Signalement, verhalen

Een vreemd gevoel

De zeepvogel

María Elísabet Bragadóttir (vert. Laura Molenaar)

 

Lange tijd wist ik niet wat ik precies zag wanneer ik María Elísabet Bragadóttirs De zeepvogel oppakte en naar de figuur op de cover keek. Een gekanteld hoofd, een blauwe staart en vleugels, een gele snavel. Het perspectief is Paul Klee-achtig, een kleurrijke Picasso. Uit het hoofd prijken vier figuren in weer andere kleuren. Alles bij elkaar is het een intrigerend beeld. Het blijkt de zeepvogel te zijn uit het titelverhaal van deze bundel, die de ik-figuur cadeau wil geven aan haar vriendin Jóhanna. Daar wacht ze te lang mee, waardoor Jóhanna’s ex Ýr het zeepje verstopt achter een boek vindt.

De zeepvogel is de tweede verhalenbundel van de jonge IJslandse schrijver María Elísabet Bragadóttir (1993), de eerste die door Laura Molenaar naar het Nederlands vertaald is. Het boek was in 2024 een van de genomineerde werken voor de Literatuurprijs van de Europese Unie, waar het naast de hoofdprijs greep maar wel een speciale vermelding kreeg. Naast het titelverhaal, dat verreweg het langste is, heeft Bragadóttir nog twee verhalen opgenomen: ‘Gefeliciteerd met je verjaardag’ en ‘De Dwerg met het oor’. Het eerste verhaal lijkt op ‘De zeepvogel’, door de realistische setting en het kleine drama. ‘De Dwerg met het oor’ is een kort en thematisch zwaar verhaal over een meisje dat net als haar moeder kan tijdreizen. Het verhaal gaat over eenzaamheid, trauma, depressie, en is – dankzij of ondanks die thema’s – het zwakste in de bundel: er gebeurt te veel in te weinig ruimte.

 

Benoemen, in plaats van tonen

Bragadóttirs proza is kaal, met weinig opsmuk en weinig leestekens. De dialogen mengen zich met de vertelstem, die de lezer zakelijk door het verhaal loodst. Die stijl heeft iets ontwapenends. Neem het begin van de relatie tussen de ik en Jóhanna in ‘De zeepvogel’ – de ik werkt in een café, waar Jóhanna wekelijks een bestelling langsbrengt:

‘In het begin hielden we verlegen afstand tijdens het afhandelen van de bestelling, zeiden slechts hoi – hoi, maar op Instagram begonnen we te praten. Eerst gingen de gesprekken moeizaam, omdat ik dyslectisch ben en me zorgen maakte of ik mezelf bij het schrijven niet voor schut zette. Ik was bang om dom over te komen want ik moest elk individueel woord tien keer controleren en dan duurde het een eeuwigheid voordat ik op versturen klikte. Ze leek mijn traagheid niet te merken en geduldig hield ze het geschreven gesprek hele dagen gaande. Ik raakte geobsedeerd door alles wat ze vertelde. Ze was gereserveerd als ze de bestelling kwam brengen, maar in het kleine chatvenster stelde ze zich open en het gesprek stroomde algauw levendig.’

 

Ogenschijnlijk legt de verteller hier alles op tafel, benoemt zaken die je liever getoond zou zien. Dat doet Bragadóttir wel vaker: ‘In die tijd voelde ik me verschrikkelijk,’ merkt de verteller later op: ‘Mijn ouders lagen in scheiding.’ En het verhaal opent als volgt: ‘Ik was van streek toen ik de zeepvogel kocht.’ Tegelijkertijd wordt in deze voorbeelden wel getoond waar het in alle verhalen in De zeepvogel om gaat: de bijna noodzakelijkerwijs moeizame communicatie in een relatie. Zeker in dit titelverhaal is de omgang tussen Jóhanna en de ik lastig en door twijfels omgeven. Communicatie is voor hen – twintigers, dertigers – ingewikkeld, een obstakel dat door de digitale omgeving van Instagram verdwijnt.

Is het dan belangrijk dat de ik dyslectisch is? Nee, maar het kleurt haar perceptie van de situatie. Het hele verhaal door zal ze meer aan zichzelf dan aan Jóhanna twijfelen, terwijl je je van die laatste ook kan afvragen wat ze zoekt in de relatie. ‘Ik trok bij haar in,’ noteert de verteller later. ‘Ze zei dat ik het kon zien als een tijdelijke situatie, maar dat ik zo lang ik wilde bij haar mocht blijven wonen.’ Wat wil Jóhanna precies? Om onduidelijke redenen moeten ze wel in één bed slapen, waar weinig seksueels gebeurt. Het samen slapen bestendigt de relatie ook niet op andere manieren en brengt de twee partijen ook niet nader tot elkaar. Het is typerend voor de zwalkende ambiguïteit van Bragadóttirs hoofdpersonages: ze weten de spanning tussen verschillende verlangens niet op te lossen, ze hebben behoefte aan toenadering en contact, maar weten niet hoe.

 

Gelaagde symboliek

Alles verandert als Ýr weer het leven van Jóhanna – en haar huis – binnenwandelt, en dat blijft doen. Uit alles blijkt dat deze Ýr het huis kent, beter dan de ik, en een geschiedenis heeft met Jóhanna. ‘Ik merkte dat ze heimelijk de baas speelde’, zegt de ik dan. ‘Zodra ze binnenkwam, veranderde ze iets, ze zette de verwarming hoger of lager, schoof een raam open of dicht, knipte een lamp aan ook al was het licht buiten.’ Ýr maakt zich het huis eigen. Ze claimt een positie en ze pakt ruimte. Ze is kortom aanwezig op een manier waar de hoofdpersoon alleen maar van kan dromen.

Eenzelfde verlamming overvalt de hoofdpersoon wanneer ze Jóhanna de zeepvogel wil geven, als teken van haar genegenheid en affectie. Ze zoekt het juiste moment – dat uiteraard nooit komt. Niet alleen kan ze wachten tot ze een ons weegt, terwijl ze wacht wordt ze door Ýr de pas afgesneden. Niet langer is de zeepvogel van de verteller, nu wordt zijn komst een mysterie. Naar het einde van het verhaal toe verhoogt Bragadóttir de symbolische lading van het zeepje: volgens Ýr zijn vogels ‘altijd een goed voorteken’, ‘symbolen van ‘vrijheid’ en ‘een vrijlating uit een gevangenis’. Wanneer de zeepvogel door toedoen van Ýrs zoontje Baeringur op de grond valt en in stukken uiteenspat, lijkt die hoop vervlogen.

Bragadóttir slaagt er in De zeepvogel knap in om een ogenschijnlijk simpel verhaal diepte te geven. Ook in ‘Gefeliciteerd met je verjaardag’ is dat het geval. In dit verhaal valt de hoofdpersoon, een dertigjarige alleenstaande moeder, voor een kunstenaar met problemen. Ze is onzeker over zichzelf en haar plaats op het feest waarvoor ze uitgenodigd is, wat ze op een gegeven moment vrij letterlijk omschrijft als het gevoel vast te zitten in een lift. Ja, deze jonge vrouw zit vast, dat klopt, maar het is Bragadóttirs verdienste dat die explicitering het verhaal niet van zijn schoonheid ontdoet.

Er ontsnapt, met andere woorden, telkens iets in deze twee zeer geslaagde verhalen. In ‘De Dwerg met het oor’ gebeurt dat niet, of te weinig, waardoor het te stevig wordt. De jonge moeder uit ‘Gefeliciteerd met je verjaardag’ besluit haar verhaal zo: ‘Ik stuur ook een berichtje naar Fönn met excuses voor wat ik vanavond heb gezegd, leg uit wat ik voel, schrijf over de stilstaande lift. Ik zeg dat het een vreemd gevoel is.’ Wat ze voelt – het staat er en het staat er niet – is nog steeds aan de lezer om in te vullen. En wat moeten we met een vage beschrijving als ‘een vreemd gevoel’? Het is alles dat we van Bragadóttir krijgen en het is meer dan genoeg.

Uitgeverij Oevers, Zaandam, 2025
ISBN 9789493367340
98p.

Geplaatst op 14/08/2025

Categorie: Signalement, verhalen

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.