Proza, Recensies

Variaties op een thema

Versplinterde ziel

Akira Mizubayashi (vert. Hans van Riemsdijk)

De ziel van een snaarinstrument bevindt zich tussen het boven- en het onderblad. De trilling reist van de snaren over de kam naar de zangbalk doorheen de ziel en verspreidt zich zo over de hele klankkast. De ziel is, in wezen, niet meer dan een stukje vurenhout. Zijn plaatsing bepaalt de vorm van de kast en dus ook de klank die een instrument voortbrengt. Er zijn regels voor waar de ziel precies moet zitten, maar traditioneel wordt hij proefondervindelijk geplaatst: de luthier of vioolbouwer speelt variaties op een thema, verplaatst de ziel een tiende van een millimeter, verhoogt of verlaagt de drukspanning, en speelt opnieuw, totdat het goed is.

Akira Mizubayashi schrijft in het Frans, de taal die hij zijn langue paternelle noemt. Zijn boeken verschijnen sinds 2011 bij de Franse uitgeverij Gallimard. Versplinterde ziel won de Prixdes Libraires in 2020 en is het eerste werk van Mizubayashi datin het Nederlands verschijnt, vertaald door Hans E. van Riemsdijk voor uitgeverij TZARA, een nieuw Nederlandstalig fonds van Standaard Uitgeverij dat elke maand één boek uitbrengt. Het werk van Mizubayashi wordt gekenmerkt door het spel tussen zijn twee grote liefdes: de Franse taal en muziek.

Een vertrapte ziel

Het is 1938. Rei is elf jaar oud wanneer soldaten binnenvallen in een lokaal cultuurhuis in Tokio. Zijn vader repeteert daar samen met drie Chinese vrienden. Ze spelen het strijkkwartet in A-mineur opus 29 van Schubert, vaak Rosamunde genoemd naar het gelijknamige toneelstuk van Helmina von Chézy. Rei hoort het ‘droge geluid van gelaarsde voetstappen’, waarop zijn vader hem meteen opdraagt zich te verstoppen in een kast. De soldatenslaan Reis vader en vernederen hem door zijn viool voor zijn ogen te verbrijzelen, omdat ze vermoeden dat hij communistische sympathieën heeft.

Een jaar eerder viel het ultranationalistische Japan China binnen. De oorlog maakte ‘van Japan een teugelloos monster’, schrijft Mizubayashi. Alles wat aan China of zijn communistische ideologie deed denken, werd veracht en geliquideerd. Voor de taal van muziek was ook geen ruimte meer. Mensen zoals Reis vader, die socialistische boeken lazen en met Chinezen omgingen, kregen van de Japanse nationalisten de stempelhikokumin, verrader der natie. Nadat de soldaten zijn viool hebben vernield, moet Reis vader bewijzen dat hij wel degelijk aan het repeteren was en speelt hij op een geleende viool Partita nr. 3 in E-majeur van Bach, ook bekend als Gavotte en rondeau. Dat ontroert de leider van de soldaten, maar toch worden Reis vader en zijn vrienden meegenomen naar het politiebureau. Dat is het laatste dat Rei ooit van zijn vader hoort. Hij blijft alleen achter, met de verwoeste viool. De ziel is in tweeën geknapt.

Rondedans

Dit voorval is het motief van Versplinterde ziel. In het eerste hoofdstuk wordt de inval van de soldaten en de vernietiging van de viool verteld vanuit het perspectief van Rei. Daarna herneemteen alwetende verteller het motief, in sommige fragmenten bijna woord voor woord. Na een korte interlude vertelt Rei het verhaal opnieuw, ditmaal aan zijn vriendin, in 2003. Het spelen van Rosamunde, het binnenvallen van de soldaten, het versplinteren van de ziel, het motief wordt keer op keer herhaald in gesprekken en in herinneringen: een elfjarige Rei maakt het mee, een volwassen Rei vertelt het aan zijn vriendin, een zeventigjarige Rei herinnert het zich, vertelt het daarna opnieuw aan de violiste Midori en de zieke Yanfen, die een van zijn vaders Chinese vrienden was. Telkens zijn er dezelfde herkenbare elementen: de viool, de soldaten, de vader, Rosamunde en Gavotte en rondeau. Om eerlijk te zijn heb ik het gevoel dat ik binnen deze bespreking al in herhaling val.

Herhaling werkt op de zenuwen: we weten ondertussen al lang dat de elfjarige Rei in die kast zat terwijl de soldaten zijn vader vernederden, dat het Rosamunde was dat ze speelden, dat de viool verbrijzeld werd. We kunnen het op den duur meefluiten. Het motief bevat een krachtige gebeurtenis om het boek mee te beginnen, en de overeenkomst tussen inhoud (een boek over muziek) en vorm (een boek met een terugkerend motief) is prachtig gevonden, maar boeken zijn geen muziek. Instrumentale muziek is inherent abstract en meestal niet verhalend. Motiefwerk helpt daarom structuur te geven aan een muziekstuk, een functie die in proza al door de tekst zelf wordt vervuld. Overdrijf je de structurerende functie van het motief in muziek – bijvoorbeeld als het herkenningsdeuntje in een epische film net iets te vaak herhaald wordt – dan rol je ook met je ogen. Zo verdunt herhaling ook de kracht van Versplinterde ziel bij iedere herneming van het motief. De aandacht verzwakt. Het ontroerende thema klinkt meer en meer als een deuntje, als een ijscokar die voorbijrijdt. Verder gebeurt er namelijk bijzonder weinig in het boek: mensen spreken over de gebeurtenis, herinneren zich de gebeurtenis, gaan vijftig jaar later langs bij iemand die zich de gebeurtenis ook herinnert, en hernemen het hele verhaal opnieuw, tot in den treure.

Huilen zonder te weten waarom

Dat neemt niet weg dat er schoonheid, sereniteit en durf in de compositie zit. Die is zorgvuldig en doordacht, wat bij elke herneming opnieuw opvalt. Er spreekt lef uit het feit dat een boek zo “weinig” kan en mag zijn van de auteur. Eéndramatische gebeurtenis, meer heb je niet nodig, lijkt Mizubayashi te zeggen.

Natuurlijk heeft hij gelijk, als een zenmeester die met zijn sandaal naar het hoofd van zijn leerling gooit wanneer die hem vraagt: ‘Maar moet er dan niets gebeuren in een roman? Moet er geen conflict zijn? Of een ontwikkeling van karakter? Moeten we geen inzicht hebben in het sociale milieu en de historische context? Moeten de personages dan niet voortdurend met elkaar in de touwen liggen? Moet het dan niet spannend zijn?’

Het antwoord is, zoals bij veel zenraadsels, simpelweg “nee”. Een schrijver hoeft geen van al die dingen na te streven, enkel schoonheid. Mizubayashi begint het boek met een citaat van Theodor Adorno: ‘Bij de muziek van Schubert stromen de tranen zonder eerst de ziel te bevragen. Zonder beelden op te roepen dringt die muziek rechtstreeks, in haar eigen werkelijkheid bij ons binnen. Wij huilen zonder te weten waarom […]’. Een gelijkaardig effect nastreven in de literatuur is een nobel doel.

De grenzen van taal, de grenzeloosheid van muziek

Hoewel Mizubayashi in het Frans schrijft, is zijn stijl erg Japans te noemen: beurtelings sober in de beschrijvingen, stijfjes in de dialogen, en bijna lyrisch in vergelijkingen: ‘Haar ogen waren als edelstenen die in alle richtingen het zachte schijnsel van de ochtendzon weerkaatsten. Haar niet-opgemaakte lippen bewogen zoals jonge boomblaadjes trillen in een lichte lentewind.’ Dat doet eerder denken aan Yasunari Kawabata en Kenzaburo Oe, of zelfs de haiku-grootmeester Matsuo Bashō, dan aan hedendaagse of oude Franse schrijvers.

Het overbruggen van talen is een belangrijk thema in Versplinterde ziel. In de eerste plaats vinden Mizubayashi’s moeder- en vadertaal elkaar, het Frans en het Japans. Wanneer Rei naar Frankrijk verhuist, neemt hij een Franse naam aan, wat hem verbindt met de Franse taal, maar zijn kennis van het Japans verslechtert. Wanneer een Chinese verpleegster Frans blijkt te spreken, schept dit meteen een band tussen Rei en haar. Bij de repetitie tussen Reis vader en de drie Chinese muzikanten, proberen ze elkaar met de voornaam aan te spreken, wat in China de gewoonte is, maar in Japan ongebruikelijk en ongemakkelijk. Elkaar echt begrijpen lukt alleen wanneer ze samen muziek spelen. Taal kan verbinden, lijkt Mizubayashi te zeggen, maar het kan ook voor kloven zorgen tussen mensen, en tussen verschillende delen van jezelf. Muziek overstijgt die grenzen.

De keuze van de muziekstukken is in dat geval uitmuntend. Het stuk dat Reis vader speelde toen de soldaten binnenvielen, Gavotte en rondeau, werd uitgekozen om mee te reizen aanboord van de Voyager-ruimtesondes. De hoop is dat een buitenaardse intelligentie in staat is de eenvoudige technologie van de grammofoonplaat te achterhalen, en de enige echt universele taal van de mens zal kunnen begrijpen. Meer overbruggend dan dat kan een kunstwerk niet worden.

Het muziekstuk dat Versplinterde ziel afsluit is het vioolcenterto Ter nagedachtenis aan een engel van Alban Berg. Tijdens de uitvoering ziet Rei de schim van zijn vader. Mizubayashi draagt zijn boek op ‘aan alle schimmen in deze wereld’.

Ode aan de vrede

Uiteindelijk is Versplinterde ziel een zorgvuldig gecomponeerde ode aan de vrede. De horror van oorlog, de kloof die totalitair nationalisme kan slaan en het onbegrip tussen mensen die niet dezelfde taal spreken, wordt overwonnen door de taal van muziek. Dat is een mooie boodschap die vandaag zelfs ietwat zoet klinkt. Versplinterde ziel is iets té zorgvuldig gecomponeerd, en wordt er iets té enthousiast gevarieerd op het thema. Kan je het eerder als een compositie zien dan als een roman, dan is Verplinterde ziel een aangrijpende entree van Mizubayashi in het Nederlandse taalgebied.

Deze tekst kwam tot stand in het kader van een residentieproject van het Vlaams-Nederlands Huis deBuren in samenwerking met de stichting Biermans-Lapôtre.

Standaard Uitgeverij, 2023

Geplaatst op 09/10/2023

Categorie: Proza, Recensies

Naar boven

Reacties

  1. Geert MG Barbier

    Bedankt!

    Beantwoorden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.