Filosofie, Recensies

Vier vrouwen en hun vrijheid

Het vuur van de vrijheid

De nieuwe wereld van Hannah Arendt, Simone de Beauvoir, Ayn Rand en Simone Weil

Wolfram Eilenberger (vert. Wil Hansen)

De aandacht voor vrouwelijke filosofen zit duidelijk in de lift. Nog maar pas verschenen twee Engelstalige studies – Metaphysical Animals. How Four Women Brought Philosophy Back To Life en The Women Are Up To Something – over Elizabeth Anscombe, Philippa Foot, Mary Midgley en Iris Murdoch, vier vrouwen die rond de Tweede Wereldoorlog aan de universiteit van Oxford een groep vormden en een belangrijke bijdrage leverden tot de ethiek.

In zijn boek De vrijheid van de geest concentreert ook de Duitse filosoof Wolfram Eilenberger (1972) zich op vier vrouwelijke filosofen, zij het niet dit kwartet uit Oxford. Hij koos voor vier vrouwen die elkaar niet of nauwelijks kenden en vanuit heel verschillende achtergronden en levenservaringen hun denken over vrijheid en zelfbeschikking ontwikkelden. Hij volgt ook niet hun volledige leven – Eilenberger schrijft geen biografieën pur sang – maar een decennium eruit. Hij concentreert zich op de periode 1933-1943, wellicht het donkerste en meest traumatische decennium van de twintigste eeuw. In de wereldgeschiedenis zijn dat de tien cruciale jaren waarin de moderniteit haar onschuld definitief verloor. In 1933 kwamen de nazi’s aan de macht en een decennium later is het begin van hun ondergang een feit. Na de Tweede Wereldoorlog en de overwinning op het fascisme komt een nieuwe internationale orde tot stand, begint de Koude Oorlog, de hegemonie van de VS over Europa, de dekolonisatie, de consumptiecultuur … kortom de orde die de rest van de twintigste eeuw zal bepalen. Maar het is niet de maatschappelijke en historische context van de jaren dertig die centraal staat in Eilenbergers boek, al speelt die een belangrijke rol. De keuze voor 1943 (en niet bijvoorbeeld 1945) als einddatum maakt dat duidelijk. In dat jaar overlijdt een van de vrouwen van het kwartet, de Franse filosofe Simone Weil (1909-1943), wier werk de voorbije jaren een groeiende belangstelling kent. De drie andere vrouwen zijn Hannah Arendt (1906-1975), Simone de Beauvoir (1908-1986) en Ayn Rand (1905-1982). Ze zijn alle vier ongeveer even oud. Eilenberger volgt hen van hun mid twenties tot hun mid thirties, de jaren van hun intellectuele en emotionele volwassenwording.

Net zomin als hij hun hele leven behandelt, doet Eilenberger dat met hun denken. Over de vier vrouwen, met Arendt en De Beauvoir op kop, is inmiddels veel geschreven. Eilenberger wil hun filosofie niet een zoveelste keer samenvatten. Het gaat hem niet louter om de ideeën van de vier vrouwen. Hij wil beschrijven hoe die gedachten in samenhang met hun levenservaringen en levenskeuzes ontstaan. Aan het begin van het boek citeert Eilenberger een uitspraak van De Beauvoir die dit mooi samenvat: ‘Je komt nooit ergens aan. Er bestaan alleen uitgangspunten, begin. Met elke mens begint de mensheid opnieuw. En daarom vindt de jonge mens, die zijn plaats in de wereld zoekt, die aanvankelijk niet en voelt zich daarom verlaten …’. Eilenberger vertelt hoe vier jonge vrouwen aanvankelijk zoekend en tastend, ieder op hun manier hun eigen leven ontwerpen en via hun geschriften de mensheid heruitvinden. Dat laatste klinkt pathetisch, maar hoeft het niet te zijn. Het denken van de vier vrouwen heeft tot op de dag van vandaag een aanzienlijke impact. Het hedendaagse feminisme is niet denkbaar zonder De Beauvoir. Arendt is met haar analyses van het totalitarisme wellicht een van de meest gelezen filosofen van het ogenblik. Wie het individualisme en de vrije markt of het libertarisme ideologisch wil begrijpen moet Rand lezen. En de spirituele diepgang en het maatschappelijk engagement van Weil zijn een inspiratie voor menig activist.

Eilenberger vertelt de vier verhalen tegelijkertijd. Ieder hoofdstuk – en ieder hoofdstuk valt min of meer samen met het verloop een jaar – vertelt afwisselend over de vier vrouwen. Zo ontstaan er voor de lezer spiegelingen en onverwachte gelijkenissen of contrasten tussen de vier ‘levensontwerpen’. De centrale vraag van die vier ontwerpen is die naar de vrijheid. Wat betekent het vrij te zijn? Vrij van wie of wat? Vrij voor wie of wat? En wat met de anderen? Met de wereld? Hoe verhouden die zich tot onze vrijheid?

Eilenberger vertrekt vanuit de concrete levenservaring van de vier vrouwen en op basis van brieven, dagboeken, getuigenissen en biografieën reconstrueert hij stap voor stap hoe ze in de loop van het decennium hun idee van vrijheid existentieel en conceptueel vormgeven. Hij toont hoe hun leven de werkplaats van hun denken is en hoe hun gedachten tot bepaalde levenskeuzes leiden. Eilenberger is wat deze aanpak betreft niet aan zijn proefstuk toe. Ook in Het tijdperk van de tovenaars 1919-1929 volgt hij een decennium lang vier filosofen: Heidegger, Wittgenstein, Benjamin en Cassirer. Uit de intieme vermenging van hun filosofie en hun levensloop destilleert hij de filosofische dynamiek van de jaren twintig. Eilenberger gelooft in het avontuur van de geest, in de kracht van ideeën en de impact ervan op het leven, en omgekeerd in de kracht van de geleefde ervaring en de impact ervan op het denken. Het is precies die mix die Eilenbergers boeken een heel eigen cachet geeft. Hij maakt de vier vrouwen los uit de bekende biografische, filosofische en maatschappelijke kaders en door het naast elkaar plaatsen van bekende figuren als Arendt en De Beauvoir met minder bekende als Rand en Weil ontstaat er een nieuwe constellatie van betekenis.

Door die mozaïek ontwikkelen zich steeds nieuwe perspectieven. Net als in Het tijdperk van de tovenaars besteedt Eilenberger de nodige aandacht aan de intieme geschiedenissen, i.c. de liefdesrelaties van de vier vrouwen. Bij De Beauvoir is dat absoluut nodig omdat haar ontwikkeling als denker en als mens niet te begrijpen valt zonder haar relatie met Sartre en het bijzondere pact dat ze samen sloten – vooral op aandringen van Sartre: eeuwige (geestelijke) trouw en volstrekte openheid over alle andere avontuurtjes. Eilenberger gaat vrij uitvoerig in op de vele driehoeken die zo ontstaan en verzwijgt ook niet dat De Beauvoir als lerares filosofie problemen krijgt met haar oversten omwille van haar levenswijze (het verleiden van jonge studentes, die dan later vaak in het bed van Sartre belandden). Niemand zou hier verder van kunnen staan dan Simone Weil met haar problematisch zelfbeeld als vrouw. Terwijl de echtgenoot van Ayn Rand de huiselijke taken op zich neemt om zijn vrouw als schrijfster carrière te laten maken, scheidt Arendt in 1937 officieel van Günther Anders en trouwt ze in 1940 met Heinrich Blücher.

De afwisseling van perspectief nodigt de lezer voortdurend uit om de vier levens met elkaar te vergelijken. Intrigerend en betekenisvol is hoe verschillend de emotionele en intellectuele reacties van de verschillende vrouwen zijn op dezelfde politieke en maatschappelijke gebeurtenissen. Terwijl De Beauvoir en Sartre in 1933 op reis in Berlijn volop genieten van het uitgaansleven en geen oog hebben voor de consequenties van de nazistische machtsovername, begint Hannah Arendt te beseffen dat de opkomst van Hitler een beslissende gebeurtenis is voor haar als filosofe en als Joodse vrouw. Van 1935 tot 1938 werkt ze voor een zionistische organisatie die kinderen van Joodse vluchtelingen naar Palestina helpt uitwijken. In de jaren dat Ayn Rand in haar roman The Fountainhead (1943) uiteenzet dat voor haar de enige valabele filosofische houding het egoïsme is en daarmee een stevige ideologische onderbouw geeft aan het vrijemarktdenken en het neoliberalisme, gaat Simone Weil in de fabriek werken om het leven van de arbeiders beter te leren kennen en schrijft ze over solidariteit, verbondenheid en radicale beschikbaarheid voor de anderen.Voor Rand zijn het communisme en het collectivisme de grote vijand, voor Simone Weil is dat het totalitarisme (waarin ze weinig verschil zag tussen links en rechts). Zowel Arendt als Rand vluchten naar Amerika, weg van respectievelijk het Duitse nazisme en het Russische communisme, en beginnen daar in niet altijd makkelijke omstandigheden een nieuw leven en een nieuwe carrière. De ervaring van de ballingschap – Arendt is een tijdlang ‘staatloos’ – is een bepalende factor in hun leven en denken.

Ook Simone Weil vlucht in het begin van de oorlog met haar ouders naar Amerika, maar ze wil onmiddellijk naar Frankrijk terugkeren om daar bij het verzet te gaan. Omwille van haar fragiele gezondheid raakt ze, zeer tegen haar zin, niet verder dan Londen, waar ze vooral administratieve taken krijgt. In die oorlogsjaren schrijft ze onvermoeibaar totdat ze in 1943 letterlijk van uitputting sterft. Weil en Arendt staan heel anders tegenover hun joodse achtergrond. Weil vraag zich af wat ze met haar jood zijn te maken heeft en evolueert vanaf het midden van de jaren dertig naar de christelijke mystiek, terwijl het jood zijn voor Arendt in de jaren dertig van cruciaal belang is voor haar intellectuele en politieke identiteit.

Een van de sterktes van het boek is dat Eilenberger zich niet verliest in persoonlijke anekdotiek. De details die hij meegeeft dragen bij tot een beter begrip van de relatie tussen leven en denken bij de vier vrouwen. Met een intelligente montage van contrasten en parallellen zowel in de levensloop en het liefdesleven als in de intellectuele ontwikkeling en erkenning van het kwartet, beschrijft Eilenberger meteen ook de spanningen van de jaren dertig. Eilenberger schrijft helder en elegant en stimuleert de lezer op een aantrekkelijke manier. Zo laat hij ieder hoofdstuk voorafgaan door een uiterst korte maar nieuwsgierig makende samenvatting. Bij hoofdstuk vijf staat er: ‘Weil vindt God, Rand de oplossing, Arendt haar stam en De Beauvoir haar stem.’ De zin om verder te lezen is er onmiddellijk.

Wie echter de filosofie van deze vrouwen ten volle wil begrijpen, moet zich wenden tot andere boeken. Eilenbergs boek omvat slechts tien jaar en is niet in de eerste plaats bedoeld als een analyse van hun denken. Net zoals in zijn vorige boek beschrijft hij daarentegen met kennis van zaken, empathie en humor hoe intens en complex leven, werk en geschiedenis kunnen samenhangen.

De Bezige Bij, Amsterdam, 2022
Vertaald door: Wil Hansen
ISBN 978 94 031 24711
383p.

Geplaatst op 26/09/2022

Tags: Ayn Rand, Hannah Arendt, Het vuur van de vrijheid, Jean-Paul Sartre, Simone de Beauvoir, Simone Weil, Wolfram Eilenberger

Categorie: Filosofie, Recensies

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.