Verkoper, treinconducteur, reclamemaker. Heel wat literaire auteurs houden er naast hun schrijverschap verassende beroepen op na. Zo ook de Nederlander Oscar Spaans, die een paar dagen per week bij een verhuisbedrijf werkt. Voor de verhalenbundel Vacuüm (2019) put Spaans uit deze ervaring als verhuizer. Zijn personages zijn – zoals de cover ons vertelt – ‘verhuizende’. Ze staan op een liminaal punt in hun leven. Soms beginnen ze aan een nieuwe levensfase of sluiten ze een oude periode af. En soms doen ze helemaal niets, blijven ze bewegingloos staan te midden van de koortsachtige gekte van het leven. Vanop een afstand registreert Spaans – eveneens bewegingsloos – de condition humaine in de eenentwintigste eeuw. En daar wordt niemand vrolijk van.
‘Iets dat als een gemis wordt ervaren’
Het woord ‘vacuüm’ heeft volgens het Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001) twee betekenissen: ‘een luchtledige ruimte’ en ‘iets dat als een gemis wordt ervaren’. Vertaald naar Spaans’ bundel vertellen deze definities ons meteen iets over het mens- en wereldbeeld dat de schrijver in zijn verhalen evoceert. De wereld van Oscar Spaans kampt met ‘iets dat als een gemis wordt ervaren’, een fundamenteel gebrek.
In zijn verhalen schetst de auteur geen sadistisch, maar een onverschillig universum. De wereld trekt zich vrij weinig aan van zijn personages, en ook omgekeerd lijken de personages weinig met hun omgeving op te hebben. Het fundamenteel gemis dat alle personages ervaren – het gemis aan liefde, vriendschap, verbondenheid – vullen ze op met iets anders. Spullen, drugs, videospelletjes, seks: the usual suspects in een leven van eenzaamheid komen ook in Spaans’ kortverhalen terug. Originele vertelstof is het niet, realistisch des te meer.
Zo handelt het tweede verhaal in de bundel over Klaas Hutter, een kluizenaar die al jaren van de bijstand leeft. Vanuit het perspectief van de buurtbewoners beschrijft Spaans de zonderlinge levensstijl van de eenzame man. De buren zien Hutter elke dag met een bakfiets door de straten rijden, op zoek naar oude voorwerpen om in zijn tuin te stockeren. Kapotte wasmachines, oud tuingereedschap en onbruikbare meubelen: voor Hutter zijn het stuk voor stuk onmisbare onderdelen in de bouw van zijn levensproject. Dit levensproject is voor de omgeving van Hutter echter onbegrijpelijk, en vooral de enorme vuilnisbelt in zijn tuin is een doorn in het oog van de buren. Na enkele mislukte contactpogingen nemen de buurbewoners uiteindelijk hun toevlucht tot de grove middelen: ze laten de politie ter plaatse komen met een ontruimingsbevel. Een nette tuin is voor de buren belangrijker dan een levenswerk.
‘Er zijn wel wat toeschouwers’
De onverschilligheid van Spaans’ universum heeft ook ethische consequenties. In het verhaal ‘Baraka’ gaan vier vrienden naar een Nieuwjaarsfeest. Na flink wat alcohol en drugs genomen te hebben, belandt het naamloze hoofdpersonage in de achterkamer van een club. Hij ziet hoe een blond meisje door meerdere mannen wordt verkracht:
De blondine lijkt bewusteloos. Bij elke stoot schokt haar lichaam heen en weer. Haar armen worden vastgehouden door twee andere mannen die zich met hun vrije hand aftrekken terwijl ze naar haar kijken.
De broer van het meisje zit in een hoek van de kamer en huilt. Het hoofdpersonage kijkt even toe, maar verlaat dan zonder in te grijpen de ruimte.
In een wereld waar geen verbondenheid bestaat, is iedereen toeschouwer, lijkt de auteur te suggereren. ‘[E]r zijn wel wat toeschouwers, maar zij is alleen,’ schrijft hij wat verderop. En die kijkersrol heeft morele implicaties. De toeschouwer registreert, maar grijpt niet in. Het ethische appél dat uitgaat van een verkrachting lijkt niet op hem van toepassing. Hoewel het hoofdpersonage is aangedaan door de gebeurtenissen, kan hij niet uit zijn toekijkersrol stappen. Dit niet-ingrijpen van Spaans’ personages wekt bij de lezer een wrang gevoel op. Op subtiele wijze maakt de schrijver zijn lezers medeplichtig aan een fictionele situatie waarin zij niet kunnen ingrijpen.
*
Met zijn scherpe pen en rake observaties uit Oscar Spaans zich in Vacuüm als een criticus van zijn tijd. Zijn ‘verhalen van alledaagse waanzin’ vertellen over een onverschillig universum waarin mensen elkaar verstikken – soms onbewust, een andere keer bewust, maar altijd genadeloos. Zonder de lezer een antwoord te bieden op de Grote Vragen van deze tijd, registreert Spaans in groteske scènes het vacuüm van het moderne bestaan. En dat is meteen ook de grootste lacune in de roman.
De schrijver lijkt, net als zijn personages, verlamd. Zoals het hoofdpersonage van ‘Baraka’, is Spaans een toeschouwer die situaties om zich heen observeert, zonder een oplossing aan te reiken. ‘Hoe moet het nu verder?’ zou je als lezer willen vragen. ‘Hoe komen we voorbij de onthechting?’ Maar er komt geen antwoord. Voor de auteur is er nergens troost; niet in de ‘ander’ of in de kunst. Intermenselijke relaties zijn voor Spaans oppervlakkig, gesprekken zijn een zinloze opeenvolging van gemeenplaatsen. Oscar Spaans heeft geen medelijden met zijn personages. Of met zijn lezers.
Recensie: Een ademloos bestaan van Oscar Spaans door Emanuel Vos.
Reacties
Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.