Proza, Signalement

Op zoek naar een verhaal

Ik kom hier nog op terug

Ik kom hier nog op terug

Rob van Essen

Met de bekroning van de bestverkochte Nederlandstige roman en meest uitgeleende Nederlandstalige roman van 2024 heeft Rob van Essens laatste pennenvrucht Ik kom hier nog op terug zich andermaal gevestigd als een van de literaire kleppers van het voorbije jaar. Eerder prijkte het werk al op talloze longlists en shortlists én sleepte het de Libris Literatuurprijs in de wacht. Toch heb je als lezer niet meteen het gevoel dat je een literaire tour de force in handen hebt. Wie net de eerste honderd pagina’s achter de kiezen heeft, stelt zich misschien zelfs de vraag of al dat applaus wel terecht is. Van Essen laat ons lang raden waar hij met zijn roman naartoe wil.

Het boek opent met een proloog, ‘De man op de brug’, waarin we via een auctoriële verteller kennismaken met Rob Hollander, een brugschilder met een (niet nader beschreven) jeugdtrauma. Het middenstuk, ‘Vijf pogingen om Mr. G.B.J. Hiltermann naar huis te brengen’, verhaalt eveneens over Rob Hollander, al is deze dan opeens een journalist. Hij blikt in de ik-vorm terug op een voorval uit zijn jeugd, waarbij hij samen met een buurjongen de ‘man in het bos’ gaat zoeken. Al snel verdwalen ze, waarna ze de nacht in het donker moeten doorbrengen. Het incident vertoont duidelijke parallellen met het jeugdtrauma van de brugschilder uit de proloog. Wie denkt Robs jeugdtrauma zo meteen te kunnen achterhalen, is er evenwel aan voor de moeite: de jongens komen zonder het minste schrammetje thuis. Waarom nam Van Essen meer dan vijftig bladzijden voor iets wat slechts een fait divers lijkt? Wat is nu precies het verband tussen Rob de journalist en Rob de brugschilder? De lezer blijft enkel met vragen achter.

Die vragen blijven zich enkel opstapelen. De roman maakt vervolgens een sprong van veertig jaar. Aangezien zijn journalistieke carrière niet echt wil vlotten, bedenkt de nu vijftigjarige Rob het weinig originele idee om een artikel over zijn voormalige medestudenten Filosofie te schrijven. Dat brengt hem na vele jaren weer in contact met de mysterieuze Icks, die een fortuin vergaarde in de game-industrie. Icks is in het bezit van een tijdmachine die hij wil exploiteren voor therapeutische doeleinden. Rob krijgt als proefkonijn de kans om een gebeurtenis uit zijn leven te corrigeren. Hij kiest voor een ogenschijnlijk onschuldig voorval: tijdens zijn studententijd liet hij ooit een verdwaasde G.B.J. Hiltermann, een voormalig radio-icoon waar zijn vader dol op was, in kamerjas en pantoffels op een brug staan. Hoewel Hiltermann nadien ongedeerd weer thuis kwam, wil Rob hem nu alsnog in het verleden gaan helpen. Het is de zoveelste keer dat het boek een andere weg lijkt in te slaan en daarmee vooral vragen oproept.

 

Alles tegelijk verzinnen

Ik kom hier nog op terug lijkt zo lange tijd geen richting te vinden: we springen van het ene mogelijke verhaal naar het andere. De besluitloosheid van de protagonist slaat over op het hele boek. Rob heeft naar eigen zeggen een aantal keer de ambitie gehad om een roman te starten, maar heeft die pogingen altijd vroegtijdig gestaakt. Als we 80 bladzijden ver zijn, bekent hij: ‘Ik weet nooit waar een verhaal heen moet. Er zijn zoveel mogelijkheden, waarom zou je het ene vervolg kiezen en alle andere mogelijkheden verwerpen? Toch moet je keuzes maken, je kan niet alles tegelijk verzinnen.’ Dat is nou juist wat Van Essen hier vrijwel constant doet. Hij begint telkens een nieuw verhaal en introduceert steeds weer nieuwe personages (Icks, diens rechterhand Grace, de butler Duck …), maar doet daar ogenschijnlijk niets mee. Naarmate het verhaal vordert, lijken al die verhalen langzaam samen te vloeien, al hoedt de auteur er zich voor om ons de sleutel tot een allesomvattende verklaring te schenken. Zo ontdekken we dat Icks eigenlijk de jongen is met wie Rob destijds in het bos verdwaalde. Icks heeft met zijn tijdmachine iets aan de gebeurtenissen veranderd, maar hij weet zelf niet meer wat. Elke vraag die het boek beantwoordt, werpt meteen een nieuwe op.

De laatste 150 bladzijden lijken we plots weer in een volledig nieuwe roman te duiken. Icks heeft namelijk een verborgen agenda. Bij de vijfde poging transporteert hij Rob niet naar de brug waar Hiltermann in de jaren negentig staat te wachten, maar naar hun gezamenlijke studententijd in de jaren ’80. Rob blijkt niet zijn enige slachtoffer te zijn: hij krijgt er gezelschap van een hele stoet oud-medestudenten. Stuk voor stuk ontlenen ze hun naam aan de kostuums die ze droegen op hun beruchte ‘Grote Verkleed Feest’. Het geeft de nieuwe personages meteen een duidelijke smoel zonder dat ze te veel gaan afleiden van de eigenlijke protagonist. Gevangen in de eighties moeten ze samen trachten te overleven. Wie een pijnlijke confrontatie met hun verleden verwacht of een klaagzang om weer in het heden te komen, heeft het wederom bij het verkeerde eind.

Het laatste deel van het boek leest in plaats daarvan als een filosofische feelgoodroman. De gestrande tijdreizigers veroveren op dolkomische wijze een bus en hossen daarmee naar Zuid-Frankrijk, waar ze hun intrek nemen in een abdij. Als een stel oude hippies leven ze van optredens en cursussen die ze organiseren. Ondanks dat ze blijven zoeken naar de waarheid over wat hen is overkomen – en welke mens is ooit echt vrij van die zoektocht? – berusten ze enigszins in hun situatie. Hoe onverklaarbaar de gebeurtenissen ook mogen zijn, ze zorgen ervoor dat Rob voor het eerst in zijn leven deel uitmaakt van een groep. De vraag waarom Icks hem dit aandeed, maakt geleidelijk plaats voor een zekere dankbaarheid. Zo bedachtzaam als het eerste stuk van de roman leest, zo vlot vliegen de jaren nu voorbij.

Wie net aan Ik kom hier nog op terug begint, moet er inderdaad op vertrouwen dat Van Essen nog op de gebeurtenissen zal terugkomen. De eerste helft  speelt voortdurend met onze verwachtingen. Het duurt een tijd voor je de grote lijnen ziet die het verhaal samenbinden. Enerzijds houdt dat het boek fris, maar anderzijds heb je lang het gevoel dat het verhaal eindelijk wel eens van de grond mag komen. Dat je niet afhaakt, heeft veel te maken met Van Essens onderhoudende schrijfstijl. Hij zuigt ons telkens weer in zijn nieuwe verhaal, zodat we haast vergeten dat hij ons eigenlijk in cirkeltjes laat draaien. Toch is deze roman geen vrijblijvend spel. Door zijn sciencefictionverhaal te omkaderen met ‘De man op de brug’ creëert de auteur ruimte om na te denken over de relatie tussen trauma en verbeelding. Heeft Icks met zijn tijdreizen een parallel universum gecreëerd waarbij sprake is van zowel een getraumatiseerde als een niet-getraumatiseerde Rob? Of probeert dit verhaal, net als de brugschilder, aan zijn eigen geschiedenis te ontsnappen? Een pasklaar antwoord krijg je niet, stof om over na te denken des te meer.

 

Signalement: Ik kom hier nog op terug van Rob van Essen door Timothy Pareit

Atlas Contact, Amsterdam, 2023
ISBN 9789025475277
400p.

Geplaatst op 24/01/2025

Tags: Recensie, Rob van Essen, Sciencefiction, Tijdreisfictie, trauma

Categorie: Proza, Signalement

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.