Proza, Recensies

Verhalen van de Ierse Tsjechov

Op het allerlaatste moment

Verhalen over vrouwen en mannen

Claire Keegan (vert. Harm Damsma en Niek Miedema)

Sinds Dit soort kleinigheden (2021) de shortlist van de Booker haalde, is de Ierse Claire Keegan (1968) ook in ons taalgebied doorgebroken. Na deze beklijvende novelle over een kolenhandelaar die op de vooravond van kerst een gruwelijke ontdekking doet in het plaatselijke klooster, verscheen ook Pleegkind (2022), de vertaling van Foster uit 2012. Dat de verfilming van deze novelle, The Quiet Girl (2022), verschillende internationale prijzen wegkaapte en genomineerd werd voor de Oscars droeg ongetwijfeld ook bij tot het succes van deze vertalingen. En nu is er dan Op het allerlaatste moment (2024), een bloemlezing van drie korte verhalen uit verschillende periodes van Keegans schrijverschap.

Op het allerlaatste moment is de vertaling van de Amerikaanse uitgave van So Late in the Day (2023), dat dezelfde drie verhalen bevat. De Britse Faber-editie van So Late in the Day bevat enkel het titelverhaal zelf, dat in 2022 in The New Yorker verscheen. De andere twee verhalen werden geplukt uit Keegans eerdere bundels. Het verhaal ‘De langzame, pijnlijke dood’ verscheen eerder in de Amerikaanse – maar niet de Britse – uitgave van Walk the Blue Fields (2008) en ‘Antarctica’ is het titelverhaal van Keegans eerste verhalenbundel, Antarctica (1999). Waarom precies deze verhalen uit die bundels zijn geselecteerd, vertelt ons de ondertitel: Verhalen over vrouwen en mannen. Vreemd detail: de omslag van Op het allerlaatste moment vermeldt die ondertitel niet, maar zet er wel een ‘citaat’ uit The Irish Times bij: ‘Een mini-meesterwerk over vrouwen en mannen’. Voor zover ik kan zien, is dit citaat gefabriceerd. Het is een samensmelting van de ondertitel en een citaat uit de recensie van ‘So Late in the Day’ – het korte verhaal, niet de bundel – in The Irish Times: ‘A mini masterpiece about subtly toxic masculinity’.

 

Giftige mannen en vrouwen aan de haard

De drie verhalen gaan inderdaad over relaties tussen mannen en vrouwen en, meer bepaald, over de patriarchale patronen en gendernormen die deze relaties kleuren en al te vaak scheeftrekken. In ‘Antarctica’ mondt de ongelijke machtsverhouding tussen mannen en vrouwen uit in expliciet, zij het onderkoeld, geweld. Het verhaal opent nochtans met een zelfverzekerde moderne vrouw:

Elke keer dat de gelukkig getrouwde vrouw een paar dagen wegging vroeg ze zich af hoe het zou voelen om met een andere man te slapen. Dat weekend was ze vastbesloten daarachter te komen. Het was december; ze voelde dat het doek viel over alweer een jaar. Ze wilde het doen voordat ze er te oud voor was. Ze wist zeker dat het haar tegen zou vallen.

Wat volgt leest als een huiveringwekkende urban legend en de ironie van de openingszinnen wordt slechts bij een tweede lezing duidelijk. Omdat de personages geen naam krijgen, suggereert dit beklemmende verhaal dat dit soort geweld iedere vrouw kan overkomen en, bijgevolg, dat elke attente hoffelijkheid van een man verdacht is.

In ‘De langzame, pijnlijke dood’ is het hoofdpersonage een schrijfster die verblijft in het Heinrich Böll-huis op Achill Island, in het Westen van Ierland. Ze krijgt onverwacht bezoek van een zelfingenomen en neerbuigende Duitse professor die vindt dat jonge vrouwen geen plaats hebben in de literatuur, en al helemaal niet in het huis van de Grote Duitse Nobelprijswinnaar. Omdat Keegan zelf op schrijversretraite ging op Achill Island, lijkt het verhaal uit te nodigen tot een autobiografische lectuur: Keegans afrekening met de kleinerende criticasters waar ze als vrouwelijk auteur in Ierland ongetwijfeld mee te maken heeft gehad.

In ‘Op het allerlaatste moment’ volgen we de dertiger Cathal op een zonnige vrijdagavond in juli. Van zijn werk in Dublin neemt hij de bus naar huis, hij eet een kant-en-klare maaltijd, kijkt tv, negeert berichtjes en gaat slapen. Vanaf de eerste paragraaf, echter, maakt Keegan subtiel duidelijk dat er iets niet in orde is. Is Cathal ziek misschien? Rouwt hij om een overleden familielid? Of is er wat met zijn vrouw of vriendin? Door middel van Cathals herinneringen komen we geleidelijk te weten wat er gebeurd is en verandert ook onze blik op het hoofdpersonage; al worden de subtiele signalen van Cathals diepgewortelde misogynie pas bij een tweede, of derde lezing helemaal duidelijk.

De ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in Ierland, de misogynie die schuilgaat achter vrome verdedigingen van de belangrijke rol van ‘de vrouw aan de haard’ (na het mislukte referendum nog steeds een artikel in de Ierse grondwet) en de lange, donkere schaduw van het katholieke patriarchaat – het zijn thema’s die Keegan wel vaker aankaart in haar verhalen. In haar bundels vinden we moeders die zich wegcijferen voor hun gezin, meisjes die vergeefs rebelleren tegen hun tweederangspositie en autoritaire vaders die geweld niet schuwen. Maar die personages vinden hun tegenpool in vele andere verhalen, met mannen die zich verzetten tegen rollenpatronen of zelf opkomen voor de rechten van hun dochters. Denk maar aan de zachtaardige pleegvader in Pleegkind of de moedige en rechtschapen kolenhandelaar in Dit soort kleinigheden.

 

Minimalistisch meesterschap

In dat opzicht geven de drie verhalen van Op het allerlaatste moment een iets vertekend beeld van Keegans oeuvre, dat rijker en veelzijdiger is dan de thematische focus van dit boek doet vermoeden. Persoonlijk vind ik ‘De langzame, pijnlijke dood’ en ‘Antarctica’ ook niet de sterkste verhalen uit hun respectievelijke bundels, al komen ze in deze nieuwe combinatie misschien wel iets beter tot hun recht. ‘Op het allerlaatste moment’, echter, is ontegensprekelijk een meesterwerk. Geplaatst naast de vroegere verhalen, valt op hoe Keegan haar suggestieve, gebalde stijl de afgelopen 25 jaar vervolmaakt heeft tot de uitgepuurde perfectie van haar recente werken waarin zoveel meer gezegd wordt dan er geschreven staat.

Recensenten brengen Keegans stijl soms in verband met Ernest Hemingway’s bekende ijsberg-principe. In een interview met The Paris Review (1958), formuleerde hij dat als volgt: ‘I always try to write on the principle of the iceberg. There is seven-eighths of it underwater for every part that shows. Anything you know you can eliminate and it only strengthens your iceberg. It is the part that doesn’t show.’ Keegans stijl is echter minder minimalistisch dan die van Hemingway. Ze is niet vies van opmerkelijke adjectieven en haar beschrijvingen zijn vaak erg gedetailleerd. Al die details zijn echter met zoveel zorg gekozen dat ze én een personage of scène tot leven wekken, én tegelijk bijdragen aan de betekenis van het verhaal. Dat plaatst Keegan eerder in de traditie van Tsjechov, die met zijn gebalde, suggestieve stijl de kleinste gebeurtenissen een grote emotionele kracht meegaf. In zijn bespreking van Tsjechov in A Swim in a Pond in the Rain (2021) noemt George Saunders dit het ‘Ruthless Efficiency Principle’ van het korte verhaal. ‘Everything in a story should be to purpose’, zo stelt hij, ‘nothing exists in a story by chance or merely to serve some documentary function. Every element should be a little poem, freighted with subtle meaning that is in connection with the story’s purpose.’

Keegan, die haar auteur in ‘De langzame, pijnlijke dood’ niet toevallig een kort verhaal van Tsjechov laat lezen, past dit principe met groot meesterschap toe.  Elk detail, elke scène, elke ontmoeting in ‘Op het allerlaatste moment’ is van tel. Er staat geen woord te veel en elk woord lijkt het enige juiste. Waar Keegan haar lezers dus waar voor hun geld geeft – je kan het verhaal blijven herlezen – maakt ze het haar vertalers natuurlijk niet gemakkelijk. Alleen al bij de vertaling van de titel gaat iets van de oorspronkelijke betekenis verloren. De uitdrukking ‘so late in the day’ heeft immers de connotatie van ‘te laat’, terwijl ‘op het allerlaatste moment’ suggereert dat iets (gelukkig) nog net op tijd is. Het is een subtiel onderscheid dat voor de interpretatie van Cathals verhaal echter van groot belang is. Ook viel het me op dat de openingsparagraaf van het verhaal – een meesterwerkje van gebalde suggestie – in het Nederlands bijna dubbel zo lang is als in het origineel (15 tegenover 8 regels), waardoor onvermijdelijk iets van de suggestieve kracht verloren gaat.

 

Het verhaal of de podcast

Ook voor haar uitgevers moet Keegans verregaande bondigheid best lastig zijn. Het betekent immers dat ze erg traag schrijft en dat er vaak lange stiltes tussen haar publicaties vallen. Na Pleegkind, dat als kort verhaal in The New Yorker verscheen, maar door haar uitgever als ‘roman’ gepromoot werd, verscheen er tien jaar lang niets meer van Keegans hand. Het gerucht ging dat ze – ‘eindelijk’ – aan een roman werkte, maar het werd de novelle Dit soort kleinigheden. Met 80 pagina’s (waaronder veel blanco bladzijden en witregels) was het de kortste ‘roman’ die ooit op de longlist van de Booker belandde. Ook Op het allerlaatste moment heeft iets weg van de publiciteitsstunt, een poging van de uitgeverij om de aandacht van een internationaal lezerspubliek vast te houden omdat het op een echt nieuwe verhalenbundel allicht nog even wachten is.

Aan mensen die vlot in het Engels lezen, kan ik dit boekje dus maar moeilijk aanbevelen. Het titelverhaal, veruit het beste van de bundel, kan gratis op de website van The New Yorker gelezen worden. In de ‘New Yorker Fiction’-podcastreeks kan je ook luisteren naar Keegan die het verhaal met onderkoelde beheersing en passend Iers accent voorleest. Vervolgens kan je in de ‘New Yorker’s Writer’s Voice’-podcast ook luisteren naar George Saunders’ uitvoerige bespreking van ‘Op het allerlaatste moment’. Hij fileert het verhaal met liefdevolle bewondering en bewijst zo andermaal Keegans meesterschap. In het Nederlands is deze uitgave wel de enige manier om dit pareltje te lezen. Toch een aanrader dus, al was het maar omdat ik hoop dat het succes van dit boek ervoor zal zorgen dat Keegans eerste twee verhalenbundels spoedig ook in hun geheel vertaald zullen worden.

Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2024
Vertaald door: Harm Damsma en Niek Miedema
ISBN 9789046832318
112p.

Geplaatst op 12/05/2024

Tags: Anton Tsjechov, Claire Keegan, Gender, Misogynie, Op het allerlaatste moment, Patriarchaat

Categorie: Proza, Recensies

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.