Deel Facebook Twitter / X LinkedIn
‘Wij Palestijnen zijn eraan gewend dat dingen half zijn, dokter, we leven een half leven. We hebben de helft van een land in handen, we hebben de helft van ons leven verspild aan het wachten op redding, we beminnen half, we huilen half en onze moeders offeren de helft van hun leven op voor het martelaarschap van hun zonen.’ Dit beklemmende statement geeft het hoofdpersonage uit het verhaal ‘Twee keer in mijn leven’ aan zijn psychiater. Je zou de vraag kunnen stellen of ‘een half leven’ nog wel een correcte omschrijving is voor de toestand waarin de Palestijnen zich op dit ogenblik bevinden.
De verhalenbundel De man die achteromkeek van de Gazaanse schrijver Amer Almassri (1995) is de tweede publicatie in een reeks die is opgezet door Uitgeverij Jurgen Maas en de Nederlandse Hope Foundation, die al dertig jaar kunst onderricht aan kinderen in Gaza. De bedoeling is om in de loop van de volgende jaren in samenwerking met vertalers en specialisten ter plekke een vijftal romans uit Gaza in het Nederlands te vertalen. De eerste roman Een tuin van verloren benen van Mahmoud Jouda verscheen in 2024. Het initiatief, dat opgestart werd enkele maanden voor de aanval van Hamas en het begin van de Gaza-oorlog in oktober 2023, wil de Palestijnse literatuur, en meer specifiek die uit Gaza, meer bekendheid geven in de Nederlanden.
Gezien de desastreuze situatie in Gaza (en op de Westbank) is een belangrijke vraag hoe de Palestijnse cultuur in de brede zin van het woord bewaard, doorgegeven, ontwikkeld en bekend gemaakt kan worden. Hoe is culturele productie en uitwisseling überhaupt nog mogelijk in tijden van bezetting, oorlog en vernieling? In Gaza is inmiddels heel wat culturele en artistieke infrastructuur stuk of buiten gebruik en zijn de noden op het eerste gezicht elementairder. In haar inleiding bij de verhalenbundel beschrijft Ingrid Rollema, directeur van de Hope Foundation, de ellendige materiële omstandigheden waarin het project verloopt en de menselijke prijs die ervoor betaald wordt. Maar ze wijst ook op het grote belang van cultuur. Zij deelt een reactie van Karam al-Saadoni, Maher Daoud, Mahmoud al-Shaer en Alaa al-Qatrawy, de adviseurs in Gaza: ‘Door dit project kunnen we onze stem laten horen, het geeft ons een reden om te leven. Jullie moeten je realiseren dat de hele wereld ons in de steek heeft gelaten, niemand geeft om ons, dit is het laatste waar we ons aan vast kunnen houden. Wij hebben al onze doelen verloren.’ Tegelijk is het ook een dramatische oproep om een volk niet te beperken tot de extremen waartoe het door militaire bezetting en dagelijkse onderdrukking en vernedering gedwongen wordt: terreur en slachtofferschap. Want dat zijn de tweede beelden die de communicatie over de Palestijnen, zeker in de westerse wereld, beheersen.
Het zijn de literatuur, het theater, de film, de beeldende kunsten, de muziek, enzovoorts die andere, complexere en meer genuanceerde representaties bieden waarin de hele existentie en het hele scala van menselijkheid van een samenleving tot uiting komt. ‘Kunst en literatuur creëren de mogelijkheid om te ontsnappen aan de ontmenselijking die Palestijnen constant te verduren hebben’, aldus Ingrid Rollema. In de eerste plaats van de Israëlische bezetter, maar ook van de vele reducerende representaties in de buitenwereld. Rollema roept op tot ‘een respectvol antwoord’ op de situatie waarin de Palestijnen zijn gemanoeuvreerd. Vertalingen van Palestijnse literatuur zijn een deel van dat antwoord.
Geen verzetsliteratuur
De verhalenbundel van Amer Almassri is geen verzetsliteratuur. Dit zijn geen verhalen over de Gaza-oorlog of over de Israëlische bezetting in het algemeen. Lange tijd – van het midden van de jaren zestig tot de Oslo-akkoorden in 1993 – heeft de Palestijnse literatuur zich als een verzetsliteratuur gedefinieerd, een term die door de Palestijnse journalist, activist en schrijver Ghassan Kanafani (1936-1972) in het midden van de jaren zestig in de literatuurstudie werd geïntroduceerd. Met de Oslo-akkoorden werd duidelijk dat het culturele verzet van de voorbije decennia geen enkel positief resultaat had opgeleverd en de kunst afhankelijk had gemaakt van de politiek. De literatuur keerde zich af van heroïsme en strijd en begon zich meer te concentreren op de Palestijn als individu, als mens, getekend door dezelfde existentiële problematiek als iedereen. Het kwam er in de kunsten op aan eenduidige propaganda te vermijden en meer aangrijpende portretten en metaforen te ontwikkelen om het Palestijnse drama te beschrijven, met aandacht voor de singuliere emotionaliteit en psychologie van de eenling. De Palestijnse dichter Mahmoud Darwish (1941-2008) heeft die wisseling van perspectief in het midden jaren negentig als volgt verwoord: ‘De Palestijnse poëzie heeft […] begrepen dat ze haar thema’s moest humaniseren en overstappen van het object, Palestina, naar het subject, de Palestijn. […] Het is tijd dat de stem van het Palestijnse individu weerklinkt, gebroken, ambigu, in pijn. […] Zijn ervaringen bezitten een grote rijkdom als ze tijd voor poëtische contemplatie vinden.’
De acht kortverhalen van Almassri gaan in de eerste plaats over mensen en niet over Palestijnen: over mensen – meestal jongeren – en hun verlangen naar vrijheid, naar erkenning en liefde, over de obstakels die hen in de weg staan, over hun wanhoop als die verlangens illusies blijken en over hun veerkracht om verder te gaan. De schrijver werd geboren in Khan Younis en behoort tot de post-Oslo generatie die opgroeide met het echec van het vredesproces dat had moeten leiden tot een tweestatenoplossing. De Joodse nederzettingen in Gaza werden in 2005 weliswaar door Israël ontmanteld, maar na de verkiezingsoverwinning van Hamas een jaar later werd de strook aan alle kanten van de buitenwereld afgesloten. Ook al lopen er in de verhalen, die zich allemaal in Gaza afspelen, geen Israëlische soldaten rond, toch zijn de bezetting en de geschiedenis ervan voelbaar aanwezig. Dat blijkt al uit de aangrijpende uitspraak over het half geleefde leven waarmee deze bespreking opende. En het eerste verhaal van de bundel (‘Verjaardag in een schuilkelder’) begint wellicht niet toevallig met een enorme explosie: ‘De raket trof het huis met twee verdiepingen en veranderde het in een hoop herinneringen en bloed.’
Omkijken
Die combinatie van fysieke vernieling en herinnering aan wat verloren is, staat centraal in de Palestijnse literatuur. Historisch gedetermineerd door de Palestijnse ervaringen van de voorbije eeuw, is dit tegelijk ook een klassiek motief dat teruggaat tot de pre-islamitische Arabische poëzie: de melancholische klacht van de dichter bij de resten van een opgebroken, verlaten kamp en bij het vertrek van zijn geliefde met haar stam. Een opmerking als ‘vroeger reisden de mensen naar Egypte alsof het niets was, maar dat is lang geleden’ is zwanger van melancholie en zelfs wanhoop. Ze verwijst in het verhaal ‘Wagon 10 naar Caïro’ concreet naar een treinverbinding met de buitenwereld die niet langer bestaat en meer algemeen naar het totale isolement van de Gazastrook, aan alle kanten afgegrendeld: door Israël, door Egypte en door de Middellandse Zee. Het slotverhaal van de bundel gaat over die Middellandse Zee en het verlangen van Madi – een jongen die nooit achterom kijkt – om te weten wat er zich daarachter bevindt. De zee wordt zijn vriendin ‘die naar hem luisterde en hem troostte met haar gemurmel, haar zoute geur en haar lichtjes, die uit de verte naar zijn tranen zwaaiden’. Madi besluit de zee over te steken, maar voelt zich dan door haar bedrogen, want als hij omkijkt begint hij ook te beseffen wat hij achtergelaten heeft.
Niet alleen de bezetting en de zee zijn obstakels, dat is ook de traditie. Dat wordt duidelijk in het verhaal met de mooie titel ‘Dat je “tot ziens” zegt en dan niet op reis gaat’ over een moeder die alles doet om haar dochter Zainab in haar huwelijk te houden. Almassri’s verhalen zijn verhalen over vertrekken, achterlaten en opnieuw beginnen of daarin niet of te laat of alleen maar imaginair slagen, zoals de meisjes in het verhaal ‘Wagon 10 naar Cairo’. De verhalen waarin het vrouwelijke perspectief centraal staat, zijn de meest emotionele en aangrijpende van de bundel omdat de spanning tussen het verlangen naar zelfbeschikking en de druk van de samenleving daar het scherpst wordt uitgewerkt.
Parabels
Almassri schrijft verhalen met een absurdistische, soms zelfs surrealistische inslag. De werkelijkheid wordt even ontstegen om ze des te scherper en harder terug neer te zetten. Almassri gebruikt daarvoor krachtige en vaak onverwachte metaforen: ‘Wees net zo moedig als de Middellandse Zee en kijk nooit achterom. Heb je ooit een zee achterom zien kijken?’ Of: ‘Hij probeerde zich vast te klampen en zo goed mogelijk in evenwicht te blijven, maar de golf was hoog en woest als de eerste ongelukkige liefde, beleefd door een gevoelige ziel.’ In het eerste geval wordt de natuur (de zee) gebruikt om een menselijke emotie (standvastigheid) te verduidelijken, in het tweede geval wordt een menselijke emotie (ongelukkige verliefdheid) gebruikt om een natuurlijk fenomeen (woeste zee) te verduidelijken.
Die opvallende beelden geven de verhalen het karakter van een parabel of een allegorie. Omdat ze in meerdere verhalen terugkeren, creëren motieven zoals de trein of de zee een mythische geografie. Tegelijk ontbreekt het niet aan een lichtheid die doet glimlachen, zoals in ‘De oren van de vrouwen in Istanboel’ over een jonge kerel die voor zijn reis naar Turkije nooit vrouwenoren had gezien, behalve die van zijn grootmoeder, omdat de vrouwen in Gaza hun oren angstvallig verborgen hielden voor de blikken van de buitenwereld. In Istanboel raakt hij onmiddellijk geobsedeerd door een vrouw die twee grote vlinders in haar oren droeg: ‘Het was voor het eerst in mijn leven dat ik vlinders zag rondvliegen. De vlinders in mijn land vliegen niet. Bij ons is vliegen voorbehouden aan drones, F16-raketten, en aan de angst.’ De verbeelding mag dan haar plek opeisen in deze verhalen, dat doet ook de harde werkelijkheid. In die spanning tussen realisme en symbolisme – die ongetwijfeld ook de literaire uitdrukking is van een levenshouding om te overleven – ontwikkelt Amer Almassri zijn singuliere stem.
Reacties
Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.