De norm achter muren

Dertig dagen

Annelies Verbeke

Alphonse, hoofdrolspeler in Dertig dagen van Annelies Verbeke (1976), is een alwetend personage. Er wordt over hem verteld in de derde persoon, en alles wat de lezer aan de weet komt, wordt eerst door Alphonse ervaren. Samen met zijn vriendin Kat is hij onlangs verhuisd naar Zoetemore, een fictief dorp in West-Vlaanderen vlakbij de Franse grens. Als schilder en behanger voert hij klusjes uit. De klanten zijn verbazingwekkend openhartig. Dit is de sleutelpassage, op pagina 40.

In zijn bijzijn etaleerden ze hun leven met een gretigheid die hem overweldigde; het was alsof ze hoopten dat hij ze ervan zou verlossen. ‘Jij bent gewoon belachelijk geduldig’, had Kat meermaals opgeworpen. Haar ergernis over de tijd die hij aan klanten besteedt, is nog steeds groot. Hij is er nooit in geslaagd haar duidelijk uit te leggen wat er precies gebeurt als het ontboezemen begint, waarom hij erop in blijft gaan. Hij kan het nauwelijks in gedachten omzetten. Wederzijdse hypnose, zo heeft hij het voor zichzelf eerder trachten te benoemen. Volgens Kat is hij een magneet voor gestoordheid, en ook collega’s en vrienden uit het verleden wezen hem op dat soort aantrekkingskracht. Hij kan zichzelf er niet van overtuigen: dit zijn mensen die hun wanden een andere kleur willen geven, ze hebben zijn telefoonnummer op het internet of onder het regenbooglogo op de zijkant van zijn bestelwagen gevonden. Dit zijn geen in zichzelf pratende randfiguren die hem van de andere kant van een vol plein in de gaten hebben gekregen en op hem af zijn gekropen. Dit is de afwijking niet, dit is de norm achter muren.

Alphonse weet niet waarom iedereen hem alles vertelt, en toch wil hij alles weten. Als klant Réginald omstandig uitlegt hoe hij heeft geleerd om gelukkig te worden, verontschuldigt hij zich midden in zijn uiteenzetting: ‘Ik kom to the point.’ Waarop Alphonse: ‘Vertel alles.’ Het doet denken aan een vergeten nummer van Bob Dylan uit de jaren tachtig, ‘Tell me’, verzameld op de eerste drie delen van The Bootleg Series. In de liner notes wordt aangehaald hoe een journalist in 1986 aan Dylan ‘tips for girls who’d like me to like them’ vroeg. Zijn antwoord: ‘Tell me everything’. In Dertig dagen is de situatie tegelijkertijd complexer en eenvoudiger.

Hoewel er iets behaagzieks in het gedrag van Alphonse schuilt, speelt de hoop van de personages dat ze elkaar leuk zullen vinden een geringe rol; belangrijker is het dat de lezer een leuke tijd beleeft. Daarom moet er verteld worden – uiteindelijk is dat de enige verklaring voor de openhartigheid van al deze Vlamingen tegenover hun klusjesman. Het verlangen om de lezer een inkijkje te geven in andermans gevoelsleven is zo groot dat er nog een derde informatiebron wordt aangeboord. Naast de focalisatie op Alphonse en alles wat hij te horen krijgt, duikt er in (bijna) elk hoofdstuk een aantal schuin gedrukte alinea’s op, waarin het aandachtspunt wordt verlegd naar een nevenpersonage. Zoals naar Madeleine, die aan Alphonse persoonlijke brieven heeft laten lezen:

Madeleine Claeys doet alsof ze in gedachten is verzonken terwijl de bestelwagen haar oprit op rijdt, maar achter de reflecties op het raam dat haar van de voortuin scheidt, houdt ze de chauffeur aandachtig in de gaten. Hij is iemand die niet graag te laat komt. Dat het desondanks al voor de tweede keer gebeurt, moet te maken hebben met een verstoring van de vrede die hem doorgaans omgeeft. Dat kan ze aan hem zien; dat hij er een is die door vrede wordt omhuld. Van zo iemand wil ze het horen.

Er is dus niet alleen bereidheid om te praten tegen Alphonse, er is ook een onmiddellijk en groot vertrouwen om van hem raad te krijgen. In het vierde hoofdstuk, getiteld ‘27’ – Dertig dagen telt dertig hoofdstukken, van ‘30’ tot ‘1’ – vertelt Sieglinde (‘vlot en gedragen, alsof ze een theatermonoloog opvoert waarvan ze elk woord al jaren kent’) over haar postnatale depressie. Het is de allereerste werkdag van Alphonse bij haar en haar echtgenoot Ronny. Hoewel Alphonse is verzocht om enkel de slaapkamer te herschilderen, vraagt ze hem of hij ook eens ‘naar de badkamer’ wil kijken.

Er is niets bijzonders aan de badkamer, niets om te schilderen of te herstellen. De muren zijn volledig betegeld, het plafond met een folie bekleed. Wat wil ze dat hij vindt? Dan ziet hij het, op de vierkante wastafel, tussen de kraan en de haarborstel. Hij houdt het witte staafje dichterbij. De blauwe dop is eraf gebroken. Een korte en langere verticale roze streep wijzen op een positief resultaat, meent hij te weten. Niet noodzakelijk een gunstig.

En dan, na een witregel:

Hij weet niet wat hij haar moet vertellen, breekt er zich het hoofd over tijdens het afplakken van de plinten. Wat hij haar zeker duidelijk moet maken, is dat hij geen enkele ervaring heeft met postnatale depressies.

Mocht dit werkelijk gebeuren, dan zou het gedrag van Sieglinde – dat ze gemeen heeft met alle andere personages – als een gewelddadige, bijna ziekelijke inbreuk op de privésfeer worden ervaren. Dat je een voorbijganger je leven wil vertellen en hem makkelijker dan je naasten in vertrouwen kan nemen – het is iets wat schijnbaar vaker voorkomt. Dat die voorbijganger opgezet is met die ongevraagde intimiteit, is iets anders. Alphonse laat het toe en cijfert zichzelf weg, alsof hij zich niet alleen laat betalen voor binnenhuisdecoratie, maar ook voor bemiddeling en consultancy.

Dertig dagen is bedoeld als een boek over een goed, gewoon en gelukkig mens. ‘Ik moet bekennen,’ zei Verbeke in een interview in De Krant van West-Vlaanderen, ‘ooit dacht ik dat gelukkige mensen weinig te vertellen hadden. Intussen weet ik dat dàt niet klopt.’ Het merkwaardige is dat de roman suggereert dat het wél klopt: het verhaal van Alphonse volstaat niet, en het wordt voortdurend onderbroken door dat van de personages en hun ‘gestoord’ ongeluk, waarvan ze Alphonse probleemloos op de hoogte brengen.

Over deze gestoordheid valt veel te zeggen. Om te beginnen zijn Alphonse en Kat de enigen die ervan gespaard blijven. Het maakt hen tot ernstige, nogal humorloze en humeurige partners, vol trauma’s, twijfels en complexen. Kat is hersteld van kanker, maar ze vreest dat Alphonse haar ziekte nodig had om echt van haar te houden. Alphonse denkt – deels met heimwee, deels opgelucht – terug aan de tijd toen hij nog een muzikantenbestaan leidde in Brussel, en hij maakt zich zorgen over de ebola-epidemie in Senegal, waar zijn familie woont. Waarom ze in Zoetemore wonen, en of ze ginds zullen blijven, is niet duidelijk.

Het contrast tussen deze incidentloze alledaagsheid en het gedrag van alle anderen is groot. Hun gekheid – vertrouwd materiaal voor lezers van Verbekes verhalenbundels – wordt door Alphonse desondanks als ‘de norm achter muren’ aangeduid. Het is een label dat hem tot een uitzondering maakt, omdat zijn belevenissen, uitspraken en gedachten nooit even lachwekkend of onwaarschijnlijk worden als die van de nevenpersonages.

Het is verleidelijk om Els, Dieter, Ronny, Sieglinde, Madeleine, Duran et les autres daarom te zien als eendimensionale afspiegelingen van la Flandre profonde – de verzamelnaam voor alles wat zich onontwikkeld, wereldvreemd en neurotisch ophoudt in de Vlaamse periferie. De weergave van dit suburbane en postrurale Vlaanderen kent een lange literaire traditie.

Toch lijkt dit etiket niet zomaar van toepassing op Dertig dagen. In de meer klassieke naoorlogse toepassingen – Omtrent Deedee (1963) van Hugo Claus blijft waarschijnlijk het beste voorbeeld – werden de Vlaamse personages door de modern geworden auteur niet in de eerste plaats uitgekozen vanwege hun amusementswaarde. De auteur was een van hen, maar kon niet anders dan hen achterlaten – met schuld maar ook een blijvende verbondenheid tot gevolg. De beschrijving van la Flandre profonde diende een hoger doel: de kritische psychoanalyse van de moderniteit, en de mythische, allegorische maar ondertussen ook verborgen oorsprong van het nieuwe leven elders.

Natuurlijk spreekt ook uit Dertig dagen, net als uit ander werk van Verbeke, de overtuiging dat deze suburbanites op een gelijkaardige manier ongelukkig zijn als alle andere mensen. Toch is het contrast met Alphonse zoals gezegd groot, en primeert de als komisch of ‘hilarisch’ bedoelde overdrijving. Eerder dan het Vlaamse literaire modernisme, wordt de HBO-esthetiek het voorbeeld – een set van vormelijke en inhoudelijke voorkeuren, bekend van onder meer Desperate Housewives en Six Feet Under, en ondertussen ook van Vlaamse series als Van Vlees en Bloed en Quiz me Quick. Van schuld of van zelfkritiek (bij de maker of bij de kijker) is er geen sprake, noch van een poging om de existentie van de personages uit te diepen. Wat overheerst is spottend, meewarig maar uiteindelijk vooral geamuseerd onbegrip voor het rare, extreme en ongepaste gedrag van onze medemens.

Veel scènes in Dertig dagen drijven op hetzelfde effect. Alphonse renoveert ook gedeelten van een schrijversresidentie. Een duidelijk naar Verbeke gemodelleerde auteur verblijft en werkt hier, en laat zich door Alphonse inspireren tot een erotisch verhaal over een stukadoor en een diëtiste. Natuurlijk laat zij dit verhaal aan Alphonse lezen, om echter vervolgens te benadrukken dat elke gelijkenis op toeval berust. Het is een metafictionele aanzet die een aanzet blijft, en geen aanleiding vormt om te zinspelen op het vreemde statuut van Alphonse als ontvanger van zovele verhalen, en als middelpunt in deze raamvertelling. De naamloze schrijfster ontvangt op een dag een journalist voor een interview. Alphonse is toevallig aan het werk op de gang en kan opvangen hoe zij wordt beledigd en toegeschreeuwd – ‘Ja, geef mij niet van die vage shit zeg! “Op een manier gaat alles over liefde”. Godverdomme! Bewaar dat gekakel voor jullie damesbladen!’ – en hoe de journalist vervolgens op de vloer kakt en met enkele uit de Van Dale gescheurde bladzijden zijn achterste afveegt.

Vaker is de gein een klein beetje subtieler en verbaler: autochtonen hebben zichtbaar moeite om een houding aan te nemen tegenover Alphonse en zijn huidskleur. Zo spreken ze hem automatisch aan in het Engels. Ze vragen waar hij ‘echt’ vandaan komt en nemen met het antwoord ‘Brussel’ geen genoegen. Sieglinde – die niet veel later de lectuur van haar predictor aan hem zal uitbesteden – noemt hem tijdens het kennismakingsgesprek achtereenvolgens Alfredo, Albert, en dan toch Alphonse. Tijdens het behangen bij Marco, die door zijn partner Peter enkele dagen eerder is verlaten, komt diens buurman Gewijde op bezoek.

‘Who are you?’ vraagt hij als een sluwe politieman uit het Britse variété. Voor iemand kan antwoorden, gaat hem een licht op. ‘Pardon. Het zijn mijn zaken niet.’ Met zijn hand tegen zijn borst gedrukt keert hij zich opnieuw naar Alphonse. ‘I didn’t realise you were a prostitute.’

Alphonse blijft er gelaten onder, en Dertig dagen wordt door die meestal luchtige incidenten niet meteen een belangrijke roman over integratiemoeilijkheden of racisme. Toch sluipt er steeds meer maatschappij en actualiteit in de verhalen rondom Alphonse naar binnen, iets wat waarschijnlijk de blurb van David Van Reybrouck verklaart, opgesteld in een voor hem karakteristiek geworden pastoraal-pathetisch register: ‘Dit boek is een dialoog met onze grillige, taaie tijd. Lees het traag. Leg het weg. Lees het weer.’ In het grensgebied met Frankrijk ontdekt Alphonse een kamp van Afghaanse en Syrische vluchtelingen, en hij brengt een dokter tot bij hen om een gewonde jongen te verzorgen.

Hoewel de roman nog een tijdje had kunnen doorgaan, is het ook in dit ondertussen verlaten kamp dat Dertig dagen eindigt, in het bijzijn van de auteur, op een gewelddadige en bevreemdende manier. Het is een verrassend slot dat zich moeilijk laat verklaren, waarschijnlijk omdat het een gevolg is van Alphonses bestaan. Hij had een levensecht en complex personage kunnen worden, maar in Dertig dagen doet hij vooral dienst als luisterend oor voor lokale desperate housewives, en als instrument om van een verhalenbundel een roman te maken.

De Geus, Breda, 2015
ISBN 9789044533545
314p.

Geplaatst op 14/05/2015

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.