Proza, Signalement

Een sentimentele crimi

Adam

Wanda Reisel

Adam, de nieuwe roman van Wanda Reisel, opent met een apart perspectief: als de titelfiguur zich meldt bij de deuren van de Koninklijke Industrieele Groote Club, een businessbijeenkomst in Amsterdam voor de grote bestuurders van deze aarde, vraag je je als lezer even af of we te maken hebben met een personaal of met een extern vertelperspectief. We lezen Adams gedachten, maar tegelijkertijd horen we iemand zich afvragen ‘hoe sterk die rug van Adam wel was’. Vervolgens wordt opgemerkt dat zijn leugenachtige blozen wel niet te zien zal zijn: ‘hij had een wijnvlek op zijn linkerwang’.

Een bijzondere mededeling voor een personage, dat vanuit een gluurdersperspectief van buitenaf naar zichzelf lijkt te kijken. De vraag is dan ook van wie de stem in zijn hoofd afkomstig is die hem even later toefluistert dat hij zijn leven drastisch moet omgooien.

Die boodschap krijgt Adam op een significant moment: tijdens zijn bezoek aan de Groote Club op de Dam wordt het monument aldaar tot ontploffing gebracht. Terwijl de brokstukken in het rond vliegen, schiet Adam als een soort James Bond in slow motion van de ene naar de andere kant van de ruimte om wonden te stelpen en benen in te zwachtelen. Intussen kijkt hij nog even verlekkerd in de vagina van een vrouw wier jurk hij aan stukken moest scheuren om haar te kunnen verbinden én legt hij – niet onbelangrijk voor het vervolg van het verhaal – contact met een belangrijke man bij een goededoelenorganisatie. Die zal hem helpen zijn leven een nieuwe wending te geven: als financiële man die binnen de kortste keren alle vertrouwen van het bedrijf krijgt, steekt hij zonder veel moeite een hele smak geld in eigen zak, waarmee hij vervolgens naar Zürich, Shanghai en Noorwegen reist. Zie daar ook de hoofdstukindeling: we beginnen in A’dam (jazeker) en gaan via Zür door naar Shang en Sjø.

Die hele reis doet aan als een gekke combinatie van 007-literatuur en sentimentaliteit. Dat laatste is waarschijnlijk het element dat Adam een sympathieke touch moet geven: behalve die sneue wijnvlek heeft hij ook nog eens een ongelukkige jeugd achter de rug, inclusief fataal ongeluk met zijn moeder – waarvan we tot tegen het einde naar de details moeten raden – en een onprettige band met zijn broer Robert. Die broer zoekt hij op wanneer hij naar Shanghai vlucht, vervallend in zielige frasen over hoe erg hij broertjelief altijd gemist heeft – waarbij voor ons lezers niet duidelijk is of hij dit nu meent, of vooral probeert onderdak te regelen.

Dat is vaker het probleem in Adam: we weten niet wat zijn ware gevoelens zijn en wat slechts een masker is, door Adam opgezet om niet aan ons, de buitenwereld of misschien wel zichzelf te laten zien welke gedachten allemaal door zijn hoofd spoken. Want verder is er bij Adam geen enkel schuldgevoel te bespeuren: hij jat, jokt, slijmt en neukt maar wat af, geheel tegen de wetten van het moreel acceptabele in. De lezer kan zich tijdens de volgende dialoog met zijn broer bijvoorbeeld afvragen of de hoofdpersoon een emotioneel bord voor zijn kop heeft of een gek naïef spelletje speelt:

– Je haalt slechte herinneringen bij me naar boven.

– Wat stoort je dan zo aan mij? vroeg Adam.

Hij had zelf helemaal geen slechte herinneringen aan Robert.

– Dit bijvoorbeeld.

– Wat?

– Dat je altijd met je stem over me heen walst, ik kan daar nog steeds niet tegen. Het haalt, ik weet het niet, iets razends in me naar boven.

– Maar wat dóé ik dan? Ik ben me nergens van bewust.

[…]

Robert stond versteld, had geen idee dat zijn broertje zich zo aan hem ergerde.

– Heb je dat altijd gehad? Vroeger ook al?

– Ja.

Hij begon medelijden met Robert te krijgen.

– Ik kon niet lang bij je in de buurt zijn zonder dat het aanvoelde alsof ik stikte, ik moest van je weg.

Wat hij hoorde was hem volkomen vreemd. Wasemde hij soms kwaadaardige dampen uit?

Ook de vrouwen staan in Wanda Reisels roman garant voor een sterk staaltje emotionele ambiguïteit. Van beide kanten: we krijgen geen inzicht in hoe diepgaand Adams gevoelens voor al zijn seksuele een-tweetjes zijn, maar in hoeverre de dames in kwestie zich daadwerkelijk tot ons hoofdpersonage aangetrokken voelen, weten we evenmin. De voornaamste vrouwfiguur is Lili, die hem helemaal inpalmt met haar seksuele onbevangenheid en haar onverschrokken plannen om een rondtrekkend vluchtelingencircus achterna te reizen voor een fotografiereportage die, zo beweert ze zelf althans, ongetwijfeld door de grote bladen zal worden opgepikt. En dan is er nog Turid, de getrouwde Noorse bij wie hij op de camping resideert, en met wie hij, ondanks zijn gedachten dat Lili de ware voor hem moet zijn, schaamteloos het bed deelt.

En intussen blijft Adam bezig met de boodschap dat hij zijn leven moet omgooien. Heeft hij dat met al deze slinkse acties inmiddels gedaan, of heeft hij zich met al deze criminaliteit alleen maar dieper de put in gewerkt? Echt angstig om ontdekt te worden, lijkt Adam in ieder geval niet te zijn. Wat hij dan wel is? Hitsig, pleasend, genietend van zijn spel als man-op-de-vlucht. Het maakt dit hoofdpersonage tot een figuur met wie we nauwelijks kunnen meeleven, ook omdat hij in al zijn gedaantes – als crimineel, als broer, als minnaar – zo’n enorm bord voor zijn kop lijkt te hebben. In zijn onderduikactie is hij bijzonder onzorgvuldig, als zijn Robert hem vertelt hoe vaak hij Adam heeft dood gewenst, begrijpt die niet waar al die lastige gevoelens vandaan kunnen komen, en in een vrouw die overkomt als een slinkse femme fatale ziet hij de liefde van zijn leven.

Het lijkt bijna satire, deze nieuwe roman van Wanda Reisel, die eerder met haar romans Baby Storm, Een man een man en Witte liefde werd genomineerd voor de Libris en de AKO Literatuurprijs, en die voor dat laatste boek de Anna Bijns Prijs ontving. Nu schiet ze jammer genoeg uit de bocht met een halffabricaat van ofwel een satirisch crimineel verhaal dat daarvoor te weinig spannende onderdelen noch genoeg lachwekkende overdrijvingen bevat, ofwel een psychologische roman waarvan de begrijpelijke, laat staan intrigerende gedachten te ver te zoeken zijn. Reisel heeft met Adam twee verschillende boeken met elkaar willen vervlechten. Het resultaat mag helaas niet meer dan de som der delen heten.

Recensie: Adam van Wanda Reisel door Anne van den Dool.

Atlas Contact, 2019
ISBN 9789025447571
360p.

Geplaatst op 26/07/2019

Tags: 2019, adam, anne van den dool, wanda reisel

Categorie: Proza, Signalement

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.