Proza, recensie

Gewoon een leuke meid

Cassandra

Niña Weijers

Op haar Instagram-account plaatste Niña Weijers in oktober 2023 een foto waarop ze haar net uitgebrachte boek signeert. Naast haar staat een man in politie-uniform, die enthousiast zijn arm om haar schouder heeft geslagen. Dit is Folkert van Dekken, de teamleider van Team Grootschalige Opsporing van de politie Midden Nederland. Het is een bijzonder beeld: de auteur die vooral bekend staat om haar literaire, bij vlagen essayistische en filosofische romans als De consequenties (2014), Kamers antikamers (2019) en Zelf doen (2022), poseert naast een teamleider van de politie, die zichzelf bestempelt als ‘geen boekenlezer’ en haar steevast aanduidt als ‘de schrijfster’. Hier komen twee ogenschijnlijk verschillende werelden samen: die van de literatuur en de misdaad. Die reden van samenkomst ligt voor hen op tafel: Cassandra (2023), het nieuwe boek van Niña Weijers, dat zopas bekroond werd met de E. du Perronprijs (2024).

In september 2020 werd Weijers door de gemeente Almere aangesteld als writer in residence waar dit boek het resultaat van is. Ze kreeg de opdracht zich te laten inspireren door de stad. Cassandra ontleent haar titel aan de zeventienjarige Cassandra van Schaijk uit Almere, die op 24 maart 2007 vermist raakte na een avondje stappen. Drie weken na haar vermissing werd haar lichaam gevonden. Het is nooit opgehelderd wat er met haar is gebeurd, noch wie daarvoor verantwoordelijk is geweest. In Almere heeft deze onopgeloste zaak diepe sporen nagelaten. Weijers wist meteen dat dit het onderwerp van haar boek zou worden.

Cassandra vertelt het verhaal van de vermissing en het onderzoek naar de moord op het zeventienjarige meisje. Dat is echter niet het enige. Weijers neemt de lezer mee naar de gebeurtenissen van 2007 en verweeft die met haar eigen observaties en gedachtes over en reflecties op het genre ‘true crime’. Hiermee neemt Cassandra een unieke plaats in binnen het literaire veld. Sinds de successen van schrijvers als Saskia Noort, Esther Verhoef en Simone van der Vlucht werd de term ‘literaire thriller’ in het leven geroepen om spannende misdaadsromans mee aan te duiden. Het is nog steeds een populair genre, waar de laatste jaren het genre van ‘true crime’ aan toegevoegd kan worden. Waargebeurde misdaadverhalen vinden tegenwoordig hun weg in Netflix-documentaires als The Jeffrey Dahmer tapes (2022) en veelbeluisterde podcasts als Serial (2014), De Deventer Moordzaak (2019) en Moordcast (2021). Maar nog niet eerder schreef Weijers een boek als dit, waarin ze literatuur, filosofie en true crime laat samenkomen.

Een guilty pleasure bevraagd

In Regarding the Pain of Others (2003) stelt Susan Sontag dat het verlangen te kijken naar misdaad en geweld zo universeel is geworden dat het nauwelijks nog morbide te noemen is. Wat is de aantrekkingskracht van het genre true crime? Waarom lezen we graag over gruwelijke misdaden? Waarom stapt men zonder schroom het leven in van familieleden die een dierbare zijn verloren? Dit zijn vragen die Weijers niet alleen aan de maatschappij stelt, maar ook aan zichzelf. Op het moment dat ze aan haar onderzoek begint, ten tijde van de eerste coronalockdown, intrigeert alles aan deze zaak haar:

Misschien is de vage belofte van een avontuur genoeg; iets specifieks om me in vast te bijten tijdens dat oeverloze najaar waarin de wereld knarsend tot stilstand is gekomen. Ik geloof niet dat ik enige terughoudendheid of schaamte voelde. Later veranderde dat, natuurlijk.

Het mooie aan Cassandra is dat die terughoudendheid of schaamte expliciet wordt benoemd. Want alles willen weten van de toedracht van een moordzaak, je zo verdiepen in het privéleven en de dood van een onbekende, heeft iets voyeuristisch. En toch zetten we ons massaal over dat ongemak heen, aldus Weijers. Worden we gedreven door een verlangen de zaak te kunnen oplossen? Ook zij fantaseerde over een doorbraak toen ze net begon aan het onderzoek. Ze bracht vele uren door op oude internetfora in de hoop te stuiten op nieuwe informatie. Maar de schaamte overviel haar toen ze zichzelf aan de familie van Cassandra hoorde uitleggen waarom ze in deze zaak wilde duiken. Ze was zich ervan bewust dat het oprakelen van deze zaak allerlei pijnlijke gevoelens naar boven zou brengen voor Cassandra’s familie.

Ik moest, met andere woorden, de gevolgen onder ogen zien van wat ik met mijn ingeving in gang had gezet. Dat hield ook in dat ik me moest verhouden tot de traditie waarin mijn boek hoe dan ook een plaats zou hebben, zelfs als het zich daar op allerlei manieren tegen probeerde te verzetten.

Met Cassandra probeert Weijers dus juist géén true crime te schrijven, maar ze kan het niet verhelpen dat het boek inherent verbonden is met deze traditie. Als tegenwicht haalt ze bekende filosofen aan die haar kunnen helpen in haar streven het cliché te omzeilen. Zo citeert ze de Sloveense Slavoj Žižek, die ervoor pleit om met een genuanceerde, ‘zijdelingse blik’ naar geweld te kijken, om een oppervlakkige fascinatie voor misdaad te vermijden. Ook hier loopt Weijers tegen de grenzen van het true crime genre aan:

Dat hele idee van Žižek om de zaken ‘schuins [te] bezien’ kwam me meer voor als de enige juiste route door dit verhaal. Het was een manier om iets anders te zien dan wat zich in al haar directe zichtbaarheid meteen opdrong. Ik vermoedde, bovendien, dat ik mijn boek ermee kon redden van een voortijdige dood door zelfcensuur. Ik kon wel doen alsof voyeurisme beneden mijn stand was, maar kijken vanuit mijn ooghoek, en luisteren door de dunne wand die mijn kamer scheidde van de rest van het huis, was de enige manier om ongewenste blikken en bemoeienissen van me af te schudden. Dat ik hoe dan ook ontmaskerd zou worden, zag ik als de prijs die ik betaalde voor mijn onafhankelijkheid als schrijver.

Op deze manier ontstaat er een soort meta-true crime: Weijers beschrijft namelijk de moordzaak, de verdachten en het onderzoek, en tegelijkertijd reflecteert ze op haar eigen acties en toont ze de grenzen van het genre feilloos aan. Ze spreekt hiermee eveneens een breed publiek aan. Liefhebbers van haar eerdere werk vinden verdieping in de filosofische overpeinzingen achter de populariteit van het genre. Tegelijkertijd weet Weijers de lezer die geïnteresseerd is in het verloop van het verhaal óók te boeien.

Een onbedoeld spannend verhaal

Wellicht zonder dat het de bedoeling was, heeft Weijers namelijk een spannend boek gecreëerd. Ze schetst een volledig en uitgebreid portret van Cassandra, wat de empathie van de lezer opwekt. We lezen over de nacht dat ze niet meer thuiskwam, de radeloosheid van haar familieleden, de zoektocht van de politie. En vervolgens voert Weijers de spanning op. Gaandeweg wordt duidelijk dat Cassandra namelijk ‘een meisje met twee gezichten was’ volgens de politie en media. Ze bleek bijvoorbeeld stiekem naar hardstyle-feestjes te gaan. Welke rol speelde haar liefde voor deze scene en de bijbehorende vrienden? ‘Ging Cassandra dood omdat ze een meisje was, of vanwege alle andere dingen die ze ook was?’, vraagt ze zich af.  Tegelijkertijd toont Weijers dat ook dit gedrag in feite normaal is: want wil niet ieder meisje gezien worden, ‘niet voor wie je bent maar wie je zou kúnnen zijn?’

Zo wordt de lezer meegenomen in alle stappen van het onderzoek, in de vragen die de moord oplevert en de antwoorden die uitblijven. Weijers geeft niet alleen een interpretatie van de beschikbare feiten, maar staat ook uitgebreid stil bij andere theorieën en doodlopende sporen van de afgelopen jaren. Wat is de herkomst van deze verhalen? Waarom zijn er nog altijd mensen die de politie benaderen met uit de lucht gegrepen theorieën? Met andere woorden: waarom eigent men zich het verhaal van Cassandra toe?

Een vriendin van Cassandra vormt hierin het interessantste antwoord. Vlak nadat Niña Weijers in een tv-programma van Omroep Flevoland is verschenen om haar onderzoek naar Cassandra aan te kondigen, ontvangt ze via Instagram een berichtje.  Het is afkomstig van Ariana, een vriendin van Cassandra. Ze wil over haar praten. Het valt Weijers op dat Ariana in algemene termen over haar praat, net zoals Cassandra’s broer Benny doet. Alsof zij in de loop der jaren is gereduceerd tot nietszeggende zinnen:

Cassandra was een ‘lieve meid’.
Een ‘vlotte meid’.
Een ‘leuke meid’.
‘Werkte hard.’
‘Hield af en toe van een feestje, gezelligheid.’
Er was soms ‘haat en nijd’ tussen [haar broer] en haar.
Ze konden ‘niet met en niet zonder elkaar’.
‘Zoals broers en zussen.’

En zo laat Weijers de complexiteit van een rouwproces zien. Ze toont aan dat dit niet enkel gepaard gaat met verdriet en gemis, maar ook dat bepaalde details aan een herinnering verloren kunnen gaan. Alsof ‘de specifieke details van haar leven het moeten afleggen tegen die almaar uitdijende, bijtende vlek van haar dood’.

Conflicterende belangen

Met dit boek heeft Weijers Cassandra een gezicht gegeven, een beschrijving die laat zien dat ze meer dan enkel ‘een leuke meid’ was. Dat is echter niet het enige doel van het boek. Het is duidelijk dat er meerdere belanghebbenden een rol hebben gespeeld in de totstandkoming van Cassandra. Folkert, de teamleider van de politie hoopt dat het boek meer aandacht zal genereren voor de zaak. Het feit dát er een boek verschijnt, is voor hem belangrijker dan wat erin staat. Voor de gemeente Almere moet het boek aantonen dat de stad in cultureel opzicht niet onderdoet voor andere steden. En voor de nabestaanden vormt het boek een gedenkplaats.

Soms doet dat helaas afbreuk aan het geheel. Niña Weijers’ schrijfstijl is persoonlijk en essayistisch, en dat doet recht aan het boek. Af en toe neemt de schrijfstijl echter een scherpe bocht en ontstaat er een zekere stijlbreuk, bijvoorbeeld als Weijers uitgebreid stilstaat bij de ontstaansgeschiedenis van Almere en de optimistische beloftes die deze met zich meebracht. Hier is de wethouder van de stad ongetwijfeld blij mee, maarin het verhaal over Cassandra een overbodige toevoeging. Sterker was geweest als Weijers uitsluitend haar eigen insteek tentoon had gespreid. Want een filosofische benadering van de vermissing van en de moord op een zeventienjarig meisje uit Almere is op zichzelf al bijzonder  genoeg.

Een recensie van Cassandra van Niña Weijers door Tara Neplenbroek.

Atlas Contact, 2023
ISBN 9789045047270
263p.

Geplaatst op 25/04/2024

Tags: Cassandra, Confrontaties, E. du Perronprijs 2024, Niña Weijers, roman, true crime, Zelf doen

Categorie: Proza, recensie

Naar boven

Reacties

  1. Lars Meijer

    Er kan veel over Žižek worden gezegd, maar de filosoof is Sloveens, niet Pools.

    Beantwoorden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.