Proza, Recensies

Een eeuw aan Latijns-Amerikaanse geschiedenis

Violeta

Isabel Allende (vert. Rikkie Degenaar)

In Violeta van Isabel Allende, zowel in het Spaans als in het Nederlands gepubliceerd in 2022 (vertaling door Rikkie Degenaar), neemt Violeta del Valle ons mee door een eeuw aan Latijns-Amerikaanse geschiedenis, vol economische depressies, dictaturen en natuurrampen. Vanaf de nadagen van de Eerste Wereldoorlog en de Spaanse griep tot aan het heden vertelt ze haar levensverhaal in een uitvoerige brief aan haar kleinzoon Camilo. Want, zo schrijft ze:

 

Mijn leven is het waard verteld te worden, niet zozeer vanwege mijn deugden als wel om mijn zonden, en van veel van die zonden heb jij geen idee. Hier vertel ik ze je. Je zult zien dat mijn leven een roman is.

 

Voor het verhaal van Violeta heeft Isabel Allende zich laten inspireren door het leven van Panchita, haar moeder. Zij werd geboren tijdens de Spaansegriepepidemie in 1920 en overleed kort voor de coronapandemie. Allende en haar moeder schreven elkaar vroeger brieven en daarvan heeft ze er meer dan 24.000 bewaard.  Allende benadrukt in interviews dat Violeta de vrouw is die haar moeder had kúnnen zijn: ook zij was mooi zonder zich daar bewust van te zijn, getalenteerd, intelligent en iemand met lucratieve ideeën. Violeta verschilt in één belangrijk opzicht echter enorm van Allendes moeder: ze was financieel onafhankelijk van anderen.

 

Doordat Violeta haar geschiedenis in briefvorm deelt met iemand die haar na aan het hart ligt, is de schrijfstijl informeel en verhalend. Violeta knoopt de verschillende gebeurtenissen en anekdotes gemakkelijk aan elkaar. Daarin maakt ze ook regelmatig een kwinkslag of geestige opmerking. Die houden het lezen luchtig. De nieuwsgierigheid van de lezer wordt regelmatig geprikkeld, bijvoorbeeld met verwijzingen naar personen en details waarvan Violeta aangeeft dat ze er later nog op terug zal komen (wat ze ook daadwerkelijk doet) of door na ruim 100 pagina’s pas via een indirecte omschrijving duidelijk te maken wie Camilo nu eigenlijk is.

 

Kortom, mijn familie van vaderskant bleek veel origineler dan ik had verwacht, ik vond het jammer dat ik geen contact meer met hen had. Zij zijn jouw voorouders, Camilo, het zou goed voor je zijn meer over hen te weten te komen, sommige eigenschappen zijn erfelijk.

 

We lezen op de eerste pagina’s van het boek dat er maatregelen worden getroffen om besmetting met een nieuw virus te voorkomen: de Spaanse griep. Thuisblijven, een avondklok, gesloten winkels, scholen en parken; gaat het hier echt over een eeuw geleden? Uit de represailles die genomen worden tegen de burgerbevolking – arrestaties en stokslagen – blijkt van wel, maar het geeft te denken: hoeveel verandert er eigenlijk in een eeuw? En zijn de dingen die ons overkomen in het leven werkelijk zo uitzonderlijk? Welk effect de Spaanse griep daadwerkelijk heeft op de samenleving en of die bijvoorbeeld zo ontwrichtend werd ervaren als de coronacrisis in onze huidige maatschappij, blijft wat onderbelicht. De pandemie vormt eerder het startsein van een reeks rampen, tegenslagen en ingrijpende gebeurtenissen: de achtergrond voor Violeta’s levensverhaal.

 

Het land waarin Violeta’s leven zich afspeelt, wordt geen enkele keer bij naam genoemd, maar zou door eenieder gemakkelijk geïdentificeerd kunnen worden als Chili. In Het huis met de geesten (1982) en Liefde en schaduw (1984) koos Allende er ook voor om het land waarin het verhaal zich afspeelt niet bij naam te noemen. Hiermee benadrukt ze dat deze geschiedenis gebeurd zouden kunnen zijn in elk Latijns-Amerikaans land.

 

De roman telt vier delen die gerelateerd zijn aan periodes uit de geschiedenis van Latijns-Amerika. De periode 1920-1940 noemt Violeta ‘De ballingschap’, vanwege het door de economische tegenslag gedwongen vertrek naar het platteland. Violeta groeit de eerste jaren teruggetrokken op als enig meisje in een gezin van jongens, totdat (de verondersteld Engelse) miss Taylor in haar leven komt om haar manieren bij te brengen. Dezelfde miss Taylor zal later een sleutelrol spelen in Violeta’s kennismaking met de eerste vrouwenbewegingen. Na de Spaanse griep volgt de Grote Depressie. Violeta’s vader pleegt zelfmoord, de familie Del Valle verliest alle bezittingen en trekt zich terug op het platteland, in het zuidelijke Nahuel, Santa Clara. Daar groeit ze op en leert ze haar eerste minnaar kennen, de Duitse Fabian Schmidt-Engler, een veearts uit een gegoede familie van Duitse komaf. Ze ontdekt haar seksualiteit, maar de echte passie ontbreekt. Ze overtreft hem in handelsgeest en is financieel onafhankelijk. Ze verlaat haar minnaar dan ook zonder enige aarzeling wanneer ze de spannende, maar niet te temmen piloot Julián Bravo leert kennen. Violeta noemt deze periode van 1940 tot 1960 ‘De passie’.

 

Violeta’s levensverhaal beslaat niet voor niets bijna 400 pagina’s. Steeds weer worden persoonlijke verhalen gelieerd aan historische contexten: de eerste vrouwenbewegingen, de komst van Europeanen die de Tweede Wereldoorlog ontvluchtten en de verschrikkingen van de dictaturen van de jaren 70, waarin duizenden veronderstelde tegenstanders van het politieke regime werden ontvoerd, gemarteld en vermoord. Ze spreekt over de maffia en drugshandel en verliest zelfs haar dochter Nieves aan een overdosis. Deze verliezen in Violeta’s persoonlijke sfeer tussen 1960 en 1983 vallen onder het deel ‘De afwezigen’.

 

Nieves laat Violeta een kleinzoon na, Camilo, die uiteindelijk als priester zijn leven zal wijden aan het helpen van armen in achterstandsgebieden in Afrika. Aan hem schrijft Violeta, zoals eerder gezegd, dit boek over haar leven. Violeta’s zoon is een linkse journalist die zich genoodzaakt ziet door het dictatoriale regime in ballingschap te gaan. Eerst in Argentinië, later in Noorwegen. Violeta vermoedt dat Julián, de vader van haar kinderen, als piloot betrokken is bij de repressie, via wat we nu kennen als Operatie Condor, een door de Verenigde Staten gesteund samenwerkingsverband tussen rechtse dictaturen in Latijns-Amerika om linkse activisten te bestrijden.

 

De gebeurtenissen komen te vluchtig voorbij om de zaken historisch goed uit te diepen en de emoties van Violeta blijven wat onderbelicht. Violeta stelt zich echter niet ten doel de geschiedenis van haar land uiteen te zetten, maar wil haar kleinzoon vooral een inkijkje in haar persoonlijke leven en in zijn voorgeschiedenis schenken. Dat zij dit in briefvorm doet en op luchtige toon, voelt niet onnatuurlijk.

 

Een groot deel van het boek vertelt over de lange, gepassioneerde, maar problematische relatie tussen Violeta en Julián, na een kort en gewelddadig huwelijk. Violeta gaat in haar leven verschillende relaties aan, waaronder met de Amerikaanse Roy Cooper, maar vindt in de laatste jaren van haar liefdesleven, in het laatste deel (1983-2020) dat ‘Wedergeboorte’ heet, eindelijk rust bij de Scandinavische Harald Fiske, diplomaat en vogelspotter.

 

We zien in Violeta een aantal universele thema’s terugkeren die ook in Bloemblad van zee en eerdere werken van Allende centraal stonden, zoals liefde, rouw, (im)migratie en ouderdom. De hoofdpersonen in haar boeken starten hun geschiedenis vaak met ‘overleven’, maar kiezen ervoor weer daadwerkelijk te gaan ‘leven’. Ze nemen risico’s, vallen en staan weer op. Deze veerkracht vormt de rode draad in Allendes werk. Over Allende is in het verleden nogal eens geschreven dat zij het magisch realisme, waarin werkelijkheid en bovennatuurlijk zaken vermengd worden, van bijvoorbeeld Gabriel García Márquez en Jorge Luis Borges imiteerde. Haar recente werk sluit minder aan bij deze stijl, maar zo nu en dan gebruikt Allende in dit werk nog steeds elementen uit het magisch realisme. Zo lezen we dat de roodharige miss Taylor haar haaruitval te lijf gaat met vruchten van de motacúpalm en daar, geheel onaannemelijk, zwart indianenhaar voor terugkrijgt:

 

Ze schoor de patiënt de vier haren die ze nog over had af, en masseerde haar schedel tweemaal per dag met de wonderbaarlijke olie. Na zeven weken kwam er een zacht donsje op, dat binnen de kortste keren uitgroeide tot een weelderige, donkere haardos. Het stugge haar van de indianen van de hoogvlakte, stelde tante Pilar afkeurend vast, maar ze erkende dat het miss Taylor beter stond dan de plukken stro van haar oorspronkelijke haren.

 

Voor mij zit hierin toch ook de charme van Allendes werk: ik mag als volwassene graag even meegenomen worden in een vleugje magie en kan er zonder morren in meegaan als Violeta verslag doet van een dergelijke gebeurtenis, of van een, in onze westerse beleving toch vaak onwaarschijnlijke, connectie met de natuur of overledenen.

 

We zijn daarnaast van Allende sterke, veerkrachtige vrouwen als hoofdpersonen gewend. Ook Violeta laat zich niet tegenhouden door de obstakels die het leven opwerpt of door de verwachtingen die men van haar heeft als vrouw, echtgenote en moeder. Ze weet door de jaren heen haar ondernemerstalent, intelligentie en doorzettingsvermogen steeds op andere manieren te benutten.

 

Violeta heeft, na een eeuw geleefd te hebben, het gevoel dat de tijd door haar vingers is geglipt. ‘Waar zijn die honderd jaar gebleven?’ Ze stelt vast dat wat overblijft, voornamelijk bestaat uit emoties en herinneringen:

 

Er is een tijd om te leven en een tijd om te sterven. Tussen die momenten in is er tijd om te herinneren. Dat heb ik gedaan in de stilte van deze dagen waarin ik de details heb kunnen beschrijven die nog ontbraken om dit testament compleet te maken, dat een testament van gevoelens is, meer dan van materiële zaken.

 

Violeta sluit deze beschouwing af met een grappige opmerking, zoals in het boek zo regelmatig wordt gedaan:

 

Ik kan al een paar jaar niet meer met de hand schrijven, mijn handschrift is onleesbaar, het is de elegantie van weleer kwijt die miss Taylor me in mijn kindertijd heeft bijgebracht, maar de artritis belet me niet mijn computer te gebruiken, het nuttigste onderdeel van mijn kreupele lichaam. Jij drijft de spot met mij, Camilo, je zegt dat ik de enige honderdjarige stervende ben die meer bezig is met de computer dan met bidden.

 

Uit Violeta’s woorden spreekt geen verbittering, eerder berusting en relativering. Ze heeft in Allendes vertelling de kans gekregen zich los te maken van de verwachtingen die aan haar werden gesteld als vrouw: de verwachtingen behorend bij de rol van dochter, echtgenote en moeder, in tijden waarin je je vanuit die rol vooral dienstbaar diende op te stellen. In dit boek is Violeta financieel van niemand afhankelijk en kan ze daardoor haar eigen keuzes maken, zowel in zakelijk als in amoureus opzicht. Maar weinig vrouwen in Latijns-Amerika in de twintigste eeuw hebben haar onafhankelijkheid gekend. In Knack vertelde de auteur over die keuze:

 

Je hele leven afhankelijk zijn van anderen maakt zelfontwikkeling moeilijk. Daarom bedacht ik een personage dat op mijn moeder leek, maar wel onafhankelijk was en dus kon groeien. Net als mijn moeder is Violeta getuige van de hele fascinerende twintigste eeuw. De twee vrouwen hadden niet eens stemrecht toen ze jong waren, waren getuige van revoluties en dictatoriale regimes, gingen op de vlucht, leefden als bannelingen en werden oud met feminisme.

 

Door Violeta die uitzonderingspositie te geven, heeft Allende via fictie het levensverhaal van haar moeder in zekere zin ‘herschreven’. Met die bril op, is de roman Violeta te lezen als een feministische daad. Het boek is het resultaat van een ‘what if’-gedachtenexperiment, gecombineerd met een feministische aanpak rond ‘reclaiming the past through fiction’. Door de fictieve vrouwelijke personages meer agency te geven dan de gemiddelde vrouw in die regio had in die tijd, verbeeldt Allende in dit werk – net als in vele van haar andere romans – wat een vrouwelijk leven los van het patriarchaat had kunnen zijn. Die keuze is te interpreteren als een daad van verzet, waarmee ze haar lezers misschien ook een boodschap wil meegeven: neem je leven in eigen handen. Het verhaal van Violeta maakt je namelijk bewust van het feit dat hoe langer je leeft, hoe meer je verliest, maar ook van het feit dat keuzevrijheid niet altijd vanzelfsprekend is. Wanneer je die hebt, moet je die ten volle benutten.

Een recensie door Yonina Pullens over Violeta van Isabel Allende (vertaald door Rikkie Degenaar).

Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2022
Vertaald door: Rikkie Degenaar
ISBN 9789028451933
382p.

Geplaatst op 25/05/2022

Tags: Allende, herschrijving, Zuid-Amerika

Categorie: Proza, Recensies

Naar boven

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je reactie zal pas verschijnen na controle op spam. Dat kan een paar uren of dagen duren.