De Herman de Coninckprijs, de belangrijkste Vlaamse prijs voor Nederlandstalige poëzie, gaat dit jaar naar de Nederlandse Alara Adilow voor haar debuut Mythen en stoplichten.
‘Een onverschrokken debuut’, schrijft de jury. ‘Dit debuut is er een van breuklijnen, grenzen en transformaties; een zelfonderzoek naar queerness, genderidentiteit en het vrouwelijk lichaam in de vorm van ontnuchterende gedichten’.
De bundel gaat over haar eigen transitie van man naar vrouw, een rechtdoorzee, persoonlijk en eerlijk verhaal over lichaam en bewustzijn. Maar in haar gedichten schrijft ze ook dat de blik van de buitenwereld haar onzeker heeft gemaakt en dat ze zich lang een buitenstaander heeft gevoeld. Toch hoopt Adilow dat lezers haar plezier in het schrijven ook in haar werk terugzien. ‘Ondanks dat het op papier staat, voelt het ook als improvisatie en spel’.
Adilow is van Somalische afkomst, emigreerde naar Engeland en woonde lang in Amsterdam. Tegenwoordig woont ze in Antwerpen. Ze publiceerde haar gedichten al vaker in literaire tijdschriften. Mythen en stoplichten verscheen in april 2022 bij uitgeverij Prometheus.
Herman de Coninckprijs
De Herman de Coninckprijs is de grootste poëzieprijs van Vlaanderen, vernoemd naar dichter Herman de Conick. De jury bestaat uit Uschi Cop, Mojdeh Feili, Kristien Hemmerechts (voorzitter), Sophie Kok en Wim Opbrouck. De winnaar van de prijs ontvangt 7.500 euro. De andere genomineerden van dit jaar waren Babeth Fonchie Fotchind met Plooi, Astrid Haerens met Oerhert, Nisrine Mbarki met Oeverloos, Iduna Paalman met Bewijs van bewaring en Mustafa Stitou met Waar is het lam?. Vorig jaar won Tijl Nuyts met de bundel Vervoersbewijzen. Naast de prijsuitreiking selecteert de jury ook 44 gedichten uit alle ingezonden bundels, die worden gepubliceerd in de bundel De 44.