Recensies, Samenleving

Rouwen om het midden

Het onhoudbare midden

Essays over Nederland

Gijsbert Pols

Na de publicatie van een aantal literaire kritieken kreeg Gijsbert Pols de vraag om ‘een omvattende kritiek van de Nederlandse cultuur aan het begin van de eenentwintigste eeuw’ te schrijven. Geen geringe opdracht. Vanuit welk perspectief begin je aan zo’n ambitieus project? Eerst en vooral is er een zekere afstand nodig. Pols woont al vele jaren in Berlijn en ziet zichzelf daarom als een buitenstaander. De focus die hij koos om naar de Nederlandse cultuur van de millenniumwende te kijken, is een kritiek op ‘het midden’. En daarmee bedoelt Pols het ‘centrisme’ dat de Nederlandse politiek beheerst: het idee dat het kwaad schuilt in de extremen en dat goed beleid een kwestie is van pragmatisme, overleg en consensus. Een cultuur bepaald door redelijkheid en gematigdheid. Geen cultuur van de fundamentele keuzes maar van het management. Het ‘poldermodel’ met andere woorden. Pols ziet dat centrisme ook in de architectuur van nieuwbouwwijken, in de literaire cultus van het relativisme, en in de ironie en het wantrouwen tegenover duidelijke maatschappelijke, religieuze en politieke stellingnames. Dat ‘midden’ is, zoals de titel van zijn essaybundel al aankondigt, voor Pols onhoudbaar geworden..Het midden biedt niet langer antwoorden op de actuele uitdagingen. Integendeel: het blokkeert iedere noodzakelijke vernieuwing en is de oorzaak van een aantal vormen van extremisme die de democratie in gevaar brengen. Je zou zelfs kunnen stellen dat dit centrum inmiddels behoorlijk is uitgehold en onder invloed van figuren als Pim Fortuyn, Geert Wilders en Thierry Baudet naar rechts is opgeschoven.

Pols analyseert het Nederlandse midden vanuit zijn eigen biografie: herinneringen, ervaringen en ontmoetingen zijn de expliciete opstap voor zijn essays. Door die persoonlijke insteek worden de beschrijvingen van de veranderingen die Nederland de voorbije decennia onderging heel concreet en voor velen wellicht heel herkenbaar: van het ongegeneerde ‘bevrijde’ extreem-rechtse taalgebruik dat zich met Pim Fortuyn manifesteert tot de landelijke ontwikkeling met groeikernen en Vinex-wijken aan de rand van de grote steden. Gijsbert Pols, geboren in 1980, ziet zich als een product van dat midden dat zich vanaf de jaren negentig met de paarse regeringen van Wim Kok in het hart van de Nederlandse samenleving installeerde. Hij beschouwt zich dus als een ‘ervaringsdeskundige’ in dit tijdsgewricht. Met zijn literaire analyses en verwijzingen gaat hij echter verder terug in de tijd en toont hij aan dat bepaalde karaktertrekken al langer de Nederlandse cultuur domineren.

Pols noemt zijn essaybundel verrassend ‘een rouwverslag’. En dat geeft de essays op hun beste momenten een heel eigen toon en kleur. Het is geen agressieve verwerping van het midden, maar een afscheid van posities en opvattingen waarmee de schrijver is opgegroeid en waarvan hij de verleiding kent: ‘Vrijwel alles wat ik in mijn cultuurkritiek betrekken wilde, heb ik ooit als vanzelfsprekend ervaren.’

Dat betekent echter niet dat het afscheid minder definitief is. Integendeel zelfs, Pols verdedigt zijn nieuwe inzichten met het vuur van de neofiet.

 

Alternatieve levensvormen

Welke zijn nu de concrete kenmerken van dat centrisme waarmee Nederland zich decennialang geïdentificeerd heeft en die Pols achter zich wil laten? Welke specifieke houdingen en attitudes vallen daaronder? In zeven essays gidst Pols de lezer door middle earth. Het hoeft niet te verbazen dat daarbij de actuele kritische (progressieve) agenda wordt doorlopen: van relativisme tot neoliberalisme en van seksisme tot racisme. Dat maakt het boek enigszins voorspelbaar, maar daarom niet minder to the point. Vanuit zijn eigen lees- en levenservaringen zoekt de schrijver zich een weg in de maatschappelijke issues van onze tijd.

Een typische uitdrukking van dat midden is Nescio’s filosofisch relativisme. Nescio, pseudoniem voor Jan Grönloh (1882-1961), schreef zijn Titaantjes in 1915 op een ogenblik dat de slachting van de Eerste Wereldoorlog nog moest beginnen, er nog geen algemeen kiesrecht was, nauwelijks enige sociale zekerheid bestond, etc. Hij schreef met andere woorden in een tijd waarin er nog voor veel gevochten moest worden en toch voert hij personages op die alle idealen relativeren. Pols ziet dat relativisme in de Nederlandse literatuur doorwerken bij zo verschillende auteurs als Menno ter Braak, W.F. Hermans, Gerard Reve en Arnon Grunberg, die ieder op hun manier elke maatschappelijke of intellectuele positie en overtuiging onderuithalen en ontmaskeren. En dat terwijl we, aldus Pols, opnieuw in tijden leven die om scherpe kritiek en duidelijke keuzes vragen. De marxistische Gorter – die in de literatuurgeschiedenis niet of nauwelijks aandacht krijgt in vergelijking met de Gorter van Mei en Verzen – behoort voor Pols tot een traditie die aan Nescio wil ontsnappen, een traditie die een duidelijke maatschappelijke en politieke keuze maakt. Ook J. van Oudshoorn, Carry Van Bruggen en Jeroen Mettes rekent hij daartoe. Hoe verschillend ze onderling ook zijn, Mettes’ uitspraak ‘Het probleem überhaupt van de moderne poëzie is het kapitalisme’ plaatst hem in hetzelfde kamp als Gorter. Het zijn voor Pols ontsnappingspogingen om uit dat midden te breken, pogingen om een nieuwe waarheid, om een nieuwe mens, om nieuwe zinnen te construeren.

Ook sporen van racisme en seksisme – door de #MeToo beweging en de dekoloniseringscampagne de voorbije jaren sterk onder de aandacht gebracht – traceert Pols in de mainstream van de Nederlandse cultuur, al wil het centrum dat natuurlijk niet gezegd hebben. Als er in het midden al racistische opmerkingen gemaakt worden, dan zijn die ironisch bedoeld en betekenen ze eigenlijk het tegenovergestelde, zo luidt het. Pols analyseert in dit verband Bezorgde ouders (1988) van Gerard Reve, een van de schrijvers die cruciaal was voor Pols’ vorming. Hij verwijt Reve dat deze zijn schrijven door zijn permanent gebruik van ironie losgekoppeld heeft van de werkelijkheid en op die manier bij de lezer ruimte maakt voor een racistisch verlangen dat ongereflecteerd blijft. Het gaat niet ‘om Spielerei, niet om taal die buiten datgene valt waar we werkelijk in geloven. Integendeel: het gaat om taal waarin we, heel even, de werkelijke orde aan het licht laten komen, taal waarmee we heel even toegeven dat onze wereld wel degelijk een hiërarchie kent die erg vaak langs de lijnen van kleur verloopt.’ Met andere woorden: de ironie stelt het racisme niet aan de kaak, maar bevestigt de hiërarchie waarin het racisme gefundeerd is. Omdat de ervaringen van mensen van kleur nog steeds geen vanzelfsprekend onderdeel van onze cultuur zijn, kunnen we niet lezen wat er achter die zogenaamde ironie schuilgaat.

Het seksisme pakt Pols aan met twee Nederlandse schrijvers die iconisch zijn voor wat de seksuele emancipatie van de jaren zestig heet: Jan Wolkers en Jan Cremer. Die seksuele vrijheid, die diep verankerd is in het nationale zelfbeeld van Nederland, wordt doorgaans verbonden met het secularisatieproces. Dat heeft zich volgens Pols de voorbije decennia vertaald in een  retoriek om het seculiere – en dus seksueel vrije – Nederland af te zetten tegen de religieuze – en dus seksueel onvrije – andere, in casu de moslim. Maar Pols merkt op dat die seksuele vrijheid bij Wolkers en Cremer vooral de vrijheid van de heteroman was. Hij ziet in dit mannelijke universum in de eerste plaats een mengeling van eenzaamheid, cynisme, traumatische verdringing en geweld – voortgedreven door een seksuele drift en met weinig of geen oog voor de leefwereld van de vrouw. Hij noemt het ‘een schrale vrijheid’. Ook hier zoekt Pols naar een andere, alternatieve traditie en die vindt hij in een van de klassiekers van het Nederlandse feminisme: De schaamte voorbij (1976) van Anja Meulenbelt. In tegenstelling tot Wolkers en Cremer weet Meulenbelt uit haar wereld van trauma, schaamte en geweld te breken en op zoek te gaan naar alternatieve levensvormen: ‘In de rest van haar boek wordt duidelijk wat daardoor mogelijk wordt: experimenten met vormen van samenleven, eindeloze, diepe discussies, intense vriendschappen, intense relaties, sprankelende seks, dansen, zuipen, kunst maken, demonstraties, kinderen opvoeden, bezettingen en schrijven.’

 

Neoliberalisme

De experimentele geest die uit het boek van Meulenbelt spreekt, staat haaks op het idee van Nederland als een voltooide wereld waarin bereikt is wat bereikt moest worden – het ideaal van het consensusmodel dat te allen prijze beschermd moet worden, aldus Pols. Hij beschouwt deze houding als een vorm van blindheid, een onvermogen om het interne maatschappelijke geweld te erkennen. Geweld wordt in de eerste plaats geassocieerd met een dreiging die van buitenaf komt. Dat onze samenleving haar eigen geweld produceert om zichzelf in stand te houden – in de vorm van uitsluiting, discriminatie, sociale ongelijkheid, ecologisch risicogedrag, etc. – is niet zo makkelijk onder ogen te zien. Het midden is immers gematigd en beredeneerd, toch? Geweld is iets van de extremen.

Het ‘geweld van het midden’ is voor Pols een synoniem van ‘neoliberalisme’, dat de verhouding tussen crediteur en debiteur als de pijler van elke vorm van samenleven beschouwt en van onze geglobaliseerde wereld een wereld met een niet af te betalen schuld gemaakt heeft, die vooral de zwakkeren dreigt te verpletteren. Verlies aan solidariteit met de zwakkeren hangt samen met een verlies aan besef van onze eigen kwetsbaarheid en afhankelijkheid: ‘Het verlies van ons sterfelijkheidsbesef maakt het ons, de mensen aan de mooie kant van de streep, schier onmogelijk racisme en sociaal onrecht te bestrijden en betekenis aan ziekte en verval te geven.’ Ook het besef dat we ten diepste met de natuur verbonden zijn, ging verloren. De gevolgen voor de toekomst zijn ernstig: ‘De compartimentalisering en het verdwijnen van saamhorigheid hadden een angstig conformisme tot gevolg. Niet langer in staat of zelfs maar willens iets aan hun leven te veranderen, begonnen de nieuwbouwbewoners op een manier te ageren die alleen maar ingegeven leek door de angst alles kwijt te geraken.’ Het optimistische tijdperk van de burgerparticipatie en de deliberatieve democratie in de jaren negentig heeft bij de burger plaatsgemaakt voor wantrouwen en een scala aan extreme emoties. Het ‘affe Nederland’ en het ‘bange Nederland’: het zijn twee zijden van dezelfde munt. Het midden heeft zijn monsters gebaard.

Het Nederland dat Gijsbert Pols beschrijft ziet er niet fraai uit. Toch is zijn hele bundel gebaseerd op het geloof dat het anders kan. Dat er een andere verbeelding mogelijk is: radicaler, experimenteler, uitdagender dan de behoedzaamheid van het midden, dat eigenlijk niet veel anders doet dan de belangen van de status quo behartigen. Het gaat erom bondgenoten te vinden. En die zijn er op dit ogenblik in de vele emancipatiebewegingen die zich wereldwijd ontwikkelen, maar ook in denktradities die zich in de schaduw van het midden bevinden. Het is er Pols om te doen al die krachten te mobiliseren. Ik wees al op Anja Meulenbelt als een alternatief voor Wolkers en Cremer. In een andere context schuift Pols de figuur van Thomas Müntzer, een reformator en cruciale figuur in de Duitse boerenopstand in de zestiende eeuw, naar voren als een alternatief voor Maarten Luther, die zich weliswaar verzette tegen het machtsmisbruik van de kerk maar toch een bondgenootschap aanging met de Duitse elite van zijn tijd.

Het onhoudbare midden is een persoonlijke en intelligent geschreven bundel.  Pols legt de zenuwen van deze nerveuze overgangstijd geregeld pijnlijk bloot, zonder dat je het altijd met hem eens moet zijn. Dat hij daarbij niet voor de makkelijke weg kiest en durft in te gaan tegen zijn eigen idolen is niet minder dan moedig.

Recensie: Het onhoudbare midden. Essays over Nederland van Gijsbert Pols door Erwin Jans.

 

nY, tijdschrift voor literatuur, kritiek en amusement, 2019
ISBN 9789081776578
160p.

Geplaatst op 26/05/2020

Tags: Anja Meulenbelt, Gerard Reve, Gijsbert Pols, Jan Cremer, Jan Wolkers, Neoliberalisme, Nescio, racisme, Seksisme

Categorie: Recensies, Samenleving

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.