Proza, Recensies

Literaire lussen

Ada’s plek

Sharon Dodua Otoo (vert. Kris Lauwerys en Isabelle Schoepen)

Tegen het einde van Sharon Dodua Otoo’s roman Ada’s plek verwijst de mysterieuze ik-verteller naar de tijd dat hij, of zij, een ‘ontbijteitje dat weigerde hard te worden’ was. Over die verteller later meer. De kenner, of liefhebber, van Otoo’s werk zal in dit korte zinnetje een verwijzing herkennen naar haar verhaal ‘Herr Gröttrup setzt sich hin’ (‘Gröttrup gaat zitten’, nog niet vertaald), waarmee zij in 2016 de prestigieuze Ingeborg-Bachmann-Preis won en dat in 2020 in een mooi verzorgde tweetalige, Duits-Engelse editie werd uitgegeven. In dit verhaal wordt het ochtendritueel van het titelpersonage verstoord door een ei dat niet hard wil worden. Wanneer Helmut Gröttrup naar zijn slaapkamer gaat om van stropdas te wisselen, de oude zit onder de struif, ontmoet hij Ada, de schoonmaakster van wie hij niet eens wist dat ze zijn huis schoonmaakte. Otoo beschouwt deze Ada als het centrale personage van dit korte verhaal, al wordt ze pas in de laatste scènes ten tonele gevoerd en spreekt ze weinig.

En nu keert ze terug, Ada, in Otoo’s eerste roman: het vorig jaar verschenen Adas Raum. De roman is voor het Nederlandse publiek een mooie kennismaking met Otoo’s werk, dat verder nog niet vertaald is, en haar geheel eigen combinatie van ernst en spel. Uit eerder werk, zoals de Engelstalige novelles the things i am thinking while smiling politely (2012) en Synchronicity (2014) en het al genoemde ‘Herr Gröttrup’, herkennen we ook thema’s en motieven, zoals racisme, Duitse eigenaardigheden, ouders die uit Ghana naar Groot-Brittannië zijn gereisd. Niet alleen wisselt Otoo Engels en Duits af in haar werk, ze is ook een innovatieve, experimentele schrijver.

Vier Ada’s en een briesje

Ada’s plek is opgebouwd uit vier tijdlagen. In elke laag staat een andere versie van Ada centraal. In 1459 is zij een moeder die de eerste Portugese zeevaarders ziet landen aan de Afrikaanse Goudkust; in 1848 is zij de dochter van Lord Byron, die een affaire aangeknoopt heeft met Charles Dickens; in 1945 een tot prostitutie gedwongen gevangene in een Duits concentratiekamp; en, ten slotte, in 2019 een Brits-Ghanese zwangere studente die een kamer zoekt in Berlijn. Deze verhalen worden verteld in twee secties in de roman die ‘lussen’ genoemd worden: in de eerste sectie staan de historische Ada’s centraal, in de tweede de meer contemporaine. Gaandeweg wordt duidelijk dat deze Ada’s met elkaar verbonden zijn, maar niet in een rechte lijn: eerder kronkelen ze als een lus door de geschiedenis.

Deze verbondenheid wordt weergegeven door een aantal symbolen en spiegelingen, primair een armband die Ada in 1459 aan haar kind geeft en die Ada in 2019 in een catalogus ziet. Wat het precies is, wordt nooit met zoveel woorden gezegd; noem het reïncarnatie. In ieder geval is duidelijk dat deze vier Ada’s, en alle andere vrouwen die we niet ontmoeten maar van wie we het bestaan wel kunnen vermoeden (bijvoorbeeld de schoonmaakster uit ‘Herr Gröttrup’), geen unieke individuen zijn in de klassieke zin van dat woord in het Westen. Eerder lijken zij dezelfde ziel te zijn, voortzettingen van elkaar, die de armband uit 1459 stap voor stap naar 2019 brengen.

Dat alles wordt benadrukt door de verteller, die zich manifesteert als het ei in ‘Herr Gröttrup’, en in Ada’s plek onder meer de gestalte aanneemt van een kamer, een paspoort en een briesje. Over deze tijdreiziger en gedaanteverwisselaar komen we niet veel te weten, behalve dat hij/zij hoopt ooit ook te mogen leven als een mens, met bijbehorend gevoel van chronologie en tijdelijkheid, en dat hij/zij in contact staat met God. Als kamer, paspoort, briesje enzovoort manipuleert hij/zij gebeurtenissen, probeert mensen bij elkaar te brengen, of ze juist van elkaar vandaan te houden. Deze bezielende vertelstrategie sluit mooi aan bij de lussen: het is niet het rationele ik dat in deze roman centraal staat, maar een onzichtbaar wij.

Otoo’s politiek

Al in 1991 werd de Ingeborg-Bachmann-Preis voor het eerst toegekend aan een niet-etnisch Duitse schrijver, namelijk aan de van oorsprong Turkse Emine Sevgi Özdamar, wat toentertijd tot enige commotie leidde. Verschillende jury’s bleken echter wel open te staan voor ‘nieuwe’ of ‘atypische’ schrijvers: tussen Özdamar en Otoo zitten onder meer de van oorsprong Hongaarse Terézia Mora en de in Soviet-Kyiv geboren Katja Petrowskaja. Otoo is echter de eerste zwarte laureaat, én de eerste die zich expliciet als niet-Duits (en wel Brits) identificeert. Er zijn dus genoeg identiteitspolitieke redenen waarom Otoo en haar werk opvallen.

In Ada’s plek gaat het onder meer over racisme, de erfenis van het kolonialisme en door Europeanen uit Afrika gestolen objecten die als kunst in musea en catalogi terecht komen. Zo heeft Ada in 2019, als jonge, zwarte vrouw, die bovendien geen Duitse is, de grootste moeite om een kamer te vinden in Berlijn. Aan het einde van de roman staat ze daardoor oog-in-oog met een voormalige nazi, die de lezer herkent uit 1945: zij is zijn tweede Ada. Racisme en uitsluiting zijn in Otoo’s werk verwante, maar ook complexe processen: soms vallen haar personages buiten de boot vanwege hun niet-Duits-zijn, soms vanwege hun huidskleur. Tegelijkertijd kan dat laatste aspect ook weer de basis vormen voor een transnationale connectie tussen mensen in de diaspora, zoals Ada in 2019 wanneer ze een kamer die ze bekijkt bij twee Nigeriaanse vrouwen. Hoewel zijzelf Ghanees is, zien de vrouwen niet twee verschillende paspoorten, maar een familieverwantschap en een gezamenlijk buitenstaanderschap in een grotendeels wit Duitsland.

En dan is er de armband. Roofkunst. We zien deze door de roman heen van handen wisselen, steeds verder weg van de Goudkust, Europa in. De onmiddellijke context van het object valt weg; telkens komt hij weer terug bij een van de Ada’s. Zo is het leven, individueel dan wel collectief, een lus. Alles is met alles verbonden: dat lijkt de boodschap van de roman te zijn. De armband eindigt uiteindelijk op een onbestemde plek, het eigenaarschap en de bijbehorende rechten en plichten onduidelijk.

Woolfiaanse experimenten

Die thema’s klinken misschien zwaar, maar dat worden ze nergens in Ada’s plek. De roman is speels opgezet. Een vroege episode aan de Goudkust eindigt bijvoorbeeld met een beletselteken: ‘Zo ongeveer moet hij ons geregistreerd hebben, de witte man van de zee…’ Het hoofdstuk daarna springt naar 1848 en begint: ‘ik keek naar hem om. // Terwijl hij zich aankleedde.’ Daarmee wordt de nadruk gevestigd niet alleen op wat er verteld wordt, maar ook hóé. Alsof dit nieuwe verhaal ook in een nieuwe vorm verteld moet worden, waar het begin niet het begin is en het einde niet het einde.

Ada’s plek heeft daarbij ook een geheel eigen opzet. Toch lijkt er één schrijfster te zijn die wel een heel grote inspiratiebron is geweest, en wel de Britse Virginia Woolf (1882–1941). De titel verwijst naar Woolfs eerste modernistische roman Jacob’s Room (1922), de structuur naar haar meesterstuk To the Lighthouse (1927) en Ada’s aanwezigheid door de eeuwen heen lijkt een variatie op de titelfiguur van Orlando (1928). Al deze romans zijn ingegeven door Woolfs modernistische experimenteerzucht en die geest lijkt ook Otoo te drijven.

Smaakt naar meer

Als er een kritiekpunt mag zijn: Otoo’s literatuur blinkt niet altijd uit in subtiliteit. Vaak worden thema’s en motieven op een gegeven moment door een personage benoemd, dikwijls ten overvloede. ‘Zal het weer over die armband gaan,’ vraagt het paspoortbriesje op een gegeven moment aan God, waarop deze bevestigend antwoordt: ‘En ook weer over Duitsland.’ Dat had niet gehoeven.

Desalniettemin: nu Adas Raum met verve naar het Nederlands is overgezet door Kris Lauwerys en Isabelle Schoepen, is het hopen dat uitgeverij Signatuur het aandurft ook Otoo’s eerdere werken te vertalen. Haar onderwerpen zijn serieus, haar vertelplezier is aanstekelijk, haar stem broodnodig.

Recensie van Ada’s plek van Sharon Dodua Otoo door Jesse van Amelsvoort.

Signatuur, Amsterdam, 2022
Vertaald door: Kris Lauwerys en Isabelle Schoepen
ISBN 9789056727093
272p.

Geplaatst op 29/08/2022

Tags: Duitsland, kolonialisme, racisme

Categorie: Proza, Recensies

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.