Recensies, roman

Dankzij de ander vind je jezelf

Op zoek naar Ramona

Kader Abdolah

In Op zoek naar Ramona – Kader Abdolahs nieuwste roman – gaat kunstschilder Pieter Rademaker op zoek naar zijn dochter Ramona. De zoektocht leidt hem naar het nieuwe, multiculterele Amsterdam. De roman leest als een oproep om je open te stellen voor andere culturen. Maar in tegenstelling tot wat de achterflap belooft, is het geen ‘pleidooi voor de kracht van de schoonheid van een veranderd Nederland’. Daarvoor ontbreekt het de roman simpelweg aan kracht.

Schone schijn

Met de transformatie van hoofdpersonage Pieter Rademaker toont Abdolah hoe kennis van andere culturen een meerwaarde biedt, hoe het verruimen van je blik een extra dimensie toevoegt aan je bestaan. Althans, dat is wat hij probeert, want wie goed leest, merkt al snel dat Pieters transformatie ergens halverwege stokt.

Zijn zoektocht naar Ramona dwingt hem om de wereld van de kunst, de kunstacademie en de musea te verlaten. Hij komt terecht in de probleemwijk Amsterdam-West, een buurt die bekendstaat als ‘deelstaat van Turkije’ en als een plaats waar ramen dubbel beveiligd moeten worden, fietsen dubbel op slot en ergens aan vastgehangen moeten worden en waar het recht van de sterkste de enige verkeersregel vormt. Pieters verwachtingen bestaan dus uitsluitend uit clichés die aan multiculturele wijken verbonden worden.

Hoe vaker Pieter er komt, hoe sterker het onbekende hem prikkelt. In plaats van zich af te sluiten van de vernieuwde samenleving, geeft hij toe dat de ‘Marokkaanse kappers, tajinne restaurants, Turkse eetcafés, kebabhuizen en theehuizen’ hem intigreren. De argwaan die hij aanvankelijk voelde, was volgens hem het rechtstreekse gevolg van ‘culturele onwetendheid’ en ‘angst voor het onbekende’.

De noodgedwongen confrontatie met andere culturen zorgt ervoor dat Pieter zijn alledaags racisme overwint. De schilder die ooit rotsvast geloofde dat Turken en Marokkanen alleen maar nieuwe zuilen wilden creëeren, beseft opeens dat het net ‘goed voor ons [is] om ook met anderen kennis te [maken]’. De precieze oorzaak van die plotse ommezwaai deelt hij niet mee, en ook de verteller – die gedurende het hele verhaal anoniem blijft – onthoudt ons zijn redenering. Daarmee laat Abdolah een waardevolle kans om zijn oproep tot pleidooi te verheffen links liggen.

Pas later wordt duidelijk dat Pieters transformatie onvolledig is. Hij wordt toleranter, dat wel, maar hij hanteert nog steeds duidelijke grenzen. Wanneer andere culturen een bedreiging vormen voor de zijne, loopt het mis. Zo kan hij niet vatten dat Ramona zich stap voor stap bekeert tot de Islam. Die mening deelt hij met zijn ex-vrouw Jannie, een stadsambtenaar die de multiculturaliteit op alle andere momenten net bejubelt. Geen van beide ouders begrijpt waarom het meisje niet gewoon haar ‘eigen gewoontes’ en ‘haar  eigen pad’ kan volgen.

De mogelijkheid dat het islamitische pad weleens haar eigen pad kan zijn, houdt geen van beiden open. Alsof je eigen cultuur per definitie het beste bij je past. Opnieuw verliest Abdolahs rede aan kracht. Wijst het onbegrip voor Ramona’s keuze op de angst voor radicalisering? Of onthult het een afstand tot andere culturen die ook altijd zal blijven bestaan bij wie zich openstelt? Zet Abdolah daadwerkelijk in op die tweede interpretatie, schiet de roman duidelijk tekort als pleidooi.

Oude liefde roest niet

Zo lang culturen niet in elkaars vaarwater komen, vindt Pieter multiculturaliteit geen probleem. Dat blijkt onder meer uit zijn vriendschap met Issayas en zijn liefdesrelatie met Ayse. Issayas is de eerste ‘illegale persoon’ in Amsterdam die Pieter in levenden lijve ontmoet. Aanvankelijk bewaart hij afstand, maar de Ethiopische kunstenaar verovert al snel een plaats in zijn hart. Hun gedeelde affiniteit met kunst draagt daar ongetwijfeld aan bij.

De band met Issayas opent voor Pieter ‘een luik naar Afrika’ en doet hem denken aan de Afrikaanse reizen van Pablo Picasso. De Spaanse kunstenaar vond in de Afrikaanse maskers ‘een grandioze nieuwe inspiratiebron’, die later voor ‘een radicale monumentale weding in zijn oeuvre’ zorgde. Het contact met Issayas – en meer algemeen met andere culturen – zal naar Pieters gevoel exact hetzelfde effect hebben op zijn werk. Al rijst de vraag of dat wel echt zo is.

Op het moment dat Pieter het nieuwe Amsterdam leert kennen, zit hij nog half vastgeroest in de wereld van Van Gogh en Rembrandt. De confrontatie met de haast onherkenbare stad laat hem beseffen dat het werk van zijn grote voorbeelden niet langer strookt met de realiteit. Meer nog, het doet hem inzien dat zijn nieuwste werken slechts een herhaling zijn van hetgeen hij vroeger deed:

Als kunstschilder had hij eigenlijk alles bereikt wat binnen het kader van deze tijd en deze plaats voor iemand als Pieter Rademaker mogelijk was. De tijden waren veranderd, Pieter zou nooit meer een baanbrekende schilder als Rembrandt, Van Gogh, Vermeer of Mondriaan kunnen worden. De schildertijd had haar glorietijd gehad, de grote twintingste-eeuwse schilders […] hadden geen ruimte overgelaten voor toekomstige schilders om iets nieuws te doen.

Al neemt dat niet weg dat Pieter het niet probeert. Door naast echte mensen ook echte scènes te tonen, probeert hij de nieuwe realiteit op zijn doeken te krijgen. Daarvoor maakt hij onder meer schetsen van de ‘zonnebloempitten etende vrouwen in het park, van de bejaarden die op de bankjes rookten terwijl ze alles in de gaten hielden en van de kaartspelende mannen in het theehuis die tegelijkertijd naar een voetbalwedstrijd keken’. Stuk voor stuk beelden die hij zo getrouw mogelijk wil weergeven. Pieter vindt dus geen nieuwe kunststroming uit, maar wil – net als Van Gogh – het realisme inzetten op een vernieuwende manier:

Als voorbeeld had hij De sterrennacht van Van Gogh op het oog. In dat schilderij zijn alle elementen reëel, maar toch niet. De sterren zijn de sterren, maar niet echt; de dorpshuizen zijn gewone woningen, maar niet helemaal; de boom is een realistische boom, maar net niet. Alles in dat doek beweegt richting de grenzen van abstractie, maar het schilderij wijkt toch niet af van de realiteit.

Hoewel Pieter meermaals benadrukt dat de tijd van het realisme voorbij is, doet hij zelf een beroep op de stroming. Hij wil de schilder van zijn tijd worden, maar treedt simpelweg in de voetsporen van Van Gogh. Pieter denkt te vernieuwen, maar grijpt terug naar traditionele kaders om een vernieuwde realiteit te vatten. Met andere woorden: Pieter gebruikt het vertrouwde om het nieuwe te begrijpen. Zo toont Abdolah op een verrassende manier hoe twee culturen perfect naast elkaar kunnen bestaan, zonder van elkaar te eisen dat ze bepaalde tradities aanpassen of verloochenen.

In de verschillen blinken gelijkenissen

De bijzondere band die Pieter opbouwt met Ayse, een vriendin van zijn dochter, kent dezelfde evolutie als die met Issayas. Pieter wil geen vooroordelen hebben of racistisch denken, maar kan niet ontkennen dat de angst voor vreemdelingen hem aanvankelijk parten speelt. Het besef dat achter heel wat van de culturele verschillen eigenlijk gelijksoortige denkpatronen schuilgaan, helpt hem om die angst te overwinnen.

Wanneer Issays hem erop wijst dat ‘de mannen van de familie’ zich moeten verenigen om Ramona te beschermen, spreekt Pieter dat tegen. In Nederland primeren namelijk ‘de rechten van het individu’. Pas als hij er later aan terugdenkt, beseft hij dat hij te snel geoordeeld heeft. Toen Pieter als tiener zag hoe zijn vader zijn moeder aanviel, vond hij het zijn plicht als man om in te grijpen en haar te beschermen.

Ook tussen verschillende religies ontdekt de schilder plots gelijkenissen die hij nooit eerder zag. Pieters standpunt over abortus blijkt bijvoorbeeld

eigenlijk hetzelfde oordeel van de religieuze instituten als het Vaticaan en de Islam. […] Hij was tegen afbreking van een zwangerschap. Wat een kleinzieligheid, kortzichtigheid en onwetendhied om over het lot van een baby te bepalen. Een kind is een gebonden leven, een ondoorgrondelijke toekomst, en je moet ervan afblijven.

De ‘nuchtere Hollander’ en ‘calvinist van vlees en bloed’ ontdekt hoe langer hoe meer overeenkomsten tussen verschillende culturen en geloofsovertuigingen. Gelijkenissen die hij zonder het contact met Ayse en Issayas nooit had (h)erkend.

In de ander vind je jezelf

Pieters zoektocht naar Ramona mondt uit in een ontmoeting met zichzelf. Het contact met Ayse en Issayas doet hem beseffen dat hij zich de voorbije jaren van het nieuwe Amsterdam heeft afgeschermd, uit een angst die onterecht was. Een fout die hij erkent en waarvoor hij zijn studenten wil behoeden:

Wees niet bang als je fouten maakt, want je aard corrigeert je. Je onderbewuste leidt je naar het web waar je langs moet gaan. Je zult vallen, je zult pijn hebben, je zult huilen, je zult je bedrukt voelen, je zult bang worden, nachtmerries hebben, winnen, verliezen, maar dat behoort allemaal tot jou. Ik zal dit alles in één zin samenvatten: wees niet bang voor jezelf. Volg jezelf.

Om Ramona terug te vinden, volgt Pieter zijn gevoel. En dat gevoel draagt hem op om contact te leggen met Ayse, de vriendschap met Issayas te omarmen, zijn carrière een ‘nieuw’ leven in te blazen en bovenal om zich open te stellen voor het nieuwe Amsterdam. Hij slaagt op alle vlakken, behalve in het vinden van Ramona.

Als lezer krijg je het gevoel dat Abdolah het meisje alleen maar gecreëerd heeft als uitvlucht om een roman te kunnen schrijven over de kracht van multiculturaliteit. Dat Ramona aan het einde van de roman ‘veilig en gelukkig’ bij de mysterieuze verteller blijkt te zijn, heeft dan weer veel weg van een vreemde deus ex machina.

Mijn dierbare personage heet Ramona. Ze is het licht van mijn leven. Ze kwam eigenlijk om bepaalde kanten van het leven aan mij te laten zien die ik zonder haar niet gezien zou hebben. Ramona is nu bij mij. Ze is veilig en gelukkig, dat heeft ze me zojuist zelf verteld. Ik vertel haar verhaal. En ik begin met haar vader, hij heet Pieter Rademaker.

Ondanks de mysterieuze identiteit van de verteller en de culturele veelzijdigheid in de thematiek, mist Op zoek naar Ramona de unieke, magische beschrijvingen die we van Abdolah kennen. De weinige magische elementen die het verhaal bevat – zoals de buurvrouw die de toekomst voorspelt en de kraai die het nieuws aankondigt – worden meteen ontmaskerd. Met zijn laatste roman laat Abdolah je dus niet alleen thematisch, maar ook stilistisch op je honger zitten.

 

Een recensie van Op zoek naar Ramona van Kader Abdolah door Margo Mies.

Prometheus, Amsterdam, 2021
ISBN 9789044648768
336p.

Geplaatst op 27/07/2022

Tags: multicultureel, multiculturele en multiraciale wereld, Multiculturele samenleving

Categorie: Recensies, roman

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.