien, maar wordt ze zelf de donkerte ingezogen. Wat plotontwikkeling betreft zijn de twee verhalen elkaars tegenoverstelde. Waar het met Harold na zijn ontmoeting met Maude steeds beter begint te gaan, gaat het met Aline, en met May, steeds slechter. Waar de liefde tussen Harold en Maude wederzijds is, is het bij Aline en May eerder een wederzijdse afhankelijkheid, een toxische relatie. En hoewel Vanhauwaerts verhaal spannender klinkt, word je er minder in meegezogen dan in Ashby’s film. Waar ligt dit aan? De vraag die aan dit probleem ten grondslag ligt is: hoe breng je een personage dat een doodswens koestert het best tot leven? En hoe breng je haar omgeving in beeld?

 

Vanhauwaert kiest ervoor om Aline, op enkele korte scènes na, op een ingetogen manier te schetsen, haar doodswens een stil vlammend vuur. Zelfs May beschrijft de staat van het meisjes als een lamlendige lusteloosheid. Harold daarentegen brengt zijn wens met bombast tot uiting. Zijn gedrag ligt dan ook wat verder van de werkelijkheid en is daarom misschien wat moeilijker om je als kijker in te verplaatsen. Aan de andere kant zijn er de karakters May en Maude. Tijdens een zeldzame emotionele uitspatting van Aline verzucht May: ‘Toch moest ik me soms ook inhouden om niet te zeggen: vertel het me niet, Aline, zadel mij niet op met jouw dramatiek, ik ben geen terrein waarop jij al jouw pijn kan parkeren.’ En ook als lezer vraag je je af waarom een vertaalster van veertig met een stabiel bestaan zich in deze maalstroom laat meesleuren. Het achterliggende trauma van haar personage, het roerige leven van haar vader – een Russische dissident – en haar relatie met hem, is niet genoeg om haar vreemde gedrag te verklaren. Maudes beweegreden worden echter in één ogenblik duidelijk. Ergens naar het einde van de film toe zit zij samen met Harold onder een kleedje op een braakliggend terrein vol vreemde houten sculpturen. ‘Je bent heel mooi,’ zegt hij. ‘O, Harold,’ zucht ze terwijl ze de mouwen van haar vest opstroopt. ‘Ik voel me net een schoolmeisje bij jou.’ Hij pakt haar hand. De camera blijft slechts een seconde hangen op een reeks cijfers, getatoeëerd op haar onderarm. Elders in de film is al ter sprake gekomen dat Maude als jonge vrouw uit Europa naar Amerika is gekomen. Wat haar in haar jeugd is overkomen en waarom ze nu besluit te leven voor tien wordt niet verder toegelicht. Maar dit korte shot spreekt boekdelen.

 

Dan zijn er kleine zaken die Tosca aan overtuigingskracht doen inleveren. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van (voor de hand liggende) metaforen. Zo is het gezicht van een bakkersvrouw ‘plots bleek als bloem’ en is het meisje waar de vertaalster mee te maken heeft net zo ‘onvertaalbaar’ als poëzie. Ook gebruikt Vanhauwaert komische, haast absurdistische, beschrijvingen die misplaatst lijken. Zo loopt er bijvoorbeeld een man met een hoepel ingepakt in cadeaupapier over een plein, net wanneer May daar op een terras haar koffie zit te drinken, of gooit een collega van haar per ongeluk een bord spaghetti op een witte poedel. Waar de hele opzet van Ashby’s film larger than life is, vallen de anekdotes in de roman, hoe klein hun rol ook is, uit de toon in een wereld die verder vrij gewoontjes blijft. De humor in Tosca steekt daarnaast af tegen de zwaarte van de rest van het plot, terwijl de komische dimensie in Harold and Maude die zwaarte juist onschadelijk maakt.

 

Het bijzondere aan Vanhauwaerts prozadebuut is de briefvorm waarin het verhaal geschreven is. De roman omvat een brief van May aan haar uitgever Daniel. Tegen het einde van het boek wordt duidelijk dat deze brief eigenlijk een manuscript is en dat wat erin staat niet per definitie waar is. Wie bespeelt wie? Is het Aline die May, om onverklaarbare redenen, geheel en al voor zichzelf wil hebben of wil May dat van Aline? Leeft en sterft het meisje bij gratie van de vrouw of is het andersom? Het is met deze vraag dat de roman, ondanks enkele tekortkomingen, een nieuwe en interessante wending neemt, dat het boek rechtsomkeert maakt en de lezer uitnodigt om weer van voor af aan te beginnen. Harold and Maude eindigt vlak na Maudes tachtigste verjaardag. Harold heeft een speciale avond georganiseerd voor zijn vriendin. Hij heeft haar hele huis versierd met grote papieren bloemen, hij heeft een taart, champagne, muziek. Na het eten wil hij haar nog een verassing geven, eentje die hij in een klein doosje bewaart en waarvan hij hoopt dat die haar heel blij zal maken. ‘Harold, ik ben gelukkig,’ zegt Maude en ze omhelst hem, ‘Ik kan me geen mooier afscheid indenken.’ Een uur eerder heeft ze pillen ingenomen. Voor middernacht zal ze sterven. Harold belt een ambulance. In de ziekenwagen zegt hij tegen Maude dat hij haar liefheeft – waarop zij reageert: ‘Ga nog wat meer liefhebben.’ Ook hier wordt weer de vraag opgeworpen wie er eigenlijk voor wie was. En aangezien die vraag bij zowel Vanhauwaert als bij Ashby onbeantwoord blijft, zou de conclusie getrokken kunnen worden dat iedereen, in meer of mindere mate, een doodswens met zich meedraagt. Het is de manier waarop hier gestalte aan gegeven wordt die telt.

 

Deze recensie over Tosca van Maud Vanhauwaert door Lena van Tijen werd mede mogelijk gemaakt door het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV).

Das Mag, 2023

Geplaatst op 24/05/2024

Categorie: Proza, Recensies

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.