Proza, Signalement

‘Er was niets’

De Heilige Gramschap

Maurice D'Haese

De voorbije jaren zijn in Vlaanderen opvallend veel collaboratieromans geschreven (Lanoye, Hertmans, Olyslaegers). Ook in het academische onderzoek ligt al vele decennia de nadruk op de collaboratiegeschiedenis. Recent is echter de aandacht gegroeid voor het verzet en zijn helden. Nu blijkt dat er onmiddellijk na de oorlog al een verzetsroman geschreven is: De Heilige Gramschap (1952), het debuut van Maurice D’Haese (1919-1981) waarvoor hij De Arkprijs van het Vrije Woord kreeg (1953). D’Haese schreef een beperkt oeuvre en bleef daardoor wellicht onder de literaire radar. Hij behoorde tot de kring rond het tijdschrift Tijd en Mens (1949-1955). Zijn werk wordt meestal in verband gebracht met de existentialistische filosofie. De Heilige Gramschap is nu opnieuw uitgegeven met een nawoord van Jos Joosten.

Hoofdpersonage en centraal bewustzijn van de roman is Peter, een jongeman die deel uitmaakt van een kleine groep partizanen die zich met wapendropping en sabotage bezighoudt. Ze wachten op de komst van de bevrijders. In het tweede deel van de roman strijden ze om het behoud van een brug en trekken met de bevrijders mee om de hoofdstad van de vijand aan te vallen. Maar de militaire bevrijding brengt  geen morele bevrijding. Voor het hoofdpersonage lijkt de oorlogsnacht niet meer te eindigen. Nergens wordt geëxpliciteerd wie precies tegen wie vecht. Namen en plaatsen worden bewust niet genoemd om aan het verhaal een universele dimensie te geven.

De nadruk in de roman ligt niet op de uiterlijke actie, al wordt er bij momenten hevig gevochten, maar op een door het bewustzijn van het hoofdpersonage gefilterde realiteit die apocalyptisch wordt ervaren en in heftige expressionistische kleuren en vormen wordt geëvoceerd. Niet alleen de zichtbare wereld, ook de hoorbare wereld manifesteert zich op een felle en vaak schrikwekkende manier: een zaag maakt een kleverig geluid, een diesel huilt als een bezetene, een mitrailleur blaft als een razende hond, een locomotief dendert hartverscheurend, een fabriek fluit als de schrei van een oude man,…. D’Haese schrijft een poëtisch verhevigd proza, ritmisch, met veel nevenschikkingen en opsommingen en met herhalingen die op muzikale motieven lijken. De schriftuur krijgt iets surrealistisch op de ogenblikken dat Peter door angst, vermoeidheid of verwondingen begint te ijlen en te hallucineren. Door het bewustzijn moeilijk te vatten lichamelijke affecten als pijn en onrust, paniek en afschuw worden nadrukkelijk beschreven. In de plotse verschuivingen van verleden tijd naar tegenwoordige tijd en van vertelling naar directe aanspreking (van de moeder of van de jongere broer) probeert de schrijver iets van de mentale verwarring van zijn hoofdpersonage te vatten.

De dramatisch opgeroepen natuur (‘de gekke, bleke maannacht’, ‘de dag verliep toonloos’) is het canvas waarop de gruwel van de oorlog wordt geschilderd. Dieren krijgen daarin een bijzondere plek. Ze zijn eveneens slachtoffers van de oorlog. Ze worden verwaarloosd en zinloos en wreed afgemaakt. Ze zijn een spiegel van de mens. Zo schrijft D’Haese een hoofdstuk vanuit het perspectief van een angstige, niets begrijpende, oude, rosse eekhoorn. Een van de opvallendste kenmerken van D’Haeses stijl is de antropomorfisering: het landschap, levenloze objecten (auto’s en tanks) en zelfs abstracta (de oorlog) krijgen menselijke of dierlijke kwaliteiten toegedicht. Dat maakt de wereld niet bewoonbaarder. Het effect ervan is veeleer vervreemdend. Want wat zijn de consequenties voor de mens? ‘Het vaderland is ook een mens en de H. Kerk is een mens en de maatschappij is een mens en ze hebben allemaal hun gevoel, hun gezicht, hun karakter, hun zonden en de hele menselijke rozenkrans van ellende en vertrapte eigenliefde. Alleen de mens is geen mens’, klinkt het op het einde van de roman. Het is een opmerkelijke passage. Is de mens alleen maar ‘een mens’ wanneer hij zich beweegt binnen de kaders van de natie, de religie en de maatschappij en is hij niets – vrij, maar niets – daarbuiten? Is er alleen maar een betekenisvol leven mogelijk binnen de traditionele codes en conventies? En wat als de mens die codes en conventies fundamenteel ter discussie stelt zoals de hoofdfiguur doet?

Naast het concrete verzetsverhaal is De Heilige Gramschap een reflectie op wat het betekent ‘mens’ te zijn in een extreme situatie zoals een oorlog, maar ook in existentieel opzicht. Wat de oorlog doet, is niets anders dan de existentie blootleggen: de mens als een eenzaam, verloren, angstig, wreed en onverlosbaar wezen. Overgelaten aan zijn vrijheid en zijn keuzes die nergens buiten hemzelf gefundeerd kunnen worden. De roman is daarom een harde afrekening met nationalisme, religie en maatschappelijke moraal die zich presenteren als gidsen en lichtbakens, maar voor D’Haese alleen maar verraderlijke illusies zijn. Het pessimisme in deze roman gaat diep. Is er dan geen enkel lichtpunt? Er zijn de liefde en de zorg van de moeder, er zijn enkele momenten van intense natuurbeleving, en er is het verlangen naar de vrouw en de erotiek, maar over deze laatste ultieme samensmelting valt in de roman de schaduw van de syfilis, gevolg van een losgeslagen bevrijdingsvreugde.

D’Haeses roman is geen verhaal over moed en zelfopoffering, geen heroïsering van het verzet. Integendeel zelfs. Het boek is voelbaar geschreven vanuit woede, ontgoocheling en wanhoop over de mens en zijn onmacht of onwil om te veranderen. Het onderscheid tussen vriend en vijand, tussen de goede en de foute kant van de geschiedenis wordt uitgewist in dit sombere verhaal met een deterministische en nihilistische kijk op mens en samenleving. De oorlog heeft de mens niets gebracht: geen inzicht, geen solidariteit, geen betere, rechtvaardigere wereld. Alleen dood, destructie en uitzichtloosheid. ‘Er was niets’ is een van de meest voorkomende zinnen in het boek. Het is ook de laatste zin. Het boek lijkt als een gesloten cirkel te eindigen.

De Heilige Gramschap is een roman die snel een plek moet krijgen in de Vlaamse oorlogsliteratuur en die als vormexperiment meer waardering verdient.

Houtekiet, Antwerpen/Amsterdam, 2023
ISBN 978 90 5240 429 5
242p.

Geplaatst op 18/05/2024

Tags: De Heilige Gramschap, Maurice D'Haese, oorlog, oorlogroman, Verzet

Categorie: Proza, Signalement

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.