Proza, Recensies

Een archeologie van het vertellen

De diepst verborgen herinnering van de mens

Mohamed Mbougar Sarr (vert. Jelle Noorman)

Voor zijn roman De diepst verborgen herinnering van de mens kreeg de jonge Senegalese schrijver Mohamed Mbougar Sarr (1990) in 2021 de Prix Goncourt, de belangrijkste literaire onderscheiding in Frankrijk. Niet in de laatste plaats voor de epische adem waarmee de roman geschreven is. Uit iedere pagina van het boek  spreekt Mbougar Sarrs geloof in de kracht van een beeldend woord, in de sensualiteit van een lange uitwaaierende zin, in het uitdagend genot van een zich steeds weer vertakkende plot, in het prikkelend geheim van een half geschetst personage, in de archaïsche diepgang van een mythische verbeelding,… Kortom, in de tijdloze verhalende dimensie van de literatuur.

In het centrum van De diepst verborgen herinnering van de mens staat de mysterieuze roman Het labyrint der onmenselijkheid van de al even mysterieuze schrijver T.C. Elimane. Elimane is een (fictieve) Senegalese schrijver die in de jaren dertig van vorige eeuw naar Parijs kwam, er met zijn roman snel een literaire ster werd (de ‘zwarte Rimbaud’) om na een aantal racistische recensies – van ‘onmogelijk dat een Afrikaan deze roman geschreven heeft’ tot ‘een chaotisch en ongestructureerd werk’ – én beschuldigingen van plagiaat (‘een samenraapsel van fragmenten uit de wereldliteratuur’) even plots weer uit het firmament van de literatuur te verdwijnen.

Het personage T.C. Elimane is gebaseerd op de Malinese schrijver Yambo Ouologuem (1940-2017), aan wie Sarr zijn roman trouwens opdraagt. Voor zijn roman Le devoir de violence (1968) – over het geweld van zowel het kolonialisme als de traditionele Afrikaanse samenleving – kreeg Ouologuem de Prix Renaudot. Nadat hij in 1972 (onder andere door Graham Greene) van plagiaat werd beschuldigd, trok hij zich uit het openbare leven terug, maar hij bleef publiceren. Zijn bekroonde roman is onlangs in het Nederlands vertaald als De onvermijdelijkheid van geweld. Ouologuems barokke, expliciete en gedetailleerde beschrijvingen van geweld hebben ongetwijfeld bepaalde passages bij Sarr geïnspireerd.

 

Labyrint

Wat kort door de bocht is De diepst verborgen herinnering van de mens het verhaal van de obsessieve zoektocht naar Elimane door diens jonge landgenoot Diégane Latyr Faye, die bijna driekwart eeuw na de wonderlijke verschijning van de zwarte Rimbaud eveneens als schrijver in de Franse hoofdstad is neergestreken. Een Senegalese schrijver in de diaspora op zoek naar een andere Senegalese schrijver in de diaspora. Het is niet de enige spiegeling in dit literaire labyrint. Het ‘verborgene’ laat zich per definitie alleen maar via omwegen en schijnbewegingen zien.

Sarr laat zijn roman voorafgaan door een citaat uit De wilde detectives (1998) van de Chileense auteur Roberto Bolaňo (1953-2003). In dat motto – dat op een korte parabel lijkt – wordt beschreven hoe het Werk langzaam maar zeker de Kritiek en de Lezers verliest, om er na een tijd nieuwe te vinden die het Werk weer een tijdlang vergezellen, maar die op hun beurt weer verdwijnen zoals ook de daaropvolgende zullen doen: ‘Uiteindelijk reist het Werk onherroepelijk alleen door de Onmetelijkheid. En op een dag sterft het Werk, zoals alles sterft, zoals alles uitdooft: de Zon en de Aarde, het Zonnestelsel en de Melkweg, en de diepst verborgen herinnering van de mens.’ Een indrukwekkende kosmische metafoor voor de ultieme eenzaamheid en vergankelijkheid van de literatuur.

 Maar Sarrs roman heeft meer dan zijn titel aan Bolaňo’s boek ontleend. Concreet gaat De wilde detectives over twee hedendaagse Mexicaanse dichters die met drugsdeals in hun levensonderhoud voorzien. Hun zoektocht naar een verdwenen schrijver uit de vorige eeuw verandert in een tragikomische queeste die hen over de hele wereld en dwars door verschillende tijdvakken voert. Als ze uiteindelijk zelf verdwijnen, haalt een bont gezelschap herinneringen aan hen op. De verdwijning van een schrijver, de queeste naar hem door tijden, generaties en culturen heen, de  herinneringen en de veelstemmigheid,… het zijn verhalende elementen die we expliciet terugvinden bij Sarr.

De diepst verborgen herinnering van de mens is wezenlijk een roman over boeken, over verbeelding en over schrijven, maar het is tegelijk ook een roman over leven en pijnlijke keuzes maken, over migratie en ontheemding, over achterlaten en opnieuw beginnen, over de onoverbrugbare kloof tussen daar (Afrika) en hier (Europa), over het onvermijdelijke conflict tussen traditie en moderniteit, over de breuk tussen de  generaties, én over de noodzaak om in al die verscheurdheid toch te zoeken naar verbinding en identiteit.

 

Queeste

Voor iedereen die met T.C. Elimane persoonlijk of met zijn boek in contact komt, wordt hij niets meer of minder dan een (fatale) obsessie. Dat geldt ook voor het hoofdpersonage van de roman, Diégane Latyr Faye, die inmiddels één roman heeft gepubliceerd waarvan 79 exemplaren werden verkocht, maar in de literaire cirkels  een aankomend en veelbelovend literair talent uit francofoon Afrika wordt genoemd. Diégane raakt in de ban van de roman van Elimane – een gruwelijke fabel over een heerser die het absolute kwaad verricht om aan de macht te blijven, maar uiteindelijk ontdekt dat zelfs het kwaad hem naar zijn humaniteit terugleidt – maar meer nog raakt hij gefascineerd door de figuur van de schrijver zelf. Diens onverklaarbare verdwijning stort Diégane als schrijver in een diepe existentiële crisis: ‘Wanneer je het pad kruist van iemand die zwijgt, maar dan ook echt zwijgt, kun je niet anders dan twijfelen aan de betekenis – de noodzaak – van je eigen woorden, waarvan je je plots afvraagt of ze meer zijn dan een hoop gezanik, een berg taalbagger.’ De vraag waarom Elimane er het zwijgen toe gedaan heeft, is voor Diégane een vraag naar de zin en de richting van zijn eigen schrijverschap en schrijversleven. De diepst verborgen herinnering van de mens is een bildungsroman waarin Elimane voor Diégane zowel gids als horizon is.

Sarr vertelt de ontwikkeling van Diégane niet op een psychologische manier, al ontbreekt zelfreflectie niet, maar vooral door middel van de vele ontmoetingen die hij heeft. Diégane is de ik-verteller van de roman. Maar die roman is het verhaal van steeds nieuwe ontmoetingen met andere vertellers. Diéganes obsessieve zoektocht, zijn existentiële queeste naar Elimane brengt hem van verteller naar verteller, van verhaal naar verhaal. Hij komt in contact met een groep kleurrijke personages die hij persoonlijk ontmoet of over wie hij hoort vertellen, die allen een stukje van een uiteindelijk niet volledig samen te leggen puzzel zijn. Met die veelheid aan personages duikt Sarr niet alleen in de gespleten en dramatische wereld van het koloniale verleden, maar ook in de niet minder gespleten en dramatische wereld van het postkoloniale heden.

Diégane beweegt zich in een groep van jonge (Afrikaanse) schrijvers die in Parijs al dan niet met succes proberen een plek te veroveren. Zo is er de Congolese schrijver Musimbwa die na het lezen van Het labyrint van de [hier dus ‘van de’] onmenselijkheid terugkeert naar zijn geboortedorp waar hij als kind getuige was van de gruwelijke moord op zijn ouders. Of de Frans-Guyaanse Eva Touré, een influencer met tweehonderdduizend volgers op instagram die strijdt voor elke goede zaak, ondernemer is, coach in self-empowerment en ‘zoals te vrezen viel, aangezien literaire incontinentie een van de wijdst verbreide ziektes van onze tijd is, kon ze het uiteraard niet laten om ook te schrijven’. Sarr kan bijzonder scherp zijn in zijn beschrijvingen van het doen en laten van het literaire wereldje. Dan is er nog de Kameroense katholieke schrijfster Béatrice Nanga, in wier kamer Diégane een bevreemdend gesprek heeft met een Christus die zich van zijn kruis losmaakt terwijl Musimbwa in de kamer ernaast met Béatrice ligt te neuken. Sarrs bildungsroman heeft ook erotische, mystieke en bij momenten surrealistische trekken.

De vrijgevochten Marème Siga D, een zestigjarige Senegalese schrijfster wier boeken door hun directheid steevast voor schandaal zorgen, is de belangrijkste bron van informatie over Elimane. Ze is zijn nicht. Via haar leert Diégane de tragische en aangrijpende geschiedenis kennen van de vader en de oom van Elimane die een tweeling zijn. Van de twee broers kreeg de ene een westerse (Franse) opvoeding, terwijl de andere ingewijd werd in de Afrikaanse traditie. Beide broers werden verliefd op dezelfde vrouw, die uiteindelijk de moeder zal worden van Elimane. Elimane draagt in zich de erfenis van de twee broers; in eerste instantie maakt hij zich los uit zijn Afrikaanse erfenis, om aan het einde van zijn leven, zo leren we, naar zijn geboorteland terug te keren en traditionele genezer te worden.

Marème Siga D. weet ook het een en ander over het verblijf van Elimane in Parijs en diens intieme vriendschap met het koppel Charles Ellenstein en Thérèse Jacob dat Elimanes boek uitgaf en de schrijver in de Parijse libertijnse milieus initieerde. In dat verhaal komt de periode van de Tweede Wereldoorlog, met het verzet, de collaboratie en het existentialisme, expliciet ter sprake. In de verhalen van Marème Siga D. duikt ook Brigitte Bollème op, een journaliste die het artikel ‘Qui était vraiment le Rimbaud nègre? Odyssée d’un fantôme’ (1948) schreef. Zo wordt de roman een mix van mythische verhalen, documenten (een handvol recensies van Elimanes roman worden uitvoerig geciteerd), vergezochte hypotheses (is het lezen van Elimanes roman werkelijk dodelijk?), een spannend detectiveverhaal en een artistieke queeste.

 

Totaalroman

De groep jonge schrijvers rond Diégane komt regelmatig samen om te discussiëren over hun Afrikaanse erfenis en over de onmogelijke positie van de Afrikaanse schrijver in Europa: ze moeten Afrikaans zijn, ze moeten authentiek zijn, ze moeten modern zijn maar ze moeten ook binnen de bestaande literaire orde blijven. Zou het plagiaat van T.C.Elimane (Yambo Ouologuem), indien hij een blanke schrijver was geweest, niet anders behandeld zijn, als een geval van intertekstualiteit bijvoorbeeld, zo vraagt Sarr zich in de roman af. Maar het is niet alleen op de westerse vooroordelen dat de jonge schrijvers afgeven. Ze rekenen ook af met hun Afrikaanse literaire voorouders: te gedienstig, te veel ‘met negerfolklore doorspekt exotisme’, Afrikaans willen zijn maar niet te Afrikaans en daardoor onvoldoende schrijver, bloedeloos realisme dat de wereld alleen maar afbeeldt en niet herschept, te verslaafd aan literaire prijzen en mondaine diners,… Met andere woorden de betweterij van een arrogante aankomende literaire generatie

Maar tegelijk dringt er ook een ander besef door dat cruciaal is voor de roman: ‘wie waren wij om zulke harde, onwrikbare, beslissende oordelen te vellen over die mannen en vrouwen zonder wie we niet zouden bestaan? Wie waren wij om te beweren dat we onze voorlopers niets verschuldigd waren terwijl we ontegenzeggelijk bij hen in het krijt stonden, met een onafzienbare, niet af te lossen schuld?’ Het gaat er niet om de traditie zonder meer te herhalen – daar zijn de jonge schrijvers te vrijgevochten voor – maar om er zich bewust van te zijn en er rekenschap van af te geven. Tegelijkertijd roept de roman beelden op van een al te reëel en ontwricht postkoloniaal Afrika met de gruwel in Oost-Congo en van een bloedige volksopstand in Dakar annex een live te volgen zelfverbranding van een studente voor het parlementsgebouw.

De roman is een zoektocht naar literaire voorouders uit Afrika – er wordt gediscussieerd over Senghor en zijn négritude die als een schaduw over de Afrikaanse literatuur blijven hangen – maar tegelijkertijd is het ook een queeste die dieper gaat dan de moderne literatuur en uitkomt bij een van haar belangrijkste bronnen: de orale literatuur. Door de vele vertellers en verhalen is de roman naast een lofzang op de literatuur ook een ode aan de orale overlevering, de kunst van het vertellen over de generaties heen.

Sarr weet in De diepst verborgen herinnering van de mens een soort totaalroman te schrijven: hij zet genres en stijlen naar zijn hand, maakt gebruik van het (post)moderne arsenaal dat de westerse literatuur hem biedt en verbindt dat alles met een diep geloof in de kracht van het woord en de verbeelding. De wortels daarvan reiken tot diep in de oeroude mythische vertelling en Sarr weet die knap aan te wenden om te spreken over het hier en nu.

Atlas Contact, Amsterdam, 2023
Vertaald door: Jelle Noorman
ISBN 978 90 254 7282 5
461p.

Geplaatst op 29/11/2023

Tags: Afrika, De diepst verborgen herinnering van de mens, De onvermijdelijkheid van geweld, De wilde detectives, kolonialisme, Mohamed Mbougar Sarr, Roberto Bolaňo, Yambo Ouologuem

Categorie: Proza, Recensies

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.