Een stap terug

Onder vrienden

Paul Baeten Gronda

Eigenlijk is er niets grondig mis met Paul Baeten Gronda’s nieuwe roman Onder Vrienden. En dat is nu net het probleem. Zijn twee vorige romans waren namelijk ook al prima zonder meer, en dus wordt het stilaan tijd dat Gronda eens die doorslaggevende roman aflevert die hij al sinds zijn debuut in zijn vingers heeft zitten.

Gronda wist zichzelf in 2008 voor het eerst in de kijker te werken met het knappe Nemen wij dan samen afscheid van de liefde; een scherp, vlot, geestig en clichéschuwend portret van een in zichzelf gekeerde twintiger die zichzelf en de wereld stekelig becommentarieert om zijn emotionele kwetsbaarheid de baas te blijven. Misschien had Gronda daarmee niet meteen de meest originele thematiek uitgekozen, maar de roman bleef uit de buurt van pathetiek via een goed gedoseerde combinatie van stilistisch vakmanschap, uitzonderlijke taalsouplesse en een flinke dosis zelfrelativerende ironie. Het eindresultaat traceerde de contouren van een doordachte, relevante en frisse stem in het literaire landschap van de jongste jaren, en deed veel goeds vermoeden voor Gronda’s eerstvolgende publicatie.

Aan de druk van die verwachtingen kwam Gronda tegemoet met opvolger Kentucky, mijn land (uit 2009), waarin de humor deze keer aardedonker was en het hoofdpersonage – nu eens een onuitstaanbare cynische misantroop, dan weer een aandoenlijk hulpeloze senior – een ongemakkelijke en existentiële spanning wist op te roepen. Ten opzichte van zijn debuut markeerde Kentucky, mijn land Gronda’s toegenomen zeggingskracht en zijn potentieel om complexere materie met een breder stilistisch palet neer te zetten – een veelbelovende uitvalsbasis om aan roman nummer drie te beginnen.

Een stap terug

Nu die derde roman op tafel ligt, valt helaas niet te ontkomen aan de indruk dat Gronda wat is blijven steken in zijn evolutie en weer aanklampt bij de succesformule van zijn debuut. Inhoudelijk weegt Onder vrienden namelijk nogal licht, maar gelukkig is er nog zijn typische laconieke humor om de plot overeind te houden. De auteur stoomt door in zijn bedrevenheid om kordate, heldere zinnen heerlijk ongegeneerd te laten afdwalen naar droog en nonchalant sarcasme, en etaleert eens te meer zijn talent voor cynische dead-pan deliveries.

Over de schilderijen werd altijd heel nuffig gedaan. Als ze nieuw waren, dan zouden ze kitsch geweest zijn. Maar ze waren bijna tweehonderd jaar oud, dus waren ze ronduit schitterend. Voorbij een bepaald punt werden dingen te oud, te duur of te bekend voor kritiek. De piramiden, Miles Davis, de meeste relaties.
[…]
Zoals alle nichten ter wereld was Mirella eigenlijk een lieve meid. Je moest haar gewoon wat leren kennen. Zoals sommige rokerige whisky’s, waar je eerst gewoon bonzende migraine van kreeg, maar die best gingen smaken als er voldoende smaakpapillen op je tong dood of tenminste goed verdoofd waren.
[…]
Onnodige confrontaties vermijden en plausibele antwoorden in je binnenzak hebben zoals de goochelaar spelkaarten in zijn mouw, zoveel had ik ondertussen wel begrepen van het matrimoniale bestaan. Mensen dachten vaak dat een huwelijk ofwel een officieel erkende romance was, of een zakelijke overeenkomst waar in het beste geval een leuk feest aan voorafging, maar het was natuurlijk beide.

Passages als deze herinneren sterk aan de venijnige schrijfstijl van zijn eerdere werk, zij het dan met een tegenwoordig betere dosering en precisie. Hanteerde Nemen wij dan samen afscheid van de liefde de stekeligheid zo’n beetje overal waar een paragraaf moest worden opgevuld, dan wordt deze in Onder vrienden vooral aan het begin doeltreffend ingezet om de lezer het verhaal in te lokken. De kwieke, levendige tred van de openingspassages wekt de indruk dat er in elke zin wel iets gebeurt, en dat houdt de lezer uiteraard bij de les. In latere hoofdstukken wordt de frequentie gelukkig wat teruggeschroefd, zodat Gronda nergens op de irritatiedrempel van diezelfde lezer stuit.

Op veilig

Aan vakkundigheid, humor en dynamiek ontbreekt het deze roman dus niet, en ook de plot zit behoorlijk, zij het niet bijster origineel in elkaar. Een stel vrienden bevindt zich samen op vakantie in Italië om er de verjaardag van één van hen te vieren met een uitgebreid diner. Uiteraard wordt er ook wat gedronken en al gauw slaat de gezellige sfeer om in wrange ellende wanneer een aantal minder fraaie herinneringen en goedbewaarde geheimen boven water komen. Overspelige echtgenoten, opgekropte frustraties, opflakkerende oude romances, pesterige samenzweringentjes tegenover die ene tafelgast die niet echt bij de groep hoort,… met enige verbeelding (en mits toevoeging van een moordcomplot en een handvol verborgen camera’s) waant de lezer zich al bijna in het scenario van een succesvol televisieformat. Jammer, want televisiekijkend Vlaanderen heeft De Parelvissers al gezien, en Onder Vrienden – met zijn al bij al triviale huis- tuin- en keuken perikelen – kan bepaald niet op tegen het uitgekiende van een dergelijke thriller.

Het uitgangspunt – een boel vrienden, tijdelijk tot elkaar veroordeeld – blijft natuurlijk wel een veilige keuze voor wie de lezer met inleefbare situaties wil verleiden… Wie kan er zich nu niet identificeren met een op klinkende ruzie uitlopend familiefeestje, wiens dronken hoofd heeft er nog nooit de inhoud van een vertrouwelijk gesprek uitgeflapt en wie kan zonder verpinken ontkennen dat er in de eigen vriendenkring ook een zekere omerta heerst, een selectieve amnesie, bedoeld om de gezellige sfeer niet te bederven? Daarbij komt nog dat het ook een zeer dankbare vorm van identificatie is, eentje waarbij je kunt gluren bij de buren, maar zelf mooi buiten schot blijft (niet voor niets het succesrecept van de meeste reality-tv) én ondertussen zelfs nog wat respijt krijgt voor de hoogstpersoonlijke missers: kijk maar, fouten maken is duidelijk des mensen en ‘geforceerde’ gezelligheid is misschien niet de beste, maar blijkbaar wel meest gangbare manier om die feilbaarheid te neutraliseren. Met andere woorden: wees getroost, want de anderen doen het ook.

Precies dat laatste is Gronda’s speerpunt: de onschendbaarheid van die hypocrisie doorprikken en ze herformuleren als de tikkende tijdbom die ze eigenlijk is. En hoewel dat wél een boeiend uitgangspunt is (denk maar aan wat Tomas Vinterberg met die premisse wist te bereiken in Festen), moet Gronda opletten voor de verraderlijke valkuilen eromheen.

Flat characters zonder urgentie
Zo zijn de personages en de rol die ze te spelen krijgen, bijvoorbeeld nogal eendimensionaal. Er is Boris, de aanmodderende kunstenaar die zijn latente homoseksualiteit camoufleert met rebelse branie en naïviteit (en daardoor uiteraard de katalysator is van alle ellende); Simon, de succesvolle en gelukkig getrouwde professor waarvan je niets onkies verwacht (wat uiteraard juist wel het geval is) en diens aantrekkelijke maar desalniettemin schandalig bedrogen echtgenote Babs (die er uiteraard jaren van onvoorwaardelijke echtelijke trouw heeft opzitten) en Andreas, de integere betrouwbare kracht (die uiteraard uitgerekend die avond onkarakteristiek uit zijn krammen zal schieten). Verder is er nog Mara, die in de roman weinig meer hoeft te doen dan getrouwd te zijn met het hoofdpersonage, dat voor de verandering nog maar eens een cynische buitenstaander is die vooral naar de eigen navel staart. Of, het moet gezegd, ook wel naar die van zijn ex-minnares Laura (een ongrijpbaar en koket geval), en vooral niet naar die van haar nieuwe echtgenoot, de iets oudere Bill (die vanzelfsprekend de hele avond moet opboksen tegen het samenzweerderige jongens-onder-elkaar gevoel). Het enige echt verrassende element aan die klassieke opstelling is het feit dat die latente seksuele spanningen wel bijna, maar uiteindelijk toch niet uitmonden in verdere complicaties.

Het is geen gemakkelijke opdracht om met deze nogal vlakke personages en binnen de zeer beperkte verteltijd van het verhaal (slechts 125 pagina’s) een echt overtuigende spanningsboog op te bouwen, laat staan een boeiende ontlading van de intrige te creëren. Met als gevolg dat die ontknoping – iets met een handgemeen, een gebroken neus en een zwembad – inderdaad nogal zoutloos blijft.

Dat de roman toch geslaagd mag worden genoemd, heeft veel, zoniet alles, te maken met Gronda’s onmiskenbare kwaliteiten als schrijver: zijn vinnige pen had in deze roman één en ander te compenseren en is daar met verve in geslaagd, maar één fundamenteler probleem kon toch niet afdoende naar de achtergrond worden geschreven. In tegenstelling tot zijn twee voorgangers, maakt dit boek zichzelf namelijk op geen enkele manier onmisbaar: niet als uniek startschot, niet als volgende stap in Gronda’s ontwikkeling als schrijver, evenmin als prangend actuele of relevante thematiek waarover dringend eens moest worden geschreven, en als herwerking van een veilig format, boort het geen verrassend nieuwe dimensies aan. Het zou absurd zijn om dit een slechte roman te noemen – daarvoor heeft hij teveel goede kwaliteiten – maar Onder Vrienden blijft teleurstellend steken in een vrijblijvende middelmatigheid.

Links

De Bezige Bij, Amsterdam, 2011
ISBN 9789023469049
125p.

Geplaatst op 30/11/2011

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.