Proza, recensie

Over oceanen en generaties

DealersDochter

Astrid H. Roemer

Er zijn eindeloos veel vrouwen opgeofferd in de literatuurgeschiedenis. De dood van een ‘mooie vrouw’ was volgens Edgar Allan Poe zelfs het ‘meest poëtische onderwerp van de wereld’. Met een dode vrouw maak je het toneel klaar voor passie, verraad en onthullingen. De dood van een vrouw is een perfect beginpunt. Haar lichaam als het offer dat gebracht wordt aan het altaar van het patriarchaat: monddood, enkel vlees.

Het offer in DealersDochter wordt gemaakt in het tweede hoofdstuk, als duidelijk wordt dat Heli (ook één van de personages in Astrid Roemers vorige roman Gebroken Wit) voor de ogen van haar man Boris is vermoord door twee indringers. Boris is één van de vijf vertellers van deze roman, die ieder een eigen afgebakend hoofdstuk krijgen voor hun verhaal. Het koor rondom Heli’s moord wordt zodoende gevormd door haar man Boris, haar moordenaar Brandon, haar dochter Eloe, Brandons dochter Aqua en tot slot haar beste vriendin: Carmen, ook wel Caatje.

Een meerstemmige vertelling

Zo’n meerstemmige vertelling gebruikte Roemer ook al in Gebroken Wit (2019), waar het een stuk uitdagender was om te ontdekken wie er nu eigenlijk aan het woord was. De vorm van DealersDochter, met hoofdstukken vernoemd naar de vertellers, doet denken aan de verstrengeling van verhalen in Girl, Woman, Other (2019), de bestseller van de Britse sensatie Bernardine Evaristo. De vertelvorm is een belangrijke sleutel tot de kern van de roman. Het meerstemmige wijst op een verhaal dat afhankelijk is van meerdere perspectieven, die niet gedomineerd worden door een alwetende verteller. De verrassende connecties tussen die stemmen, waarvan ik mijn best zal doen om niet iedere connectie reeds te onthullen, drijft de plot voort en vervult tegelijk een autonome functie. Connecties tussen mensen staan in DealersDochter net als in Girl, Woman, Other centraal omdat de roman iets lijkt te willen vertellen over wat we elkaar verschuldigd zijn.

Zoals de soa waar de roman mee opent. In het eerste hoofdstuk van DealersDochter leren we over Brandon, een jongen die vlucht uit het Surinaamse bovenland naar de Hollandse hoofdstad. Hij bezoekt een arts voor zijn ‘druiper’ die hij opgelopen heeft tijdens zijn avonturen rond het Slavernijmonument, avonturen overigens met zowel vrouwen als mannen. Al heeft hij het met de dokter alleen over meisjes. Van condooms wilt hij niets horen, ‘Hij houdt ook niet van sokken’, en dan krijg je dat dus, infecties die herinneren aan intieme connecties. Het is een grappig openingsbeeld en die lichtvoetigheid behoudt het hoofdstuk ook, maar er is meer aan de hand. Amsterdam is voor Brandon een oerwoud, net als zijn thuisland, waar plezier kan omslaan in verdwalen in de grootsheid, in angst.

Na zijn Hollandse artsenbezoek volgt zijn herinnering aan zijn laatste dagen in het Surinaamse bovenland. Een schoolreisje waar hij wat geld steelt om de bus te nemen naar de stad, vanwaar hij met een Nederlands meisje vertrekt naar Holland. Daar overvalt de oneindigheid van de grote stad hem, in vergelijking met Paramaribo wat ‘geen stad’ is, dat ‘had een marronmeester hem ruw uitgelegd: Paramaribo is gewoon een steigerplaats van slavenmeesters die zich heeft uitgebreid tot een dorpskern met mooie huizen en dure winkels voor bevoorrechten.’ Amsterdam slokt Brandon op, hij raakt verstrikt in de drugshandel, het eindigt in de dood van zijn landgenoot Heli. Het bloed zit aan zijn handen. De dekmantel voor zijn drugsdiensten is een baantje als vakkenvuller. Het vullen van de schappen van de supermarkt wordt in parallel gebracht met het neuken. Vullen is het devies voor deze gevluchte man in Amsterdam. Ondanks de overweldigende grootte van de hoofdstad vindt Brandon zijn plekje in de enorme machine. Tot hij op die ene dag in Heli’s huis eindigt.

Schuld en onschuld

Zodoende wordt Heli slachtoffer van iets waar zij helemaal niet van op de hoogte was: dat haar man Boris diep verwikkeld zat in een groot drugsnetwerk. Dat hij informatie doorgespeeld had die heeft geleid tot de dood van een drugsbaron. De moord zelf lezen we vanuit het perspectief van Boris. In de hoofdstukken van Aqua en Eloe raken we dichter bij het heden. Van Brandon ontdekken we dat hij terecht was gekomen in het Amsterdam van de jaren negentig, door de verwijzing naar de hit Wasmasjien van Trafassi. ‘Gooi maar in de wasmachine en laat maar lekker draaien!’ Aqua en Eloe zijn op basis daarvan waarschijnlijk Generatie Z. Ze mijmeren ook op die manier. Ze hebben veel interesse in hun afkomst, ze zijn kritisch over de liefdeloosheid van de door racisme doordrenkte lage landen. Aqua heeft Eloe gecontacteerd via een brief, ze hebben iets met elkaar maar ‘over dat wat hen had samengebracht besloten zij niet te spreken en niet te corresponderen.’ Toch komt Eloe stapsgewijs dichterbij haar levensverhaal door haar relatie met Aqua en de beste vriendin van haar moeder Carmen.

Ook die intergenerationele parallel wordt mogelijk gemaakt door de meerstemmige vertelstructuur. Het bijzondere aan de structuur is dat het zowel het rechtlijnige van het moordplot kan dragen, als het gelaagde van de verschillende ervaringen van Surinamers, die ieder op een andere manier een relatie met Nederland hebben. Omdat ze uit andere plekken in Suriname komen, of omdat ze uit verschillende generaties komen. Alleen in het hoofdstuk van Aqua, ook het meest lijvige hoofdstuk, komt Heli’s tragische dood iets meer op de achtergrond te staan. Dat komt waarschijnlijk doordat Aqua zelf aanvankelijk niet op de hoogte is van haar band met de dood van Heli. Ze is de dochter van één van de moordenaars, maar dat weet ze niet, aangezien ze opgroeit met Brandons neef Janus als vaderfiguur. Toch is het belangrijk om stil te staan bij wat er gebeurt in dat hoofdstuk. Aqua valt namelijk een diepe geschiedenis in, zij worstelt met haar afkomst. Suriname, daar ‘moet ze een keer zelf heen. Niet zo in haar hoofd blijven peuteren wat haar afkomst betreft.’

Na die realisatie volgt een simpele en rake observatie: ‘Overal waar ik kom ben ik zwart.’ Door Kees ‘t Hart in De Groene Amsterdammer al genoemd als ‘verreweg de ontroerendste zin die ik recent las’. Het is een simpele observatie met diepe implicaties. Aqua’s observaties zorgen voor onenigheid tussen haar en haar ouders, die in een andere tijd een keuze hebben gemaakt voor Nederland en voor wie haar twijfel over die keuze pijnlijk is. Aqua’s zoektocht naar zichzelf en haar relatie tot de omgeving wordt weerspiegeld in haar passie: het schilderen van andere mensen. Observeren en vervormen, zelf iets maken. Net als hoe er voor Brandon twee gebaren zijn die elkaar spiegelen (seks en vakkenvullen), zijn er voor Aqua ook twee gebaren die elkaar spiegelen (mijmeren en schilderen). Door dit soort eigenzinnige parallellen vind je ook een weerklank van Brandons vlucht in die van Aqua. Zelfs terwijl het dus nog niet duidelijk is dat Aqua Brandons bloedeigen dochter is, voel je dat vluchtende uit het eerste hoofdstuk terugkomen in Aqua’s verhaal. Je hoort de echo van het Amazoneverleden in de ruzies met haar ouders: ‘Het oerwoud was beangstigend. Wist zij, zonder er ooit te zijn geweest.’

Het noodlot

Hoe dan Heli’s dood te begrijpen in dit verhaal? Het lijkt erop dat we haar achtergrondverhaal in Gebroken Wit nodig hebben om te weten wat er met Heli gebeurd is. In Gebroken Wit leerden we dat Heli niet vrijwillig naar Nederland is gekomen. Ze is weggestuurd door haar moeder vanwege een affaire met de veel oudere docent Derik. Moeder Louise, die al haar kinderen heeft verwekt met verschillende mannen, waakt als een leeuw over haar dochters: geen man zal ze mogen gebruiken voor enkel de lusten. ‘En toch was het juist Heli die zich altijd gehouden had aan haar ouderlijke wet’, lezen we in Gebroken Wit.

Het leven van Louise als alleenstaande moeder van vier kinderen met vier verschillende mannen, en het seksuele geweld dat daarmee gepaard ging, doet ertoe in DealersDochter. Die achtergrond laat je namelijk begrijpen waarom zij alles op alles zette om haar dochter weg te krijgen bij de veel oudere Derik. Tegelijk is het ook de breuk met Derik die ervoor zorgt dat Heli terechtkomt bij de man die verantwoordelijk is voor haar dood.

Het lijkt misschien onzinnig om zo te denken: wat als… wat als… Maar in DealersDochter maakt het uit dat het ook anders had kunnen eindigen. Het maakt uit dat het geweld onverwachts was en het maakt uit dat het eigenlijk gericht is op de verkeerde persoon. Niet alleen omdat het laat zien dat je jezelf nooit volledig kan beschermen tegen pijn, maar ook omdat het laat zien dat de doorwerking van die pijn over oceanen en generaties heen getild wordt.

Eigenlijk zit die gedachte ook al in het eerdere werk van Roemer. Een vermoorde vrouw kwamen we al tegen in Levenslang gedicht (1987) en in Lijken op liefde (1997). Die tweede roman ligt stilistisch het dichtst bij het nieuwe DealersDochter en laat zien dat het Roemers taalexperiment ten goede komt wanneer de plot in zekere zin vernauwd wordt. Het bredere plot van Gebroken Wit bijvoorbeeld, dat zich voornamelijk rond de ziekte en aanstormende dood van oma Bee (Heli’s grootmoeder) spant, vraagt veel meer oplettendheid van de lezer. DealersDochter is sterker verankerd in plot en wint ook aan spanning door de hints die in het eerdere boek zijn gegeven.

Samenleven na geweld

Het is in het laatste hoofdstuk, verteld vanuit Heli’s beste vriendin Carmen, dat die spanningsboog vanuit Gebroken Wit naar DealersDochter rond wordt gemaakt. ‘Mijn echtgenoot zit naast mij’ is de eerste zin van het hoofdstuk. Er spreekt een enorme helderheid, zelfs een simpelheid uit deze roman. Roemer heeft op die manier haar stijl in dit werk vernieuwd, heruitgevonden. Dat Boris na de dood van Heli zijn seksuele heil zoekt bij haar beste vriendin ontdekken we al eerder in de roman. Hier wordt het duidelijk dat ze ook echt een leven met elkaar aan het opbouwen zijn.

Dat is even slikken, maar het is ook logisch dat zo een samenkomst zou gebeuren in deze roman. De hoofdvraag die telkens op een andere manier wordt gesteld (en niet alleen in deze roman maar in Roemers hele oeuvre) is: hoe samen te leven na geweld? Ik formuleer dat bewust met simpele en open woorden, want het samen-leven kan verschillende dingen betekenen. De relatie tussen Carmen en Boris is een klassiek, romantisch samenleven, maar in DealersDochter zijn er ook andere niveaus van samenleven: de marron Brandon die het bovenland ontvlucht laat je nadenken over de samenlevingsvormen in stedelijke en niet-stedelijke gebieden. Dat sterke dwingende koord dat over de Atlantische oceaan wordt gegooid door de weggestuurde Heli echoot de impact van migratie op het samenleven. Eloe’s moedergemis doet denken aan het samenleven in een gezin en, op een abstracter niveau, aan intergenerationeel samenleven, wat het hoofdthema was in Gebroken Wit. De verrassende vriendschapsrelatie tussen Eloe en Aqua gaat om samenleven tussen leeftijdsgenoten, om zusterschap, en ook om een bondgenootschap tussen mensen die afkomstig zijn van de personen die elkaar geweld hebben aangedaan. Daar zit een krachtig commentaar op de koloniale geschiedenis in.

Samenleven na geweld, dat is één van de gigantische taken van de postkoloniale wereld. Roemer spint hier een narratief netwerk voor dat niet vervalt in gemeenplaatsen zoals een ‘gedeeld verleden’. Zoiets zou het te makkelijk maken om de pijn uit de weg te gaan. Al die verschillende relaties in DealersDochter zijn een nieuwe manier van nadenken over het postkoloniale samenleven. Het lijkt erop dat we nog niet van Heli af zijn, Roemers DealersDochter vormt namelijk het middelste gedeelte van een trilogie.

Heli’s dood is onverdiend maar niet vergeefs. De moord op een vrouw is in deze roman meer dan een beginpunt voor het ontwikkelen van een intrige. Bovendien weten we helemaal niet of Heli een mooie vrouw was, en dan zal Edgar Allan Poe’s voorkeur voor haar dood er dus ook wel niet toe doen.

 

Een recensie door Emma van Meyeren over DealersDochter van Astrid H. Roemer.

 

Prometheus, Amsterdam, 2023
ISBN 9789044641769
208p.

Geplaatst op 05/07/2023

Tags: Bernardine Evaristo, Edgar Allan Poe, Gebroken wit, Meerstemmig, Proza

Categorie: Proza, recensie

Naar boven

Reacties

  1. astrid h roemer

    L.S. kun je een persoon die medeplichtig is aan moord dan ook moordenaar noemen….IK BEDOEL TE ONDERZOEKEN HOE VER MEDEPLICHTIGHEID UITGEREKT KAN WORDEN. het is inderdaad niet mijn bedoeling geweest om de vraag te beantwoorden en/of de kwestie op te lossen. TOCH IS DEZE ZAAK DE KERN VAN MIJN ROMAN en emma van meyeren heeft helemaal gelijk wat betreft DealersDochter: hoe in het HIER EN NU om te gaan met historisch en met min of meer actuele vormen van moorddadig geweld OP EEN WIJZE DIE HELENDE EN CONSTRUCTIEVE BONDGENOOTSCHAPPEN VORMT. astrid h roemer paramaribo 290723

    Beantwoorden

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.