De twee hoofdrolspelers uit De pelikaan (2017) van Martin Michael Driessen (1954) zijn op zoek naar het geluk. Postbode Andrej Rubinić gelooft dat extra geld hem daarbij kan helpen en ziet er geen graten in om daarvoor misbruik van anderen te maken. Zijn stadsgenoot Josip Tudjman heeft dat volgens hem ook verdiend: hij heeft als oud-strijder een mooie baan bij de kabelspoorweg van hun Kroatische stadje en Andrej weet bovendien dat hij er een minnares op na houdt. Tijdens een van zijn wandeltochten heeft hij het duo toevallig zien flikflooien, waarop hij prompt enkele foto’s heeft gemaakt. Andrej besluit Josip anonieme brieven te sturen: in ruil voor grote sommen geld belooft hij de foto’s niet publiek te maken. Josip heeft niet echt een keuze. Als zijn monsterlijke vrouw achter het bedrog zou komen, zou ze zijn leven onmogelijk maken. In het communistische Joegoslavië van eind jaren tachtig kan het overspel hem bovendien zijn job kosten.
Josip zit echter krapper bij kas dan Andrej vermoedt, maar daar vindt de voormalige soldaat gauw genoeg een oplossing op. Als Andrej in het ziekenhuis belandt na een verkeersongeval, ontdekt Josip dat Andrej de post van het stadje opent om er geld uit te stelen. Josip, die een moreel rechtschapen leven tracht te leiden, ziet zichzelf gerechtvaardigd om Andrej op zijn beurt te chanteren: ‘Hij zou de ene crimineel de andere laten betalen’. Er ontstaat zo een gebalanceerd geldcircuit dat de protagonisten weinig financiële zekerheid en vooral veel zorgen oplevert. De betalingen kunnen het gevreesde onheil bovendien niet afwenden: Josips vrouw weet uit zichzelf wat er gaande is en door de oprukkende Balkanoorlog verliezen de twee mannen toch hun baan.
De ondertitel van De pelikaan luidt ‘Een komedie’. De roman heeft vooral veel weg van het subgenre van de klucht. Hoewel ze zonneklaar lijkt, slagen de eenvoudige personages er zelf niet in de wederzijdse chantage te doorzien. Door zo erg vast te houden aan hun dromen over heldendom, liefde of geld lopen ze voorts constant in hun eigen ongeluk. Andrej bijvoorbeeld dweept met Gracia van Monaco, maar komt bij de vrouwen uit het stadje niet verder dan enkele stuntelige verleidingspogingen; hij vergokt het eerste bedrag dat hij van Josip krijgt in de hondenrennen en ‘redt’ dan maar een mishandelde hond om zijn blazoen op te poetsen, maar die doet niet veel meer dan wegkwijnen in een hoek. Josip lijkt aanvankelijk de oudere en wijzere van de twee te zijn, maar zijn geloof in integriteit en de Grote Liefde wordt evenmin beloond. Hij verliest zijn enige vrienden omdat hij principes heeft, laat zich geld aftroggelen door zijn minnares, om dan later – wanneer ze eindelijk een officieel koppel geworden zijn – te beseffen dat ook zij hem niet blijft boeien.
Josip en Andrej zelf worden verrassend genoeg vrienden: ze lopen geregeld bij elkaar langs en gaan zelfs samen nachtvissen. De mannen vinden wel nooit genoeg redenen om hun chantagepraktijken te staken. Door soortgelijke opportunistische levenskeuzes gaat hun vriendschap na een tijdje ook verloren. Zodra de oorlog is uitgebarsten, pikt Andrej bijvoorbeeld Josips job in. Aan het eind stelt die laatste zijn visie op het leven bij: ‘Mensen deden elkaar nu eenmaal dingen aan, en iedereen was verleidbaar’.
De thematiek van De pelikaan is dan ook erg klassiek: twee mannelijke antihelden ervaren dat hun dromen van een groots en meeslepend of deugdzaam leven tot ontgoochelingen leiden, waarop ze besluiten dat een groter relativeringsvermogen hen waarschijnlijk gelukkiger had gemaakt. Op het moment dat ze toch een heldendaad verrichten of het grote financiële lot winnen, gaan ze dood. Het motto aan het begin – ‘Wie sterft, doet dat zoals hij is geweest’ van Antoine de Saint-Exupéry – moet dus ironisch worden opgevat. De vijfdelige structuur geeft de komedie een extra tragische twist.
De slotscène uit De pelikaan speelt zich af in het casino. De keuze voor die plek laat de hele thematiek nog eens extra uit de verf komen: ook al vloeit elke overwinning in het gokpaleis ontegenzeglijk voort uit stom toeval, iedere bezoeker heeft wel een reeks strategieën klaar waarmee hij of zij het lot denkt te bespelen. Rijkdom en roem lijken in de weelderige casinozalen binnen handbereik te liggen, maar uiteindelijk verliezen de meeste gelukzoekers er wat ze inzetten.
Plotlijn, ruimte en karaktertekening klikken met andere woorden als een laminaatvloer ineen. Daarnaast is Driessens stijl van een rimpelloze kwaliteit. In nauwkeurige zinnen weet de schrijver een aparte sfeer te schetsen:
Het briesje dat van de glinsterende baai landinwaarts woei droeg de zilte geur van de zee mee en deed de flarden plastic die de verwaarloosde kleine groentetuinen aan weerszijden van het weggetje beschermden fladderen.
Af en toe is er een mooie vondst (‘Leugens zijn op de een of andere manier veel persoonlijker dan de waarheid, dacht Andrej’) en enkele terugkerende motieven zorgen voor samenhang. De kabelspoorweg bijvoorbeeld, waarvan de twee synchroon op en neer gaande wagons de ineengevlochten levens van Andrej en Josip verzinnebeelden.
De pelikaan is dan wel een kundig geschreven boek, helemaal overtuigen doet het niet. De titelmetafoor werkt in Driessens vorige boek, het met de ECI Literatuurprijs bekroonde Rivieren (2016), bijvoorbeeld een stuk beter. In elk van de drie verhalen uit deze novellebundel stuwt een waterloop de plot bijna letterlijk voort en tegelijk resoneert het beeld van het onvermijdelijk verder stromende water thematisch met de levens van de personages. In De pelikaan heeft vooral de symbolische betekenis van de vogel een zekere impact. Driessen laat Josip aan Andrej uitleggen dat men vroeger geloofde dat pelikanen hun jongen voedden met het bloed uit hun borst. Christenen zagen daar een gelijkenis in met Jezus en daarom kwam het dier symbool te staan voor onder meer zelfopoffering. Net zoals in het gelijknamige Pelikanen (1907) van August Strindberg contrasteert dat ideaal bij Driessen met de levenshouding die de meeste personages verkiezen.
De schrijver gebruikt in het boek echter nog allerlei andere metaforen voor enigszins andere thema’s (het casino voor de grote dromen, de kabelspoorweg voor de wederzijds afhankelijke levens). De problematiek van het boek komt, in tegenstelling tot in Driessens vorige roman, dus niet samen in de metafoor van de pelikaan. In het verhaal zelf maken de dieren vooral deel uit van het decor: ze leven aan de kust in het Kroatische stadje en duiken soms op bijna obligate wijze op in het leven van Josip en Andrej. De eerste zegt dan van de vogels te houden, terwijl de tweede dat gevoel niet deelt. Veel meer gebeurt er niet en daarmee functioneert de pelikaan nooit echt als een krachtig beeld.
Voor een komedie zit er daarnaast erg weinig spot in De pelikaan. Ondanks de circulaire chantagesituatie en de mislukkende plannen van de twee hoofdpersonages, belanden Josip en Andrej nooit in een situatie die echt grappig is. Omdat de twee mannen zelf eerder eenvoudige karaktertrekken hebben, zijn ze op hun best een beetje zielig en op hun slechtst nogal saai. Het inzicht dat Josip aan het eind van het verhaal in zijn leven krijgt, haalt bovendien de angel helemaal uit het blijspel. Het was eleganter geweest als de situaties zelf een uitgesproken komisch tegenwicht konden vormen voor de grote dromen en idealen van de personages. Nu blijft het allemaal vrij ernstig en de boodschap wordt er te letterlijk ingelepeld.
Ten slotte kan ik ook om feministische redenen niet erg enthousiast zijn. De weinige vrouwelijke personages in De pelikaan krijgen opvallend clichématige en negatieve trekken. Als ze al hun eigen geluk nastreven, dan draait dat in de eerste plaats slecht uit voor de mannen. Zo is Josips echtgenote ‘een verschrikking’: ‘ze schold, tierde en klaagde onafgebroken en was ziekelijk jaloers’. Hier kijken we weliswaar door Josips ogen, maar zijn oordeel wordt nergens tegengesproken. Ook Andrej stelt bijvoorbeeld vast dat Josips vrouw, zeker door het contrast met haar levenslustige zus, het ongeluk van haar man personifieert. Josips minnares Jana en zijn dochter Katarina mogen dan wel minder karikaturale figuren zijn, het is toch opmerkelijk dat naast Andrej en Josip ook de andere mannen uit het stadje met net iets meer mildheid worden geschetst. De antisemiet Schmitz is bijvoorbeeld ‘zachtaardig en meegaand’; hij speelt aan het eind een bescheiden heldenrol. Over Jana daarentegen velt de plot een minder genadig oordeel. De contactadvertentie waarmee het boek afsluit, verraadt dat de ‘zeer solvente dame’ de winst uit het casino na Josips dood volledig zelf heeft opgestreken. Josip wilde het geld nochtans aan zijn dochter besteden, maar Jana is hem en zijn familie blijkbaar al snel vergeten.
De pelikaan is natuurlijk geen historische roman waarin de contextgebonden verhoudingen tussen mensen psychologisch uitgediept of in velerlei nuances worden geschetst. De komedie met haar archetypische karakters staat als genre ook niet meteen in een erg vrouwvriendelijke traditie. Genres zijn echter geen rigide mallen en plooien zich gemakkelijk naar nieuwe tijden. Ik wil daarmee niet zeggen dat er in elk literair werk iets als een genderevenwicht behoort te zijn, noch dat kwalijke vrouwelijke personages geen bestaansrecht hebben. In een hedendaagse roman die mannelijke dromen en relaties literair onderzoekt, had ik echter een originelere reflectie op man-vrouwverhoudingen verwacht, geen zuivere herhaling van de bestaande clichés.
Het boek zal dus niet meteen een publiek bekoren dat op zoek is naar relativerende humor of naar inzichten in hedendaagse genderproblematiek. Maar Driessen zal vast wel een ander publiek vinden; daarvoor staat de vakkundige compositie van deze tragikomedie garant.
Recensie: De pelikaan van Martin Michael Driessen door Lieselot De Taeye
Reacties
Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.