Proza, Signalement

Rauw

Zusters

Oksana Zaboezjko (vert. door Helen Saelman en Marina Snoek)

Er was helaas een oorlog voor nodig maar dezer dagen is er, wellicht voor het eerst, een golf vertalingen van Oekraïense literatuur die het Westen bereikt. Tot voor kort werden Oekraïense auteurs steevast overvleugeld door hun Russische collega’s, met dank aan het kwaliteitslabel dat Dostojevski en andere reuzen de Russische literatuur opleverde. Nu proberen uitgeverijen een graantje mee te pikken van de Oekraïnofilie en worden voorheen nagenoeg onbekende auteurs als Tanja Maljartsjoek en Andrej Koerkov (die overigens in het Russisch schrijft) vertaald. Verder zijn er de auteurs met Oekraïense roots, zoals Lisa Weeda die met Aleksandra wellicht meer impact had in Nederland en Vlaanderen dan de speeches van president Volodymyr Zelensky (die overigens ook vertaald en uitgegeven worden). Voor de lezer openen deze uitgaven een venster op een goeddeels onbekend land en tonen ze waar literatuur op het meest basale niveau om draait: het begrijpen van de ander, of die ander nu het andere geslacht, een andere generatie of een andere cultuur belichaamt.

De eveneens Oekaraïense Oksana Zaboezkjo toont zich zowel in haar essays als in haar gedichten, verhalen en romans een belangrijke stem in de Oekraïense feministische beweging. Ze spreekt zich uit over kwesties als abortusrechten en seksuele vrijheid. Dat perspectief was manifest aanwezig in het controversiële Veldonderzoek naar Oekraïense seks (1996, vertaald in 2009 door Helen Saelman en Marina Snoek ) en dat blijft zo in het onlangs vertaalde Zusters, waarin vijf van haar recente verhalen gebundeld zijn. Het vijfjarige hoofdpersonage van het openingsverhaal ‘Zusje, mijn zusje’ is zich pijnlijk bewust van het zusje dat ze had kunnen hebben, maar waar haar ouders na een traumatische huiszoeking door de KGB het doodsvonnis over uitspraken. Ongesublimeerd en rauw beschrijft de verteller het kind dat niet heeft mogen zijn, door de ogen van de moeder:

 

Wat ze zag, wat ronddreef in de cynische glans van het zinken schaaltje, leek op snijresten van een rauwe lever, bedekt met vettige zwarte bloedklodders, en dat was dan jouw zusje in haar aardse bestaan, ‘alsof dat nu nog uit te maken valt’, de abortuslepel had kriskras in het rond gehakt, als de zelfhakkende bijl uit het sprookje, alles wat in de drassige, dampende bodem reikte was gerooid, weggehakt, uitgeschept, tot op de bodem uitgeschraapt […]

 

In ‘Meisjes’ is dan weer de ontluikende seksualiteit van de vrouwelijke personages een bron van spanning en onrust. De twee meisjes, Darka en Leentje, kijken elkaar in de ogen en zien wie ze werkelijk zijn. Een van de meisjes leeft in feite het leven van de ander: ‘Leentje was niet van buiten gekomen – ze had zich in Darka’s binnenste ontwikkeld, als een van haar organen. Als het sluimerend gen van een erfelijke ziekte.’ Het is een terugkerend fenomeen in Zaboezjko’s verhalen: de personages zelf vallen niet op, we zien ze pas duidelijk tot leven komen in relatie tot elkaar.

Het meest overtuigend is Zaboezjko wanneer ze een getroebleerde moeder-dochterrelatie haarscherp fileert terwijl op de achtergrond de oorlog woedt, waardoor de vijandelijkheden elkaar als het ware versterken. De machteloosheid van de moeder is pijnlijk tastbaar:

 

wat niet genoemd wordt bestaat als het ware niet, en het feit dat Oeljanka zelf haar algauw van hun gemeenschappelijke territorium begon te verdringen, zoals een groot geworden puppy een oude teef met tepels tot aan de grong wegduwt van de etensbak, Hé mam, laat me met rust! En pats, de deur wordt dichtgeslagen (wanneer zoiets tussen partners gebeurt, betekent dat het einde van de liefde, en mensen met een béétje gezond verstand gaan als hre zover is uit elkaar om elkaar niet langer te kwellen, maar wat doe je als het om je kind gaat?)

 

De bundel wisselt universele thema’s af met verhalen waarin de actualiteit belangrijk is. In ‘Na de derde bel geen toegang tot de zaal’, zonder meer het sterkste verhaal van de bundel, heeft een soldaat een ledemaat verloren tijdens de huidige Russisch-Oekraïense oorlog. Via hem verkent Zaboezjko de moeilijkheid om te leren leven met een verwoestende verwonding en eraan te wennen, zoals mensen kunnen wennen aan de oorlog zelf. Met de bijna metafysische lijn die ze trekt tussen de kozakkentradities uit het verleden en het hedendaagse verzet tegen de Russische agressor begeeft ze zich op de dunne lijn tussen een verbindend patriottisme en een uitgeleefd romantisch-nationalistisch discours waar menig auteur zich in het verleden aan verbrandde. Op het eerste gezicht is het paradoxaal: een progressieve feministe die, zeker naar Oekraïense normen, vrijgevochten en compromisloos over relaties en seks schrijft, maar die tegelijkertijd op een ouderwetse manier tegen nationalisme aankijkt. Emancipatie is dan wel de grootste gemene deler, de invulling ervan strookt niet steeds met de dominante westerse, kosmopolitische (of ontwortelde, vanuit een ander perspectief) denkkaders en dat schuurt ongemakkelijk.

De textuur van Zaboezjko’s proza is niet gepolijst en ze schrijft ellenlange meanderende zinnen. Dat vraagt een bovengemiddelde inspanning van de lezer, zeker in een tijdperk waar staccato zinnen nog al te vaak de literaire maatstaf vormen. Vertalers Helen Saelman en Marina Snoek zijn gelukkig niet in de val getrapt om in te grijpen in het tempo. Het duo levert secuur werk af, wat niet evident is. Op een uitzondering na valt op hun keuzes niks af te dingen. Dat ze de naam Lentsa (het diminutief van Olena) omvormden tot het bijna gelijk klinkende maar o zo Nederlandse/Vlaamse ‘Leentje’ doet wel bevreemdend aan. En wanneer gaat een vertaler eens aan de slag met de onzalige term ‘Maidanplein’ – een vertaling die, sinds 2014 al, voorbijgaat aan het feit dan ‘Maidan’ gewoon het Oekraïense woord is voor ‘plein’ …

Oksana Zaboezjko’s uitzonderlijke vermogen om de complexiteit van de moderne wereld en het menselijke bestaan vast te leggen, maakt haar tot een boeiende stem in de hedendaagse literatuur. Haar verhalen dwingen de lezer tot nadenken over thema’s als relaties, oorlog en de mobiliserende kracht van het collectieve geheugen.

Cossee, Amsterdam, 2023
Vertaald door: Helen Saelman en Marina Snoek
ISBN 9789464520422
224p.

Geplaatst op 12/05/2023

Tags: Oekraïne, Oksana Zaboezkjo, oorlog, relaties, Seksualiteit, Zusters

Categorie: Proza, Signalement

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.