In 2001 liet Margriet de Moor de kleine roman Kreutzersonate. Een liefdesverhaal verschijnen, waarin het gelijknamige Eerste strijkkwartet van Leoš Janáček een cruciale rol speelt. Dat werk is op zijn beurt gebaseerd op de novelle over passie en overspel met dezelfde titel van Leo Tolstoj, waarin de vioolsonate centraal staat die Ludwig van Beethoven schreef voor de violist Rudolphe Kreutzer, en die bekendstaat als de Kreutzersonate. Het is een interessante keten die duidelijk maakt hoe muziek en literatuur elkaar wederzijds kunnen beïnvloeden. En het zijn stuk voor stuk werken die gaan over hartstochtelijke liefde en de gevolgen daarvan.
Iets vergelijkbaars is aan de hand met de nieuwe roman van Christiaan Weijts (1976). Het valse seizoen maakt er geen geheim van dat het verwijst naar Janáčeks Tweede strijkkwartet, dat bekendstaat onder de titel Intieme brieven. Dat is op zijn beurt een verklanking van de vurige liefdesbrieven die de componist schreef aan zijn achtendertig jaar jongere muze Kamila Stösslová, een getrouwde vrouw op wie hij immens platonisch verliefd was en die hem in de laatste twaalf jaar van zijn leven inspireerde tot zijn beste werk. Hun bij wijlen bevlogen correspondentie is gepubliceerd onder de titel Intimate Letters.
Weijts’ roman heeft weliswaar de vierdelige structuur van dat strijkkwartet, inclusief de tempoaanduidingen die zowel in het stuk als in het boek de heftigheid van de beschreven gevoelens aanduiden, maar de bezetting is anders. Dat is die van een strijktrio, met name: een violist, een altvioliste en een cellist. Deze hoofdpersonages gaan door middel van behoorlijk persoonlijke getuigenissen en brieven – telkens aangeduid met de bijbehorende sleutel, respectievelijk de sol-, do- en fa-sleutel – met elkaar in gesprek en langzamerhand worden allerlei ingewikkelde liefdesrelaties duidelijk.
Het levert een boek op waarin het gaat over gevoelens, verlangens en driften, maar omdat Weijts dat alles inbedt in de maatschappelijke context van vandaag (bijvoorbeeld de aanslag op Charlie Hebdo, IS en Vlucht MH17) gaat het anders dan bij De Moor of Tolstoj, die uitsluitend op de liefdesrelatie focussen, over nog veel meer. Het valse seizoen is een ongelooflijk rijk boek waarvoor geldt wat voor Janáčeks strijkkwartet opgaat: er is niet echt een leitmotiv, maar er worden steeds nieuwe thema’s en motieven ingevoerd met bijbehorende stemmings- en tempowisselingen.
In het eerste deel maken we kennis met Camiel, een uitgebluste muzikant die tweede viool speelt in een kwartetje dat ermee ophoudt. Als hij op weg naar een optreden op een hoek de straatmuzikante Nadège hoort spelen, raakt hij volledig van haar in de ban. Hij zoek contact met deze mysterieuze vrouw, die het liefdeskind blijkt te zijn van een adellijke vrouw en een zigeuner, en ze krijgen een stormachtige seksuele verhouding. De altviool, die zij op het gehoor speelt, is haar grote liefde; ze komt aan de kost als escortgirl, wat tot hevige jaloezie leidt bij Camiel.
Het derde hoofdpersonage is Pablo, een cellist die ooit wereldfaam genoot als componist, maar nu zijn brood verdient als Uberchauffeur. Hij komt in de problemen als een louche klant van hem ontdekt dat Pablo gesprekken van hem verwerkt heeft in de klankexperimenten die hij maakt voor een onbeduidend nachtprogramma op de radio. Pablo moet zijn biezen pakken en slaat op de vlucht.
Het tweede deel van de roman biedt de verklaring voor het feit dat Pablo zich uit de muziekscene heeft teruggetrokken. Het vertelt het verhaal van een masterclass met Pablo waaraan Camiel deelnam en die volledig ontspoorde, niet alleen door de onconventionele werkwijze van de componist – het gaat er nogal lichamelijk aan toe – maar ook en vooral door toedoen van Camiel. Omdat hij verliefd is op Jennifer, die evenwel een relatie heeft met pianist Alex, zorgt hij ervoor dat die laatste de hartstochtelijke vioolsonate van César Franck gaat inoefenen met de verlegen violiste Imara, die van Pablo een topviool in bruikleen heeft gekregen. Door allerlei manipulaties van Camiel gaat het meisje geloven dat de pianist wat voor haar voelt, en als blijkt dat dat niet waar is, slaat ze haar dure instrument stuk tegen de muur. Omdat Pablo de kostbare Amato niet heeft laten verzekeren, draait hij op voor de kosten.
In het derde deel schepen Nadège en Camiel in als orkestleden op een replica van de Titanic. Bien étonnés de se trouver ensemble, blijkt ook Pablo er een hut te hebben. In het grootste geheim werkt hij aan de voltooiing van zijn strijkkwartet, dat uitgevoerd zal worden door de orkestmeester van de Titanicband, Camiel, Nadège en de componist zelf. Het moet het muzikale klapstuk van de reis worden, maar er komt een kink in de kabel: Nadège wordt gekaapt door een filmregisseur en Pablo verdwijnt spoorloos. Bij onderzoek van zijn kajuit blijkt hij bovendien pillen te slikken die duidelijk maken dat zijn levenseinde nabij is.
De finale in het vierde deel heeft iets weg van een politieverhaal: Camiel zet de achtervolging in op Pablo en via Venetië en Wenen belandt hij in Tsjechië, waar hij de componist zieltogend in het bos vindt. Duidelijk is ondertussen dat Imara, het meisje van de Amato, eigenlijk Pablo’s dochter is en dat ze elkaar zouden ontmoeten – een verwijzing naar de doodsoorzaak van Janáček, die ook stierf nadat hij in het bos op zoek was gegaan naar een verdwenen kind.
Het valse seizoen is dus een boek vol verwikkelingen die uiteindelijk allemaal in elkaar grijpen. Het levert een spannend en vaak hitsig boek op dat in de eerste plaats gaat over de liefde in al haar facetten: van verboden liefde (de ouders van Nadège), via de betaalde liefde (Nadège) over seksuele aantrekkingskracht (Camiel en Nadège), verwoestende verliefdheid (Camiels gevoelens voor Jennifer) en een slippertje met grote gevolgen (Pablo) tot uiteindelijk vader- en dochterliefde (Pablo en Imara) – in Weijts’ roman worden ze stuk voor stuk onderzocht. Met de Amato-episode als duidelijkste metafoor luidt de conclusie dat passie en drift veel kapot kunnen maken.
Daarmee past dit boek naadloos in het oeuvre van Weijts, die eigenlijk in elk van zijn romans dezelfde thematiek behandelt. Ook in Art. 285b (2006) en Via Capello 23 (2008) leidt de fascinatie voor foute meisjes tot de ondergang van het hoofdpersonage.
Maar Weijts voegt in zijn nieuwe roman een dimensie toe aan die centrale thematiek in zijn werk. Het gaat hier uitdrukkelijk ook over waarheid en leugen, iets waar de titel de nadruk op legt. Het valse seizoen, dat moet wel de aanduiding zijn voor het concertseizoen waarin Camiel en Nadège in het orkest van de Titanic spelen. De kopie van het noodlottige schip is uiteraard op zich al een nabootsing van de werkelijkheid, en ook op het schip zelf is niets waarachtig. Zo speelt de orkestmeester zogenaamd op de originele viool van de eerste violist van de oorspronkelijke Titanicband, iets wat al snel als reclametruc wordt doorgeprikt.
Ook op een hoger niveau gaat het in deze roman over werkelijkheid en schijn. Elk van de personages doet zich immers voor als iemand anders – de taxichauffeur blijkt componist, de straatmuzikante is een luxehoer, Camiel mocht ooit ‘de handen van Paganini’ spelen in een verfilming van het leven van deze meesterlijke violist, maar speelt eigenlijk tweede viool en is bovendien ongevoelig geworden voor muziek – en ze hebben allemaal geheimen: Nadège haar job, Pablo zijn bastaarddochter, Camiel zijn onfrisse rol in het drama tijdens de masterclass. Niet voor niets luiden de laatste woorden van elk van de drie hoofdpersonages gelijk: ‘Geloof me.’ Wat ze hier vertellen is eigenlijk een biecht en waar ze elk voor zich, met vallen en opstaan, naar streven, is authenticiteit. Zijn verhouding met Nadège zorgt ervoor dat Camiel opnieuw een zekere sensibiliteit voor muziek ontwikkelt, Pablo wil muziek componeren die zo sterk mogelijk het spraakritme van de mens benadert, Nadège wil met muziek een impact hebben op de maatschappij.
Dat raakt vervolgens aan de derde grote thematiek van deze roman: de muziek. Niet alleen levert die met Janáčeks Intieme brieven het structuurprincipe en het genre (briefroman) voor dit boek, ze is op meerdere vlakken aanwezig. Op het niveau van de vertelling, uiteraard, aangezien de personages muzikanten zijn, maar ook intertekstueel speelt muziek een rol.
Pablo heeft naast trekken van Friedrich Nietzsche – niet zelden spreekt hij in aforismen uit het werk van deze filosoof – ook heel wat weg van Janáček. Zo is zijn interesse voor de taalmelodie rechtstreeks aan de biografie van Janáček ontleend, en ook zijn einde heeft hij gemeen met de Tsjechische componist. En naast het opzichtig verwerkte strijkkwartet zit er nog een ander beroemd werk van Janáček verstopt in deze roman. Het lijkt erop dat de relatie van Camiel met Nadège gemodelleerd is naar Dagboek van een verdwenene, een liedcyclus voor een tenor en een alt, die het verhaal vertelt van een burgerlijke man die volledig in de ban geraakt van een zigeunerin en met haar een passioneel liefdesavontuur beleeft, waarna hij bereid is zijn leven op te geven en haar te volgen.
Ook de rol van de alt bij Weijts is vergelijkbaar met die bij Janáček: ze staat voor de vrouw naar wie passioneel verlangd wordt. In het Tweede strijkkwartet mimeert de altpartij de stem van Kamila Stösslová, in Dagboek van een verdwenene wordt de zigeunerin vertolkt door een alt.
Ten slotte is er het niveau van de esthetica: de drie personages staan voor drie verschillende opvattingen over muziek: voor Pablo moet ze de menselijke stem benaderen en is ze dus autonoom; voor Camiel moet ze gevoelens opwekken – een expressieve opvatting met andere woorden; bij Nadège, wier naam ‘hoop’ betekent, functioneert muziek als een vorm van engagement, wat een pragmatisch standpunt is. Drie personages die elk een ander accent leggen – het maakt dat je dat ‘valse’ uit de titel ook op zijn Frans kan lezen.
Overigens hebben die drie visies op muziek ook een poëticale dimensie en kunnen ze verbonden worden met de drie thematieken die ik hierboven heb aangehaald. Het zijn namelijk precies ook de manieren waarop je het boek kan lezen: als een liefdesverhaal, als een roman met een filosofisch-maatschappelijke boodschap of als een autonoom kunstwerk, dat voornamelijk naar muziek verwijst.
Die laatste laag laat zien hoe ingenieus de compositie van deze roman is, die slechts schijnbaar vele kanten opschiet. Het valse seizoen zit boordevol verhalen en gaat zonder meer over grote gevoelens en grote vragen, maar uiteindelijk gaat het om mogelijke levenshoudingen: de rol die je speelt in het leven en de vraag of die al dan niet samenvalt met wie je echt bent. Dus ook als je helemaal niets hebt met klassieke muziek of niet als een detective op zoek gaat naar mogelijke sporen en verwijzingen, is dit een spannend boek vol existentiële vragen.
Reacties
Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.