Proza, Signalement

Verwarring alom

Oorlog en oorlog

László Krasznahorkai (vert. Mari Alföldi)

Nee, vrede kent de wereld in de romans van László Krasznahorkai (1954) niet. De oorlog die er gevoerd wordt, slaat niet op een gewapend conflict tussen landen, maar op een algehele toestand van schaamteloos geweld of van barbaars gedrag in handelen en spreken: een bende twaalfjarigen voert, gewapend met scheermesjes en katapulten, overvallen uit op treinreizigers; de wereld is van een dergelijk ‘desolate, weerzinwekkende’ valsheid dat elke schoonheid, bijvoorbeeld van een stewardess, enkel als ‘schofterig’ en ‘sletterig’ kan worden ervaren; het hoofdpersonage György Korin krijgt op de luchthaven van New York een stamp in de maag toegediend van een glimlachende jongeling, die achteraf vertelt hoe ‘die gozer op de vloer neerplofte als een stuk stront uit het gat van een koe’; de man bij wie Korin in New York logeert, heeft nu en dan de onweerstaanbare drang om zonder reden zijn vrouw af te tuigen.

We kennen deze wereld uit minstens twee andere, in het Nederlands vertaalde romans van Krasznahorkai: Satanstango (2012; oorspronkelijk 1985) en De melancholie van het verzet (2016; oorspronkelijk 1989). Deze twee romans worden samen met Oorlog en oorlog (oorspronkelijk 1999) wel eens voorgesteld als een drieluik. Daarbij wordt vooral gewezen op de gelijkenissen: hoe de eindeloze zinnen als traag wervelende zandstormen alles bedelven onder een laag Unheimlichkeit. Het verschil bestaat erin dat het verhaal in Oorlog en oorlog nog simpeler en nog onwaarschijnlijker is dan in de andere twee.

Dat verhaal kan in enkele woorden worden weergegeven. György Korin ontdekt in het archief waar hij al jarenlang tewerkgesteld is, een anoniem document van een naar zijn inschatting bijzondere schoonheid. Hij is van oordeel dat de hele wereld de kans moet krijgen om dit uitzonderlijke document te leren kennen en vat het plan op om het document via internet wereldkundig te maken. Hij wil dat doen in New York, dat hij aanziet als ‘het midden van de wereld’, zoals ooit Rome de plaats was ‘waar alle beslissingen genomen werden’. Onmiddellijk valt de gebrekkige logica op: New York is niet het nieuwe Rome, al was het maar omdat de wereld in 2000 jaar drastisch veranderd is, bijvoorbeeld door internet, en niet langer een midden heeft. Tijdens zijn reis brengt Korin verslag uit van zijn lectuur. Blijkbaar bevat het document een gefragmenteerde geschiedenis van de westerse beschaving. Vier personen duiken op verschillende plaatsen en momenten op: op Kreta na de enorme vulkaanuitbarsting die meer dan 1600 jaar voor onze jaartelling plaatsvindt op de eilandengroep Thera (of Santorini) en een deel van de Minoïsche beschaving verwoest; aan het eind van de negentiende eeuw, als de dom van Keulen, waarvan de bouw begon in 1248, voltooid wordt; in het Venetië van de vijftiende eeuw, waar doge Tomasso Mocenigo tot het inzicht komt dat alleen het afwijzen van oorlog en de keuze voor vrede de luister en de pracht van de stad kunnen bewaren; in 1493 op Gibraltar waar gewacht wordt op nieuws over admiraal Colombo; aan de muur van Hadrianus op de grens van het Romeinse Rijk …

Korin begrijpt zelf de betekenis van het manuscript niet, hij is enkel gegrepen door de raadselachtige schoonheid ervan. Niettemin lijkt het volgende te worden gesuggereerd: telkens opnieuw ontmoeten we vier personen op de grens van de beschaving, zoals de muur van Hadrianus, of op een kantelmoment in de geschiedenis, zoals in 1493 voor het nieuws over de ontdekking van een nieuwe wereld bekend raakt. En hoewel die geschiedenis zich van oorlog naar oorlog lijkt te spoeden en de totale ondergang steevast in aantocht lijkt, mogen we bij de inventarisatie de schoonheid niet buiten beschouwing laten: de indrukwekkende kathedraal van Keulen, de schitterende glorie van Venetië, de pracht van het vergane Minoïsche rijk, dat Plato inspireerde tot het verhaal over Atlantis.

Nog twee andere elementen spelen een rol in de roman: de Griekse mythen over Hermes en het Hebreeuwse verhaal over de toren van Babel. De Griekse god Hermes incarneert de veelzijdigheid, onbevattelijkheid en raadselachtigheid van de wereld; niet toevallig is van zijn naam het woord ‘hermetisch’ afgeleid. Het verhaal over Babel wordt in de roman geëvoceerd doordat Korin op tv een programma ziet over het schilderij van Pieter Bruegel dat de bouw van de toren afbeeldt. De skyline van New York, waar Korin zich bevindt, rijgt de torens aan elkaar, maar in tegenstelling tot de ziggoerats uit het oude Mesopotamië hebben de hedendaagse wolkenkrabbers geen enkele religieuze functie. Ook dit lijkt de roman te suggereren: waar Hermes, de boodschapper van de goden, en de toren van Babel het contact tussen mensen en goden poogden te bewaren, is de verbinding met het hemelse in de hedendaagse wereld onherstelbaar verloren gegaan. In de roman die begint met de curieuze bedenking ‘De hemel is verdrietig’, zegt een van de karakters: ‘want niets was grootser dan de mens die al ontwakend ontdekte dat hij een God had, de mens die het betoverende feit van de heiligheid had herkend’.

Het is niemand ontgaan: ik heb in deze bespreking vaak het woord ‘lijkt’ gebruikt. Oorlog en oorlog weinig toegankelijk noemen, is een understatement. De beste beschrijving biedt de roman zelf: ‘in de zinnen kwam het ene woord na het andere, ze botsten op elkaar en schoven in elkaar, maar niet zoals bij een verkeersongeval, in een toevallige wirwar, maar zoals in een puzzel die op leven en dood werd gelegd, compact, geconcentreerd, gesloten, in een benauwde opeengepaktheid, alsof elke zin van een dodelijke ernst was, alsof leven en dood ervan afhingen, zo denderde alles in een duizelingwekkende vaart voorbij, en wat er werd beschreven, wat er werd opgebouwd, neergezet en gepresenteerd, was zo ingewikkeld, dat daar eigenlijk niets meer van te begrijpen viel’. Verwarring alom – en laat dat nu de etymologische betekenis zijn van het woord ‘oorlog’: de ontbinding van orde, in het Engels: ‘war’.

Iedereen die met literatuur begaan is, zou László Krasznahorkai moeten lezen. En hoewel Oorlog en oorlog ontegensprekelijk zijn stempel draagt, denk ik dat geïnteresseerde lezers beter met een andere roman beginnen.

Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2022
Vertaald door: Mari Alföldi
ISBN 9 789028 451377
333p.

Geplaatst op 16/04/2022

Tags: Hermes, oorlog, Toren van Babel

Categorie: Proza, Signalement

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.