Proza, Recensies

Alles vloeit

Bloedboek

Kim de l'Horzon (vert. Elbert Besaris)

Dada in de Kaisersaal

Sinds zijn ontstaan in 2005 is de Deutscher Buchpreis dé belangrijkste literaire onderscheiding in het Duitse taalgebied. Elk jaar in oktober wordt hij – aan de vooravond van de Frankfurter Buchmesse – uitgereikt in de statige Kaisersaal van de Römer, het stadhuis van Frankfurt. Zo ook op 17 oktober 2022 toen de prijs verrassend werd toegekend aan Kim de l’Horizon, een 30-jarige auteur uit het Zwitserse Bern. Voor de eerste keer ging de Buchpreis naar een debutant én naar een non-binaire schrijver. De avond zou echter nog om een derde reden de geschiedenisboeken ingaan.

Tijdens de uitreiking (die je nog altijd via YouTube kan bekijken) draagt de l’Horizon een glinsterende, mosgroene jurk en een kobaltblauwe mesh top gedrapeerd met een felgroene bandeau. Verder een opvallende rood-oranje hanger, fel gelakte nagels, rode lippenstift, een snor, stoppelbaard en blauwe oogschaduw. Zwarte enkellaarsjes maken het geheel compleet. Een kleurrijke verschijning, zeker wanneer je de l’Horizons outfit vergelijkt met de overwegend in zwart en grijstinten geklede andere genodigden. Na de obligate knuffels en gelukwensen van familie, vrienden en redacteur, betreedt de l’Horizon het podium, waar de juryvoorzitster het juryrapport voorleest. Daarna is het de beurt aan de l’Horizon. Hen verontschuldigt zich bij het publiek dat hen geen speech heeft voorbereid. Hen bedankt al huilend diens mama in het Zwitserduits – een ontroerend moment, ook voor wie diens bekroonde roman Blutbuch niet gelezen heeft. Daarop brengt de l’Horizon een twee minuten durende a capella-versie van ‘Nightcall’ van London Grammar ten gehore: ‘I’m giving you a nightcall to tell you how I feel.’ Opnieuw in het Hoogduits bedankt de l’Horizon familie, uitgever en vrienden. En dan gebeurt het. Hen tovert onverwacht een elektrisch scheerapparaat tevoorschijn en begint diens hoofdhaar af te scheren: ‘als teken tegen de haat, voor de liefde, voor de strijd van alle mensen die omwille van hun lichaam onderdrukt worden’.  Uit solidariteit met de vrouwen in Iran, aldus de l’Horizon, want hoe dom waren wij niet dat ‘wij dachten dat vrouwelijkheid enkel in het Westen geëmancipeerd is’. Kim krijgt een staande ovatie van het publiek.

Voorbereid of niet, Kim de l’Horizons ‘performance’ is in vele opzichten memorabel. Heel even krijg je zelfs de indruk dat Hugo Ball, Tristan Tzara en hun dada-kornuiten meer dan honderd jaar na hun legendarische optredens in Zürich naar Frankfurt waren afgezakt. De vergelijking is misschien vergezocht, maar Kim de l’Horizon en dada hebben hoe dan ook met elkaar gemeen dat ze uit Zwitserland komen. En laat het oerburgerlijke Zwitserland nu juist de ideale voedingsbodem zijn om te provoceren. De dadaïsten, Max Frisch, Christian Kracht en Fritz Zorn – om het bij pakweg die vier te houden: ze hebben allen het ietwat saaie, bedaarde, conservatieve Zwitserland uitgedaagd en een spiegel voorgehouden. En ze gingen daar allen op hun manier best ver in. ‘Ich bin jung und reich und gebildet; und ich bin unglücklich, neurotisch und allein’, schreef Fritz Zorn anno 1977 in zijn cultboek Mars. Waarna hij de oorlog verklaarde aan zijn terminale kanker, aan zijn opvoeding én aan zijn geboorteland, dat hij mede verantwoordelijk achtte voor de ziekte waaraan hij later dat jaar zou bezwijken.

Het is in deze antiburgerlijke, rebelse traditie dat je ook Kim de l’Horizons Blutbuch kan situeren. En zoiets lokt helaas niet altijd even fraaie reacties uit. Zo kreeg Blutbuch op Amazon af te rekenen met een disproportioneel aantal negatieve recensies en quoteringen. Op de Frankfurter Buchmesse moest zijn uitgever beveiliging inhuren. In een Berlijns metrostation werd de l’Horizon, zoals hen zelf beschrijft in een essay voor de Neue Zürcher Zeitung, in elkaar geslagen; een voorval dat hen verbindt met een uitspraak van de Zwitserse politicus Ueli Maurer, die de l’Horizon spottend ‘es’ had genoemd: ‘Jullie zijn niet de eerste mannen die mij hebben geslagen, en jullie zullen niet de laatste zijn.’

 

Heksenketel

Bloedboek is echter – gelukkig maar – meer dan de provocerende autofictie die sommigen er in de eerste plaats in zien. In een interview met het feministische online-tijdschrift an.schläge vergelijkt de l’Horizon Bloedboek met een Hexenkessel: ‘Ik zie Bloedboek als een soort heksenketel waarin ik dingen heb gegooid of waarin dingen zichzelf hebben gegooid.’ Aan het brouwsel dat Kim de l’Horizon heeft klaargemaakt, heeft hen naar eigen zeggen meer dan 11 jaar gewerkt.

Bloedboek kan je eerst en vooral omschrijven als een autofictioneel werk, een mengeling van autobiografische en fictieve elementen. De ik-verteller is net zoals diens schepper Kim de l’Horizon non-binair; hen voelt zich – en ik ga hier kort door de bocht – man noch vrouw. Net als de l’Horizon stamt hen uit het Bernerland, een streek in de buurt van de Zwitserse hoofdstad waar het lokale Zwitserduits beïnvloed werd door het Frans. Zo gebruikt men voor ‘moeder’ het woord ‘Meer’, voor ‘vader’ ‘Peer’ en voor ‘grootmoeder’ ‘Grossmeer’. Bloedboek is gericht aan de ‘Grossmeer’ van de ik-verteller die dementerend is. In de loop van de roman verdiept het hoofdpersonage zich steeds meer in diens familiegeschiedenis die door allerhande geheimen en taboes blijkt te zijn omgeven. Speciale aandacht gaat naar Irma, de jongere zus van Grootmeer die op vijftienjarige leeftijd plots verdween en de bijzondere relatie van Grootmeer Rosmarie met haar gelijknamige oudere zus die als kind overleed. Verder is er nog de obsessie van Meer voor een hele rits ‘heksen’ die het lot van de familie sinds de veertiende eeuw bepaalden.

Bloedboek begint met een proloog waarin de ik-verteller zich meteen rechtstreeks tot Grootmeer richt. Als lezer krijg je de indruk dat je met een klassieke ‘coming out’-roman te maken hebt:

Ik heb je ‘het’ bijvoorbeeld nooit officieel verteld. Ik ben gewoon een keer opgemaakt op de koffie gekomen, met een doosje Lindt – de middelgrote, niet de kleine zoals normaal – en toen later naar het kerstdiner met een rok aan. Ik wist, of ging ervan uit, dat mama het je had verteld. ‘Het’. Zij had ‘het’ je moeten vertellen, omdat ik ‘het ‘ je niet kon vertellen. Het is een van die dingen die je elkaar niet zomaar vertelt. Ik had ‘het’ papa verteld, papa had ‘het’ mama verteld, mama moet ‘het’ jou hebben verteld.

Wie er in de eerste zin met ‘ik’, ‘je’ en ‘het’ worden bedoeld, komen we al gauw te weten. Lastiger wordt het wanneer we onze aandacht vestigen op ‘bijvoorbeeld’ – ‘Beispielsweise habe ich ‘es’ dir nie offiziell gesagt’, heet het in het Duits. Aangezien ‘beispielsweise’ het eerste woord van het boek is kan het onmogelijk verwijzen naar iets dat voordien werd gezegd. Voorbeeldig in welk opzicht? Of een voorbeeld van wat?  ‘Beispielsweise’ lijkt wel een ‘signifiant’ (om Ferdinand de Saussure – nog een Zwitser – erbij te halen) op zoek naar zijn ‘signifié’. Het lijkt allemaal misschien vergezocht, maar  ‘beispielsweise’ werkt bewust desoriënterend en bereidt de lezer al vanaf de allereerste zin voor op wat komen gaat: een radicale zoektocht van het hoofdpersonage naar de eigen identiteit in een lichaam dat als vreemd aanvoelt en binnen een binair man-vrouw-wereldbeeld gedoemd is een vreemd lichaam te blijven.

Op formeel vlak vertaalt deze zoektocht zich in wat de l’Horizon écriture fluide noemt: een manier van schrijven die vloeibaar, veranderlijk en hybride is, zonder strak afgebakende grenzen tussen genres, perspectieven of taalregisters en waarin de taal  op een vaak associatieve en experimentele wijze als het ware zweeft tussen proza en poëzie. Concreet levert dit de ‘heksenketel’ op waarnaar de l’Horizon in het interview met an.schläge verwijst: dialogen, gedichten, citaten, vertalingen, brieven, jeugdherinneringen, poststructuralistische theorieën, heksenbiografieën, persoonlijke reflecties, lijstjes, sprookjes, dagboekaantekeningen, wetenschappelijke analyses, voetnoten, metatheoretische beschouwingen en behoorlijk stevige seksscènes wisselen elkaar in een rotvaart af. Nu eens leest Bloedboek ernstig en academisch, dan weer direct, pathetisch, poëtisch, sentimenteel, grappig of gewoon platvloers. Schijnbaar moeiteloos schakelt de l’Horizon over van Hoogduits naar Zwitserduits, schrijft hele pagina’s in het Engels of  knutselt zelf woorden en zinnen in elkaar om hier en daar tegen de grenzen van de taal aan te botsen. Qua vorm, stijl en inhoud is Bloedboek dan ook net zo min in een hokje onder te brengen als de ik-verteller vast te pinnen is op een geslacht binnen het binaire systeem. Bloedboek ondergraaft voortdurend elke definitie en creëert zo een queerness die als een constante kolkende watermassa aanwezig is.

Over water gesproken: het water-motief speelt een belangrijke rol in Bloedboek en sluit nauw aan bij de thema’s van vloeibaarheid, transformatie en identiteit. Net zoals water geen vaste vorm heeft, maar zich aanpast aan zijn omgeving, weigert de ik-verteller een statische identiteit. Iets gelijkaardigs ontwaart hij in Meer en vooral Grootmeer die niet toevallig zo genoemd worden:

In de taal die ik van je heb geërfd, in mijn moedertaal dus, is moeder MEER. Je zegt DIE MEER of MEINE MEER, afgekeken van het Frans. Vader is PEER. Grootmoeder is GROSSMEER. De vrouwen uit mijn jeugd zijn een element, een waterlichaam […] De liefde van meeren was groot, je kon er niet omheen, kan er niet omheen, je zwemt een leven lang om op de oever van de meeren te komen.

Bloedboek is sterk gericht op familiegeschiedenis en erfelijkheid. Water, dat net zoals het bloed uit de titel een vloeistof is, verwijst in deze context naar stromen van herinnering, traditie en trauma, die van de ene generatie op de andere worden doorgegeven. Maar waar bloed symbool kan staan voor biologische determinatie, biedt water juist de mogelijkheid tot verandering.

 

Bloedbeuk

De extreme diversiteit en meerduidigheid weerspiegelen zich ook in de titel van de roman. Naast de eerder aangehaalde verwijzingen naar het thema vloeibaarheid en de écriture fluide, roept Bloedboek associaties van lichaam, identiteit, geweld en trauma op. Bloedboek kan je letterlijk lezen als een ‘bloedboek’, een tekst waarin een familiegeschiedenis wordt vastgelegd. Het boek wordt een soort stamboom, maar dan niet in de klassieke, patriarchale betekenis. Daarnaast betekent ‘Buche’ in het Bernerduits ‘buik’ (wat je opnieuw brengt bij thema’s als lichamelijkheid en afkomst) en doet de titel denken aan de vaak gruwelijke sprookjes van Grimm die vooral in het tweede hoofdstuk op de achtergrond doorschemeren. Bloedboek verwijst ten slotte naar de Blutbuche (bloedbeuk) die destijds door de overgrootvader in zijn tuin werd geplant. Dit maakt de bloedbeuk tot een tastbaar familie-erfgoed, een symbool van het traumatische, confronterende verleden waar de verteller niet aan lijkt te kunnen ontsnappen en waar hen steeds opnieuw naartoe wordt gezogen. De bloedbeuk wordt op die manier een krachtig symbool dat verschillende thema’s samenbrengt.

De bloedbeuk staat centraal in het derde hoofdstuk, een soort cultuurgeschiedenis van de Blutbuche:

Ik heb het spoor van de bloedbeuk gevolgd. Ik had geen plan, ik ben het woud van de wetenschap ingerend, het kreupelhout van de kweekgeschiedenis, van de botanica, van nationalistische discoursen en van klassenstrijd, van sagen, van tuin- en parkcultuur, ik ben in de Teutoonse Waldseele en de boomliefde des boches gedoken. Ik heb niets terzijde geschoven, ik heb de geesten die mij de weg versperden aan boord gehaald, in mijn kleine anti-ark.

Mijn schrijven is geen gesloten cirkel, het vormt spiralen, ze trekken verder, vanuit de tuin van mijn jeugd in nog vroeger tijden zo mijn heden binnen, ze lopen van de bloedbeuk mijn begeerte in, ze maken een bocht van deze computer terug het papier in, dit gewezen hout, en ik vraag me af in hoeverre schrijven mijn agency is en in hoeverre de werkende kracht in het hout zelf ligt. En als ik zo het bloedbeukmateriaal overzie dan lijkt het net alsof al die auteurs, al die boys, op zoek zijn naar een moederfiguur. Allemaal willen ze haar voor zichzelf opeisen, de moederbloedbeuk, voor hun natie. Alsof er een groot gebrek aan moeders is.

De ik-verteller schuwt daarbij de confrontatie met het Zwitserse nationalisme niet, net zomin als het zwarte verleden van Duitsland en de Blut und Boden-ideologie, die helaas minder veraf zijn dan op het eerste gezicht lijkt. De l’Horizon: ‘En toch leef ik in deze tijd, de tijd waarin het spook van het nationalisme nieuwe zonen zoekt. En vindt.’

 

Harry Styles en Gilles Deleuze

Een ander opvallend kenmerk van Bloedboek zijn de talrijke citaten die de l’Horizon royaal om zich heen strooit. Citaten en andere vormen van ‘namen noemen’ komen niet alleen – al dan niet als meta-commentaar – frequent voor in de tekst zelf, elk hoofdstuk wordt voorafgegaan door vier of vijf quotes. In het an.schläge-interview vergelijkt de l’Horizon de citaten met ‘toverspreuken die de toon zetten voor elk hoofdstuk’. En die citaten gaan – zoals de roman zelf – alle kanten uit. Van pop-iconen zoals Harry Styles, Sam Smith en Nazareth (‘Love Hurts’) via voor mij onbekende namen uit het LGTBQ+milieu als RuPaul en Paul Preciado tot feministische filosofen als Donna Haraway en Rosi Braidotti en poststructuralisten als Gilles Deleuze en Félix Guattari. Uiteraard mag ook Virginia Woolf niet ontbreken: ‘I am rooted but I flow’ uit The Waves leidt de proloog in en kan je met wat goede wil als een krachtige samenvatting van de l’Horizons Bloedboek in zijn geheel beschouwen.

Verschillende van die namen komen achteraan in het boek terug in de twee pagina’s tellende ‘Dankzegging’: Deleuze & Guattari (‘pour devenir ma bande de loups’), Harry Styles (‘for unpoping the labels’), Michel Foucault (‘pour ton fouet’ – ‘voor jouw zweep’), Sam Smith (‘for all those diamonds’) of Virginia Woolf (‘for helping me swim in the unswimmable, and to root in mid air’). Het komt allemaal een beetje studentikoos over, maar de l’Horizon positioneert zich hierdoor wel expliciet binnen een bredere intellectuele, literaire en popculturele  traditie. Bij zijn zoektocht naar identiteit construeert de verteller zichzelf niet alleen door persoonlijke herinneringen, maar ook via taal en bestaande teksten. Tegelijkertijd zet de l’Horizon zich daarmee af tegen het zogenaamde Geniebegriff in de Duitse letteren dat ervan uitgaat dat een auteur alles vanuit zichzelf heeft gecreëerd. Johann Wolfgang von Goethe, wiens Dichtung und Wahrheit in de Duitstalige literatuur tot nader order nog altijd als het ultieme voorbeeld van autobiografisch schrijven wordt beschouwd, wordt niet voor niets enkele keren door het slijk gehaald. De l’Horizon wil daarentegen tonen: van die en die auteurs en artiesten heb ik een en ander gepikt, en daarmee steekt hen tegelijk de middenvinger op naar Goethe en co.

 

Engels

Het meest opvallende aan Bloedboek is het vijfde en laatste hoofdstuk (‘Coming full spiral’), dat volledig in het Engels is geschreven. In de Duitse uitgave werd dit hoofdstuk door Deepl naar het Duits vertaald en achteraan het boek – ondersteboven – opgenomen. De in het Engels geschreven brieven zijn in de Nederlandse uitgave rechtstreeks overgenomen uit de oorspronkelijke roman. De Nederlandse vertaling van de Engelstalige brieven is eveneens gemaakt door een machine. Het vijfde hoofdstuk bestaat uit twaalf brieven van de ik-verteller: elf daarvan zijn gericht aan Grootmeer, eentje aan Meer. Ondanks het Engels is dit laatste hoofdstuk veruit het meest leesbare. Na het vuurwerk van de vorige 250 pagina’s komt ‘Coming full spiral’ nogal braafjes en zelfs ietwat ‘onliterair’ over. Het hoofdstuk in kwestie bevat bovendien onevenredig veel meta-literaire commentaren die niet alleen de l’Horizons voorkeur voor het Engels als ook de opzet van de hele roman becommentariëren. Het lijkt wel alsof de l’Horizon eerder gemaakte keuzes wil toelichten. Op het einde van het hoofdstuk (en de roman) had ik zoiets van: ‘Yes, I get it’.

Wanneer je de logica van de écriture fluide doortrekt, dan is de keuze voor Engels perfect te motiveren. Net zoals de verteller zich verzet tegen binaire gendercategorieën, weigert de tekst vast te houden aan één enkele taal. Engels wordt hier niet zomaar als een ‘neutrale’ taal gebruikt, maar als een middel om identiteit opnieuw vorm te geven buiten de verwachtingen van de familie en cultuur waarin de verteller is opgegroeid. Bloedboek is een zoektocht naar identiteit, maar ook en vooral een zoektocht naar een taal om dit alles te verwoorden. Taal wordt daardoor niet enkel een middel en een belangrijk thema in de roman, maar ook een doel op zich. Door hun tekst in een andere taal af te sluiten, suggereert hen een open einde. De verteller bevindt zich niet langer volledig in het verleden, in de taal van de familie, maar heeft een nieuwe ruimte ontworpen voor hun fluïde persoonlijkheid. Door opgelegde structuren en grenzen te doorbreken heeft hen nieuwe mogelijkheden geschapen en voor zichzelf een eigen narratief gecreëerd. De laatste alinea komt dan ook niet als een verrassing:

My mother tongue is talking. My father tongue is silence. And my own tongue are tongues, and my tongues are dripping, dropping, blurring, streaming, rooting, flowing.

 

Extreme diversiteit  

De extreme diversiteit van Bloedboek is zonder meer zijn grootste sterkte. De stilistische hoogstandjes zijn bij momenten adembenemend en spatten van haast elke pagina af. Vooral het derde (bloedbeuk-)hoofdstuk is grandioos. Het hoofdstuk in kwestie is een van de strafste dingen die ik de laatste jaren in het Duits heb gelezen. Alleen daarom al verdient deze bijzondere roman het om gelezen te worden. De grootste sterkte van Bloedboek is evenwel ook zijn zwakte. Door het tweede hoofdstuk (‘Op zoek naar een jeugd’) heb ik me moeten ploeteren en ook het vierde hoofdstuk (‘Op zoek naar Rosmarie’) – met de door Meer in (bewust) krakkemikkig  (Zwitser)Duits geschreven heksenbiografieën – kon me op den duur maar matig boeien. Door de episodische structuur, de fragmentatie en de af en toe nogal ongelukkige beeldspraak, wordt de ‘flow’ die juist de charme van dit werk uitmaakt bijwijlen doorbroken. Hier en daar neigt Bloedboek naar een soort geconstrueerde complexiteit en is het ‘overdone’. Dit maakt van Bloedboek allesbehalve een ‘easy read’.

Het is een understatement, maar een werk als Blutbuch vertaal je niet door heel de tekst door Deepl te jagen. Onder meer door het Zwitserduits en de talrijke neologismen die Blutbuch overspoelen is het een haast onmogelijke opgave om Blutbuch zonder verlies naar het Nederlands om te zetten. Umberto Eco heeft vertalen ooit omschreven als ‘the art of failure’. Vertalen is keuzes maken en leidt onvermijdelijk tot verlies. En dat heb je bij een werk als Bloedboek veel meer dan bij een doorsnee roman. De vertaling van Blutbuch door Elbert Besaris verdient zonder meer een recensie op zich. Waar de vertaler wat mij betreft zeker in geslaagd is, is om het ritme, de vitaliteit en energie van het oorspronkelijke werk over te brengen. Dat is geen geringe verdienste.

Tot slot is het moeilijk om Bloedboek los te zien van de huidige politieke situatie. Kim de l’Horizon heeft in interviews herhaaldelijk hun angst voor de houding van (extreem)rechts tegenover non-binaire personen uitgesproken. Helaas lijkt Kim gelijk te krijgen. Zo verkondigde president Trump tijdens zijn inauguratie in het Capitool luid dat ‘there are only two genders: male and female ’. In augustus 2025 verschijnt bij de New Yorkse uitgever Farrar, Straus and Giroux vooralsnog Sea, Mothers, Swallow, Tongues, de Engelse vertaling van Blutbuch. Hoe deze vertaling zal worden ontvangen in een land waar culturele oorlogen rond genderidentiteit alleen maar verharden, blijft een open vraag. Maar één ding is zeker: Bloedboek is geen boek dat zich laat negeren. Het is een vlijmscherpe, lyrische daad van verzet – tegen vastomlijnde identiteiten, tegen opgelegde verhalen, tegen een wereld die weigert fluïde te zijn.

De Geus, Amsterdam, 2025
Vertaald door: Elbert Besaris
ISBN 9789044548808
336p.

Geplaatst op 19/02/2025

Tags: Bloedboek, Buchpreis, Écriture fluide, familiegeschiedenis, Kim de l'Horizon, Queerness

Categorie: Proza, Recensies

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.