In 2022 zijn er weer veel mooie en interessante literatuurbesprekingen geschreven voor ons platform. Hieronder vertellen onze redactie- en bestuursleden wat hun favoriete stuk was en waarom.
Roos Brands
In zijn bespreking van Over het kolonialisme van Aimé Césaire, dat vorig jaar door Grâce Ndjako voor het eerst in het Nederlands werd vertaald, geeft Sibo Kanobana niet alleen een uitvoerige inleiding op deze baanbrekende klassieker uit de postkoloniale literatuur. Kanobana laat ook zien hoe het werk van Césaire in de huidige tijd niet minder relevant en radicaal is dan zeventig jaar geleden.
Kila van der Starre
Ik heb het afgelopen jaar met veel interesse Lindah Nyirenda’s bespreking gelezen van The Hill We Climb van Amanda Gorman, naar het Nederlands vertaald door Zaïre Krieger. Zowel de voordracht van dat gedicht door Gorman tijdens de inauguratie van Biden en Harris, als de discussies over wie het gedicht naar het Nederlands ging, wilde, moest, mocht vertalen, boeiden mij zeer. Ik was daarom heel blij dat De Reactor Nyirenda bereid vond om als vertaler en criticus haar licht laten schijnen op de voordracht van Gorman als fenomeen, de keuze van de vertaler als onderwerp van debat en de vertaling zelf als tekstuele uitkomst. (Als redacteur met een expertise in poëzie kan ik daarnaast het tweeluik over poëzie en politiek op ons platform niet ongenoemd laten: Deel I door Laurens Ham en Deel II door Bram Ieven).
Afra Kiezebrink
Ik vond Patricia Stoops bespreking van Janina Ramirez’ Femina erg goed, omdat ze enerzijds vol lof is over Ramirez’ doel om het narratief van verschillende middeleeuwse vrouwen, die lange tijd onderbelicht zijn gebleven, onder de aandacht te brengen, maar anderzijds wel opmerkt dat met dit boek nog niet meteen een ‘nieuwe geschiedenis van de Middeleeuwen’ is geschreven. Volgens Stoop zijn er talloze verhalen van middeleeuwse vrouwen die nog niet zijn verteld, en is er met dit boek dus pas een begin gemaakt aan een geschiedschrijving waarin het aandeel van vrouwen in de middeleeuwse samenleving belicht wordt. Ik kan in elk geval niet wachten om Femina te gaan lezen en hoop, net als Stoop, dat er snel nog veel van dit soort boeken zullen volgen.
Geert Vandermeersche
Hans Demeyer toont ons zijn oog voor context en diepgang in zijn bespreking van twee non-fictieboeken over de aanpak van de klimaatproblematiek. Onder de tent van De Reactor is er plek voor vele soorten literatuurkritiek: van overpeinzingen over een poëziebundel tot deze polemische bijdrage aan het debat over een groot maatschappelijk thema. Het is dankzij het harde werk van critici en redactieleden dat deze variatie mogelijk is en blijft.
Max Urai
Als eerste: ‘Het patroon zal blijven herrijzen’, Jeroen van Rooij over Olga Ravn. Omdat het maar zelden gebeurt dat ik na een recensie direct een boek bestel, terwijl ik daarvoor nog nooit van de auteur gehoord had. En als tweede: ‘Zwijgzame fragiele mannen’, waarin Elsbet de Pauw observeert dat De huisvriend van Heleen Debruyne eigenlijk vooral een boek is over mannelijkheden. De huisvriend is één van mijn favoriete boeken van dit jaar, en Elsbets stuk liet me er op een heel andere manier naar kijken.
Lenny Vos
De bespreking van de debuutroman Duet van Ilse Lazaroms door Jesse van Amelsvoort zette mij op het spoor van dit fascinerende boek over een nomadische wetenschapper die van collegejaar tot collegejaar leeft met alle onzekerheid van dien. De recensent geeft niet alleen een uitgebreide analyse van dit onheilspellende verhaal maar plaatst het ook in de veelbesproken hedendaagse literaire trend van de autofictie; een genre op de grens tussen werkelijkheid en verbeelding, waarin proza en poëzie zich mengen met essayistiek.