Proza, Recensies

Verwilderen of verdwergen

Wormmaan

Mariken Heitman

Tamelijk vroeg in Wormmaan, de tweede roman van Mariken Heitman, merkt de verteller op dat de lezer ‘afhaakt’. Die lezer raakt vermoeid, wordt ongeduldig. ‘Je verpakt je verwarring, hernoemt haar als verveling. Vlees noch vis, dit verhaal gaat jou niet aan’. Enige verwarring bij de lezer kan inderdaad wel worden verondersteld. In het openingshoofdstuk vertelt Elke over het bewerken van de aarde en over haar baan als zaadveredelaar. Die baan zegt ze vervolgens op na een tegenvaller met een mede door haar veredelde pompoensoort. In het tweede hoofdstuk maken we een sprong naar ‘[d]e Levant, negenduizend jaar geleden’. Een verteller in de wij-vorm stelt zich voor als de voorouders van de personages die hier geïntroduceerd worden, in de begindagen van de neolithische revolutie, wanneer door de domesticatie van dieren en planten de landbouwsamenleving ontstaat.

Jawel, deze verteller introduceert Ra, een vrouw die de inwoners van haar nieuwe dorp verwart met haar androgyne voorkomen en met de erwtenzaden die ze meebrengt. Deze eerste boeren aanbidden een tweeslachtige moedersteen, ‘een fallus met twee borsten’, en zien in Ra eerst een man en naderhand (misschien) een geluksbrenger – of een zondebok. De toon is die van een scheppingsmythe. ‘Aarde, de baarmoeder van hun voedsel en de Moedersteen, de schoot van hun doden, kende geen tweeledigheid. Zij was beide.’ In de hoofdverhaallijn, ondertussen, onderhouden Elke en haar vriend Werner ons over de veredeling van dieren- en plantensoorten, en over evolutionaire processen op eilanden, zoals de uitgestorven dwergmens waarvan stoffelijke resten zijn gevonden op het Indonesische eiland Flores.

Later, in een café op een Waddeneiland legt Elke aan haar gesprekspartner Wanda uit wat volgens haar de kapitale ‘denkfout’ is die ten grondslag ligt aan de menselijke beschaving: ‘we lijken blind voor onze eigen vormingskracht’. Door haar werk als veredelaar is ze zich uiterst bewust geworden van het geconstrueerde karakter van alles wat de meeste mensen als een natuurlijk gegeven beschouwen. Op het eiland verblijft Elke in het vakantiehuis van haar overleden oom. In de tuin brengt ze alles in gereedheid voor een biologisch experiment: ze wil het proces van veredeling omkeren. Heel specifiek wil ze de erwtenplant ‘verwilderen’, dat wil zeggen de soort ontdoen van modificaties die de mens via doorgedreven zaadselectie erin heeft aangebracht. Bovenal wil ze vermijden dat mensen, Wanda in het bijzonder, denken dat ze in de war is. Dat is lastig, want in haar hoofd voert ze een bikkelharde woordenwisseling met ‘de vrouw die [ze] nooit werd’. Deze vrouw bezet de lege plaats op Elkes tandem en maant haar niet-aflatend aan om zich te conformeren aan het vrouwelijke rolmodel en schoonheidsideaal. Meer bepaald vraagt ze Elke verwijtend: moet je hier nou weer over beginnen?

En dat doet Elke, ze begint er weer over, ‘hoe vervreemdend het is als je binnenwereld conflicteert met buiten’. Maar Elke doet veel meer dan dat. Haar vertelling laat zich als een kleine landbouwgeschiedenis lezen. De veredelaar doet hetzelfde, maar dan bewust en systematisch, als wat boeren sinds het ontstaan van de sedentaire, agrarische samenlevingen doen: zaden selecteren en zodoende op lange termijn niet alleen de gewassen veranderen maar ook het menselijke bestaan. Revoluties in de granenteelt, bijvoorbeeld, maken een andere levensstijl mogelijk en tegelijk noodzakelijk. Van die vormende invloed op alles wat hen omringt, en daarmee ook op henzelf, lijken de mensen zich nauwelijks bewust te zijn. De oudste boeren dankten hogere krachten voor hun ‘dagelijks brood’, want ze ‘waren het simpelweg vergeten, hoe zijzelf noest jaar in jaar uit selecteerden op de beste korrels’.

Een roman over landbouw dus? Mariken Heitman debuteerde in 2019 indrukwekkend met De wateraap, een roman waarin de hoofdpersoon, ook Elke genaamd, in de moestuin van haar groottante analogieën ziet met de twijfels die ze voelt over haar bestaan en voortbestaan. In Wormmaan werkt Heitman deze thematiek uit tot een ambitieuze roman die ontstaansmythe en ecokritisch traktaat ineen is. Evenals in de eersteling, maar dan veel explicieter, verbindt Heitman dit biologische motief met de strijd van haar hoofdpersoon tegen het normatieve geweld waarmee de samenleving lichamen en genderidentiteiten definieert en beoordeelt. De ‘vergetelheid’ waartegen Elke zich verzet, beperkt zich immers niet tot de ontwikkeling van plantensoorten; niet alleen ‘de smaak van de appel’ maar ook ‘het wezen van de vrouw’ is door de mens gevormd. Het erwtenproject heeft voor Elke existentiële urgentie, het geeft bestaansrecht aan haar eigen conflict. ‘Die denkfout is van levensbelang. […] Ik heb het nodig dat het groter is dan ikzelf, om de mensen te bereiken. Daarom die erwt’.

Een roman als De wateraap kun je geen twee keer schrijven. De fijnmazige natuurbeschrijvingen en de volgehouden analoge karakterisering, waarbij Elkes contouren slechts oplichten aan de randen wanneer ze iets of iemand raakt, reproduceert Heitman in Wormmaan niet. In de plaats van suggestie komt een niet mis te verstane betoogtrant. Elkes herinnering aan de bakker die haar ‘jongeman’ noemt, een kennis die vraagt of Elke in transitie is. Expliciete beschouwingen over ‘[h]et heersende paradigma dat natuurlijke orde veronderstelt’. Heitman voert met Werner een nevenpersonage op dat vrijblijvende identificatie met Elkes ervaring afweert. Elke ergert zich aan de gemakzucht waarmee haar goede vriend flirt met een midlifecrisis, als heteroseksuele man die ‘nooit iets hoeft uit te leggen, zijn wezen niet hoeft te verklaren’. Nee, diens plan om op Flores te zoeken naar een uitgestorven dwergmens is geprivilegieerd vluchtgedrag.

In de isolatie van het eiland wil Elke de erwt weerbaar maken, in gevecht met de zorgvuldig geteelde kwetsbaarheden die de erwt van de mens afhankelijk maken. Tegelijk weet Elke dat eilandsoorten na lange tijd hun weerbaarheid verliezen en zelfs het vermogen om het eiland nog te verlaten. Waar Werner even vrijaf van zijn leven wil, voert Elke een symbolische en mentale strijd op leven en dood – verwilderen of finaal verdwergen en verdwijnen? De roman is zwaar van analogieën tussen evolutionaire processen en persoonlijke ervaringen, en wanneer aan het einde van de roman hermafrodiete wormen vanuit de bodem reiken naar de maan maar tegels op hun weg treffen, dan beneemt dit me een klein beetje de adem. Maar wat een sublieme scène in de aardedonkere kelder die de oom heeft uitgegraven: Elke tegenover een ‘wand […] belegd met wortels’. Een ‘wortelkathedraal […] het barokke houtsnijwerk van een manische kunstenaar’.

En waarom zou dit boek me de keel niet een beetje mogen dichtknijpen? Dit is geen vrijblijvende symboliek. De hardnekkigheid waarmee Heitman deze thematiek uitwerkt, inclusief een uitgesponnen ontstaansmythe over de eerste boeren, hun angsten en honger, hun geloof en hun hallucinogene rituelen – die geeft deze roman een indrukwekkende urgentie. De belangrijkste eyeopener voor mij is dat het in Wormmaan wel om analogieën maar níet om metaforen gaat: de erwt is geen beeld voor Elke. De erwt en Elke zijn opgenomen in hetzelfde continue vormingsproces dat het leven is. De meest treffende passages bezingen de alomvattende verwevenheid en wederzijdse afhankelijkheid van al het bestaande dat samen het ecosysteem vormt. De mythische wij-verteller wijst ons graag op ‘de bek van de gazelle die zich perfect naar het gras had gevormd, dat het gras het grazen beter verdroeg dan alle andere planten zodat het enkel en alleen dankzij grazers zoals de gazelle domineerde’. Wormmaan bruist van dit ecologische inzicht, en zit tegelijk vast in de beklemming van zijn protagonist. Wormmaan weigert zich voor die beklemming te schamen. En een eenvoudige uitweg uit de beklemming biedt de roman evenmin, de uitkomst van Elkes project blijft ongewis.

Deze roman verbaast veeleer dan dat hij vermoeit of verveelt. Volstrekt origineel en compromisloos, stilistisch zonder gelijke in het hedendaagse proza. In zijn intellectuele ambitie reikt dit boek een stuk verder dan het meeste wat ik lees, en misschien verder dan ik kan volgen. Bovendien is het een roman die niet wil behagen en de lezer stoort in de zelfgenoegzaamheid van diens progressieve zelfbeeld. ‘Wij vinden jou ook heel vooruitstrevend’, troost de verteller sarcastisch. De lezersbeschimping heb ik niet als koket ervaren maar als een waarschuwing voor gemakzuchtige, vrijblijvende identificatie met de ervaringen die de roman verbeeldt. Wormmaan is een waarlijk verbazingwekkend boek, waarvan ik de gevoelsstructuur wellicht maar ten dele kan bevatten.

Atlas Contact, Amsterdam, 2021
ISBN 9789025470722
224p.

Geplaatst op 06/02/2022

Tags: Ecologie, Gender, Landbouw, Mariken Heitman, Wormmaan

Categorie: Proza, Recensies

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.