Non-fictie, Recensies

Literaire levenslessen uit Frankrijk

Therapie met Bovary

Sessies met 19e-eeuwse auteurs

Steffie Van Neste

In Therapie met Bovary. Sessies met 19e-eeuwse Franse auteurs nodigt de Vlaamse literatuurwetenschapper Steffie Van Neste ons uit om met haar op de sofa plaats te nemen. De titel doet denken aan literaire zelfhulpboeken in de trant van Alain de Botton (How Proust Can Change Your Life), maar het boek is eerder een mix tussen een persoonlijke leesautobiografie en een erudiete essaybundel.

Centraal staat de negentiende-eeuwse Franse literatuur, een onderwerp waar de auteur in gespecialiseerd is. Ze verdiende haar sporen in de academische wereld door in 2022 op het werk van de Franse dramaturg en schrijver Alexandre Dumas (1802-1870) te promoveren. In Therapie met Bovary deelt ze haar verworven inzichten met een breed publiek, een keuze waar veel wetenschappers een voorbeeld aan kunnen nemen.

De omslagvraag van het boek luidt ‘Wat doen boeken met mensen en wat doen mensen met boeken?’ Specifieker gaat het om de vraag wat Franse literaire klassiekers van twee eeuwen geleden te bieden hebben aan een hedendaagse jonge vrouw in haar zoektocht naar geluk en persoonlijke ontplooiing. Van Neste opent met een motto uit De reis door mijn kamer (1790) van de Franse schrijver en schilder Xavier de Maistre (1763-1852), waarmee de auteur benadrukt dat literair lezen toegang biedt tot andere werelden en nieuwe inzichten. Het verrassendst daarbij is dat zij zich – anders dan de meeste lezers van haar generatie – niet oriënteert op Engelstalige millennialauteurs zoals Sally Rooney, maar op Franse schrijvers van twee eeuwen terug.

Keuzestress, katers, keukenruzies

Van Neste raakte als student begeesterd door de Franse negentiende-eeuwse romans en weet haar enthousiasme aanstekelijk te verwoorden. Wat ze zoekt in de literatuur is een combinatie van escapistisch leesplezier en herkenning, maar vooral ook troost, inzicht en verwondering. Ze noemt het enigszins hoogdravend ‘nectar van mijn ziel’. Die uitspraak is tekenend voor haar stijl, die niet academisch is maar bloemrijk en associatief. Intussen houdt Van Neste haar persoonlijke ontboezemingen wel binnen bepaalde grenzen, zoals ze in het voorwoord aangeeft met het citaat ‘liefhebbers van schandalen, slaat u mijn boek maar direct dicht’ van de legendarische feministische schrijfster George Sand (1804-1876).

De belangrijkste missie van de auteur is om de relevantie van de grote negentiende-eeuwse Franse schrijvers voor een hedendaagse lezer aan te tonen. Na de Franse Revolutie en de Napoleontische tijd moesten auteurs hun weg zien te vinden in een samenleving die totaal overhoop was gegooid. Hun werk neemt ons mee in de belevingswereld van individuen die een positie voor zichzelf proberen te verwerven in deze nieuwe maatschappelijke verhoudingen. Van Neste wil aantonen dat deze personages worstelen met eenzelfde soort kwesties als zijzelf (pakkend samengevat in de formule ‘keuzestress, katers, keukenruzies’), ondank de grote afstand in tijd en culturele context.

Ironie

Het openingshoofdstuk over Madame Bovary (1857), de bekende debuutroman van Gustave Flaubert (1821-1880), is opgehangen aan het thema ‘uitvliegen’. Het hoofdstuk opent met de geboorte van Van Neste zelf, dochter van een kapster in een klein Vlaams dorp. Als 23-jarige leest ze voor het eerst de beroemde roman van Flaubert en dat is een overrompelende ervaring die ze in dit essay probeert te analyseren. Wat maakt dit boek zo goed? Welke betekenis(sen) en impact heeft de tekst in haar persoonlijke leven?

Het interessante aan deze vragen is dat ze aanhaken bij een centraal motief in de besproken roman. De diepe onvrede van Emma komt volgens veel critici voort uit het lezen van onrealistische liefdesromans. De saaie plattelandsdokter Charles Bovary lijkt in niets op de gedroomde prins op het witte paard en dat drijft Emma ertoe buitenechtelijke relaties aan te gaan, zich te verliezen in koopzucht en uiteindelijk zichzelf te vergiftigen. Vaak wordt gewezen op de symboliek van inktsmaak die zij proeft op haar sterfbed en het zwarte vocht dat uit haar mond druipt. Emma gaat in deze visie – die Van Neste niet onderschrijft – ten onder aan de kwalijke invloed van romantische lectuur. Ironisch genoeg werd Flaubert na het verschijnen van deze roman aangeklaagd omdat het gedrag van de overspelige Emma een slechte invloed zou hebben op (vooral vrouwelijke) lezers.

Van Neste toont zich een vaardige close reader wanneer ze inzoomt op het motief van het kijken in Madame Bovary en de erotische spanning die Flaubert daarmee oproept, zowel tussen de personages als bij sommige lezers. Ze citeert een aantal critici – onder wie Joost Zwagerman en Mario Vargas Llosa – die zeer gevoelig waren voor het sexappeal van Emma en ze schaart zichzelf ook onder haar bewonderaars. Sterker nog: bij die eerste lezing is sprake van ‘totale identificatie’. Steffie is Emma en haar geboortedorp Dentergem is het Yonville van West-Vlaanderen dat onvoldoende ruimte biedt voor haar ambities.

Persoonlijk vind ik dat Van Neste het personage wat te veel krediet geeft wanneer zij haar voorstelt als een feministisch rolmodel avant la lettre; Emma kan met hetzelfde recht worden opgevat als een onsympathieke antiheldin of als een tragisch slachtoffer van de omstandigheden. Deze ambiguïteit is het gevolg van een sterke ironische ondertoon en het veelvuldig gebruik van de vrije indirecte rede. Mij valt het bij elke herlezing meer op hoe de verteller tussen de regels door spot met de naïef-romantische en zelfzuchtige Emma, bijvoorbeeld als ze zich door de middelmatige edelman Rodolphe laat verleiden met goedkope clichés. Het is waar dat ze in haar relatie met Léon meer het voortouw neemt en de heersende gendernormen uitdaagt, maar uiteindelijk mondt ook die affaire uit in verveling en teleurstelling. Emma slaagt er niet in om haar dromen waar te maken en sleept haar naasten met zich mee in haar tragische ondergang.

Ik denk ook niet dat Gustave Flaubert het eens zou zijn met de premisse van Therapie met Bovary: zijn ironische gesteldheid lijkt mij onverenigbaar met een visie op zijn werk als zelfhulpmateriaal. Dat is echter gelukkig ook niet waar deze lezing om draait: Van Neste’s essay mondt uit in een betoog over leesplezier, lezen als vlucht uit de werkelijkheid en de kracht van de verbeelding. Welke concrete impact de roman heeft gehad op het leven van de 23-jarige Steffie, blijft trouwens onbenoemd.

Levensles in empathie

In andere hoofdstukken wordt Van Neste op dat vlak iets concreter. Ze deelt persoonlijke ervaringen rond pesten en eenzaamheid. En ze verhaalt van de helende werking van literatuur. Een bijzondere rol is weggelegd voor de vergeten bestseller Ourika (1823) van Claire de Duras (1777-1828). Van Neste herkent zich in de problematiek van de hoofdpersoon, een Senegalese vrouw die als kind is geadopteerd door een wit aristocratisch gezin. Het op waargebeurde feiten gebaseerde verhaal draait om anders-zijn, uitsluiting en vervreemding. Van Neste gebruikt deze thema’s als kapstok voor een lezenswaardig betoog over hysterie en de representatie van Zwarte vrouwen, als opmaat naar een passage waarin ze het tragische lot van schrijfster Claire de Duras en haar personage Ourika verbindt met haar eigen mentale problemen. Ze stelt dat deze roman, ‘een levensles in empathie’, haar heeft geholpen die te overwinnen.

Zo neemt Van Neste de lezer mee op een wervelende tocht door negentiende-eeuws Frankrijk en door haar eigen geschiedenis. Het hoofdstuk getiteld ‘De twijfelaar’ is een mooi voorbeeld van hoe ze met grote stappen door haar literaire universum wandelt om een levensvraag te beantwoorden. Het dilemma betreft een ex-geliefde die voorstelt het nog eens samen te proberen. Deze A. houdt van pessimistische romantici als Alfred de Musset (1810-1857). Van diens Confession d’un enfant du siècle (1836) trekt Van Neste associatieve lijnen naar de cultuurkritiek van de fin-de-siècle auteur Joris-Karl Huysmans (1848-1907) en diens hedendaagse geestverwant Michel Houellebecq (geb. 1956), om vervolgens met terug te keren naar de vroege negentiende eeuw met een beschouwing over het werk van Stendhal (1783-1842) en enkele van diens tijdgenoten. Verrassend genoeg brengt dit koor van cultuurpessimistische stemmen de schrijfster tot een punt waar ze het aandurft de liefde een kans te geven.

Dertigersdilemma’s

Verderop in het boek bespreekt Van Neste onder meer de meeslepende avonturenromans van Alexandre Dumas, het megalomane realisme van Honoré de Balzac (1799-1850) en het baanbrekende naturalisme van Émile Zola (1840-1902). Ze behandelt hun werken in relatie tot typische dertigersdilemma’s als bindingsangst en nesteldrang:

Op mijn zestiende dacht ik op mijn dertigste wakker te worden in een wereld van kingsize boxsprings, trouwfoto’s en explosieluiers, maar in plaats daarvan bevind ik me in een piepkleine badkamer, waar mijn lief en ik ruziemaken over wie het dopje van de tandpasta nu weer niet heeft dichtgedraaid. Ik voel een instinctief verlangen naar geborgenheid, naar ontferming, maar hoe meer ik me in het huis wil nestelen, hoe meer het zich aan mij onttrekt.

Deze passage komt uit het hoofdstuk over Une vie (1883), een tragische roman van Guy de Maupassant (1850-1893) over een vrouw die gevangen zit in een ongelukkig huwelijk.  Van Neste wekt de indruk dat ze zich sterk met dit personage identificeert; haar bespreking van de roman mondt uit in een intrigerende, poëtisch vormgegeven passage die haar eigen ervaringen met toxische relaties schijnt te verwoorden. Naar de precieze parallellen tussen haar liefdesgeschiedenis en die van Maupassants hoofdpersoon kan de lezer slechts gissen.

Belangrijker is dat Van Neste op dit punt in het boek de aandacht richt op het verschil in agency tussen een negentiende-eeuwse getrouwde vrouw en zijzelf. Vergeleken met de personages van Flaubert, Zola en Maupassant heeft een moderne jonge vrouw veel meer vrijheid om haar eigen weg te kiezen, al dan niet in dialoog met de literatuur.

Opmerkelijk genoeg blijken het uiteindelijk juist vrouwelijke schrijvers te zijn die Van Neste in dat opzicht geïnspireerd hebben, van de Frans-Zwitserse essayiste en salonnière Germaine de Staël (1766-1817) via de feministische filosofe Simone de Beauvoir (1908-1986) tot aan Annie Ernaux (geb. 1940) wier geëngageerde autobiografische werk in 2022 werd bekroond met de Nobelprijs voor de Literatuur. 

Therapie met Bovary eindigt met een klinkende ode aan deze feministische rolmodellen. Eigenlijk is het jammer dat deze vrouwelijke (en recentere) stemmen niet meer aandacht krijgen in het boek en dat de auteur zich niet expliciet verhoudt tot de minder feministische aspecten van de negentiende-eeuwse literatuur.

Dit komt doordat Van Neste zich ten doel heeft gesteld de actuele relevantie aan te tonen van de besproken romans. De connecties die ze maakt tussen negentiende-eeuws Frankrijk en onze tijd zijn soms wat vergezocht, bijvoorbeeld wanneer ze Alexandre Dumas’ ghostwriters kwalificeert als ‘ChatGPT avant la lettre’. Daardoor heeft ze weinig oog voor de radicale andersheid van de samenleving die in de negentiende-eeuwse romans wordt getoond: de strenge seksuele moraal en patriarchale structuren, de dominante rol van religie, de trage vervoersmiddelen en afwezigheid van moderne communicatietechnologie… Is het verleden niet juist ook een exotisch oord om via de literatuur te bereizen, naar analogie van L.P. Hartley’s uitspraak ‘the past is a foreign country’?

Het is al met al fascinerende lectuur, die aanzet tot het (her)lezen van beroemde literaire teksten en het overdenken van hun mogelijke betekenissen. Ondanks de soms wat diffuse levenslessen en een overdaad aan literaire hinkstapsprongen toont Steffie Van Neste zich een aanstekelijke en overtuigende ambassadeur van de Franse letteren. Therapie met Bovary biedt zo een verfrissend en noodzakelijk tegengeluid in onze samenleving die zich nog uitsluitend lijkt te oriënteren op de Engelstalige cultuur. Het is zeer de moeite waard om plaats te nemen op Steffies sofa voor een imaginaire rondleiding door die vreemde en toch vertrouwde wereld van twee eeuwen terug.

 

Een recensie door Maaike Koffeman over Therapie met Bovary. Sessies met 19e-eeuwse auteurs van Steffie Van Neste.

Borgerhoff & Lamberigts, Gent, 2025
ISBN 9789464759907
176p.

Geplaatst op 15/10/2025

Tags: 19e eeuw, Feminisme, Frankrijk, Franse literatuur, Madame Bovary, therapeutische functie van literatuur, therapie

Categorie: Non-fictie, Recensies

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.