We mogen dan wel leven in een authenticiteitscultuur, volgens filosoof Onno Zijlstra schiet die grotendeels voorbij aan het authenticiteitsideaal. Waarachtig leven, ‘vanuit jezelf’ en met het oog constant gericht op zelfontplooiing, veranderde sinds eind jaren zestig ontegenzeglijk van een contracultureel streven in een breed gedeelde waarde. ‘Jezelf zijn’ werd zo een morele plicht en een dwingende sociale verwachting. Die houding levert nu al een tijdje veel onechte echtheid en geposeerde authenticiteit op, niet het minst in sociale mediaregionen. Zijlstra pleit in Authentiek daartegen voor een herstel van ware waarachtigheid. Daarvoor gaat hij in zijn qua lengte bescheiden boekessay vooral te rade bij de Canadese denker Charles Taylor. Dat is behalve een enigszins voorspelbaar ook een ietwat makkelijk manoeuvre.
Taylor wil de idee van authentiek leven loswrikken uit de huidige hyperindividualistische cultuur. Jezelf zijn doe je immers nooit alleen maar zelf. Je put bij zelfontplooiing uit allerhande hulpbronnen, taal voorop, en je spiegelt je aan voorbeelden; je verwacht tevens van anderen erkenning voor je eigenste waarachtigheid, en je volgt normen over wat done of not done is in authentieke zaken. Zo stipuleert onze cultuur dat jezelf zijn te maken heeft met creativiteit, niet met herhaling: de virtuoze pianist is geen zelfontwikkelaar, maar beult zichzelf alleen maar af tijdens het spelen van altijd weer dezelfde toonladders. Dat klinkt allemaal plausibel, zeker in mijn sociologisch gestemde oren, maar het is geen antwoord op de dieper aanzettende, meer principiële kritiek van bijvoorbeeld Jacques Derrida op ‘de metafysica van de presentie’, het geloof dat je bij zoiets als een dieper zelf – gesteld dat het zou bestaan –direct contact kan maken en vervolgens dat zelf op een transparante manier kan uitdrukken of presenteren aan de buitenwereld. Zijlstra negeert echter deze en aanverwante kritiek van postmoderne snit. Hij neemt gewoon de mogelijkheid aan tot persoonlijke waarachtigheid. En vooral wil hij die notie als een aantrekkelijk ideaal positioneren: zijn boekje is in de eerste plaats een proeve van moraalfilosofie.
In zijn poging om het authenticiteitsideaal meer contour te geven, verwijdert Zijlstra zich echter stapsgewijs van de ingeburgerde betekenissen. Hij besteedt bijvoorbeeld weinig aandacht aan de toch wel stevige band met emotionele expressiviteit: jezelf zijn, dat is het mogen en kunnen uiten van momentane gevoelens of stemmingen. Gaandeweg verdwijnt zelfs de band met de idee van een substantieel zelf, hoe verder ook gedacht (als een uniek iets dat is gegeven, als een vat vol virtuele mogelijkheden). Zijlstra verbindt een authentieke levenswandel onder meer aan openheid, zelfbewustzijn en gelijkwaardig samen handelen met anderen. Waarom dat alles evenwel waarachtig noemen en niet gewoonweg ethisch? Er is voorzeker een moreel ideaal in het geding – maar of het ook om een authenticiteitsideaal gaat?
Authentiek leven heeft weinig van doen met hard egoïsme of plat consumentisme en alles met ‘jezelf zijn door weloverwogen commitments aan te gaan en in overeenstemming daarmee te leven’, schrijft Zijlstra. Hoe dat engagement wortelt in zoiets als een zelf laat hij in het midden. In de slotzin geeft hij onomwonden aan dat de eigen uniciteit niet de uitvalsbasis vormt voor een waarachtig handelen. ‘Mijn keuzes maken me tot wie ik ben’ en dat is authenticiteit. Jean-Paul Sartre zou wellicht goedkeurend knikken, maar de hamvraag blijft onbeantwoord: hoe zit het precies met dat ‘mijn’ van die keuzes? Het dominante discours over authenticiteit zegt alvast dat je moet kiezen vanuit wat ‘goed voor jou aanvoelt’ (dat is emotionele waarachtigheid) of in overeenstemming met persoonlijke talenten of vermogens (dat is zelfontplooiing). Zijlstra bepleit daarentegen een soort van zacht-progressieve levenswandel en verbindt daaraan vervolgens de notie van authenticiteit. Het doet geforceerd aan en het suggereert dat hij de hoge culturele premie op een waarachtig leven wil kapen voor de promotie van wat hijzelf ethisch hoogstaand vindt. Terwijl ik mij dus probleemloos kan indenken dat iemand zich vanuit het ideaal van jezelf zijn na de dagtaak zoveel mogelijk terugtrekt in tuin of timmerhok: niks openheid of samen handelen, gewoon lekker op je eentje doen wat je graag doet. Daar is denk ik moreel ook niks mis mee.
Recensie: Authentiek van Onno Zijlstra door Rudi Laermans
Reacties
Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.